Dienst van SURF
© 2025 SURF
Als de veiligheid verbetert, maar de Rotterdammers dat niet lijken te merken, schiet het veiligheidsbeleid tekort. Bij de behandeling van het nieuwe veiligheidsprogramma, #Veilig010 (Gemeente Rotterdam, 2013), werd een raadsbrede motie ingediend om te achterhalen wat achter deze ontwikkeling schuilgaat. En vooral natuurlijk, wat daaraan gedaan zou kunnen worden. Dus werd besloten tot een zogenaamde ‘brede consultatie’. Als Rotterdamse lector Publiek Vertrouwen in Veiligheid legt Marnix Eysink Smeets zich al geruime tijd toe op de vraag hoe burgers hun veiligheid ervaren, waardoor die ervaring wordt beïnvloed en – vooral – wat je als bestuur eraan kunt doen om de veiligheidsbeleving op een voldoende niveau te brengen of te houden.
Inwoners van Schiedam voelen zich relatief vaak onveilig in de eigen woonbuurt. De lokale Veiligheidsindex 2019 liet zien dat dit gevoel van onveiligheid van 2017 op 2019 nog weer verder was toegenomen. Het gemeentebestuur van Schiedam vroeg het lectoraat Publiek Vertrouwen in Veiligheid te onderzoeken wat dit gevoel van onveiligheid veroorzaakt en waar aanknopingspunten liggen voor verbetering. In het onderzoeksrapport wordt geconcludeerd dat het zinvol én mogelijk is werk te maken van de verbetering van de veiligheidsbeleving in Schiedam. Het laat echter ook zien dat quick fixes niet voorhanden zijn: verbetering is slechts haalbaar met een intensieve, fundamentele aanpak, gericht op het brede palet aan factoren dat van invloed is gebleken. Zo’n aanpak vereist een lange adem. Een zichtbare, doortastende aanpak van de belangrijkste ‘signal places’ is echter wél op kortere termijn te realiseren. Dit zal de Schiedammers ook duidelijk maken dat het het gemeentebestuur ernst is om de veiligheidsbeleving te verbeteren.
In dit artikel wordt een alternatieve benadering voor de aanpak van ‘onveiligheidsgevoelens’ aangedragen. De focus ligt op het concept ‘verstoorde veiligheidsbeleving’. Middels een verkenning van theorie en eerder onderzoek rondom ‘fear of crime’ werken we dit concept uit. Vervolgens passen we het toe op de buurt Kerckebosch, gemeente Zeist. Interviews met buurtbewoners wezen uit dat het ‘onveiligheidsgevoel’ in deze buurt drijft op (I) fysieke kenmerken, (II) incidenten uit het verleden, (III) de aanwezigheid van hangjongeren, maar bovenal op (IV) een verminderde sociale binding. Ter illustratie van de alternatieve benadering van ‘onveiligheidsgevoelens’ is er langs inzichten uit internationale effectstudies toegewerkt naar een realistisch beleidsadvies.
LINK
Een uitdaging in het betaalde voetbal is dat supporters zich flink kunnen misdragen in het stadion (roken, drankgebruik, gooien van voorwerpen, vuurwerk en bier, spreekkoren met ongewenste teksten, agressie jegens supporters van de tegenstander). Het werkt bovendien averechts als stewards en beveiligers supporters terechtwijzen. Dit bederft ook het plezier van andere bezoekers. Uit onderzoek van de KNVB blijkt dat het aantal supporters dat hun club bezoekt tijdens thuiswedstrijden de afgelopen 10 jaar is afgenomen. De fans kijken de wedstrijd wel op TV of via mobiele telefoons. Ongeregeldheden en ongewenst gedrag verminderen niet alleen het plezier van supporters bij wedstrijden, het is ook nog kostbaar door de benodigde beveiliging. Relschoppers worden nu harder aangepakt om te voorkomen dat deze personen nogmaals de fout in gaan, maar als gevolg hebben alle supporters nu last van de veiligheidsmaatregelen tegen hooligans. Hoe kunnen we het voetbal veilig en gastvrij houden voor supporters die geen problemen veroorzaken? Via dit project willen we inzicht krijgen in hoe ongewenst supportersgedrag kan worden voorkomen en daarmee de sfeer en de veiligheidsbeleving kan worden verhoogd. Op deze wijze hopen wij ook de trend van dalende bezoekersaantallen te keren.
SAMEN ONDERMIJNING AANPAKKEN IN DE BUURT Communicatie als sleutel voor participatie Ondermijning is een probleem waar gemeenten en hun partners maar moeilijk grip op krijgen. Georganiseerde misdaad heeft aanzienlijke invloed op de directe leefomgeving van burgers. De productie van en handel in hennep en chemische drugs tasten de leefbaarheid in wijken en buurten aan. Sommige burgers zijn er afhankelijk van, anderen zijn slachtoffer, passief betrokken zonder er tegenin te durven gaan, of bang om in hun eigen woonomgeving over straat te gaan. De overheid heeft weinig grip op deze ontwikkelingen en de meldingsbereidheid is laag, mede uit angst en door een gebrek aan vertrouwen dat de overheid er adequaat op reageert. Ondertussen ontstaat een parallelle samenleving waar criminelen het als wijkkoningen voor het zeggen hebben, traditionele taken van de overheid overnemen en de ontstane neerwaartse spiraal versnellen. Dit onderzoek richt zich op de vraag van gemeenten naar verbetering van de relatie tussen burger en (lokale) overheid, door samenwerking te faciliteren in de aanpak van leefbaarheid in dergelijke buurten. In fieldlabs die in verschillende gemeenten worden ingericht ontwikkelen onderzoekers, studenten en professionals samen oplossingen, die in de praktijk worden getest. Onderzocht wordt welke mechanismen in een wijk werkzaam zijn en aan welke hulp burgers behoefte hebben, waarna experimenten worden opgezet om via gerichte communicatie burgers te betrekken en vertrouwen te geven. Voor gemeenten wordt verkend hoe zij het vertrouwen van burgers kunnen verbeteren en borgen. De bereidheid van burgers om te participeren in mogelijke oplossingen en om te melden zal hierdoor worden vergroot. De resultaten van het onderzoek worden vertaald naar concreet handelingsperspectief voor professionals en gepubliceerd in open access journals, handleidingen voor de praktijk en onderwijsmodules. Het onderzoek is ingebed binnen het lectoraat Ondermijning, i,s,m, de lectoraten Digitalisering & Veiligheid en Recht & Veiligheid, van Avans Hogeschool.