Falls and fall-related injuries among older adults are associated with decreased health. Therefore, fall prevention programs (FPPs) are increasingly important. However, the translation of such complex programs into clinical practice lacks insight into factors that influence implementation. Therefore, the aim of this study was to identify how to optimize and further implement a widely used group-based FPP in the Netherlands among participants, therapists and stakeholders using a mixed methods study. FPP participants and therapists filled out a questionnaire about their experiences with the FPP. Moreover, three focus groups were conducted with FPP participants, one with therapists and one with other stakeholders. Data were analysed according to the thematic analysis approach of Braun and Clarke. Overall, 93% of the 104 FPP participants were satisfied with the FPP and 86% (n = 12) of the therapists would recommend the FPP to older adults with balance or mobility difficulties. Moreover, six themes were identified regarding further implementation: (1) recruiting and motivating older adults to participate; (2) structure and content of the program; (3) awareness, confidence and physical effects; (4) training with peers; (5) funding and costs; and (6) long-term continuation. This study resulted in practical recommendations for optimizing and further implementing FPPs in practice.
Falls and fall-related injuries among older adults are associated with decreased health. Therefore, fall prevention programs (FPPs) are increasingly important. However, the translation of such complex programs into clinical practice lacks insight into factors that influence implementation. Therefore, the aim of this study was to identify how to optimize and further implement a widely used group-based FPP in the Netherlands among participants, therapists and stakeholders using a mixed methods study. FPP participants and therapists filled out a questionnaire about their experiences with the FPP. Moreover, three focus groups were conducted with FPP participants, one with therapists and one with other stakeholders. Data were analysed according to the thematic analysis approach of Braun and Clarke. Overall, 93% of the 104 FPP participants were satisfied with the FPP and 86% (n = 12) of the therapists would recommend the FPP to older adults with balance or mobility difficulties. Moreover, six themes were identified regarding further implementation: (1) recruiting and motivating older adults to participate; (2) structure and content of the program; (3) awareness, confidence and physical effects; (4) training with peers; (5) funding and costs; and (6) long-term continuation. This study resulted in practical recommendations for optimizing and further implementing FPPs in practice.
2Do is een 13 weken durende interventie waarbij deelnemers twee tot drie keer per week aan intensieve kracht- en intervaltraining doen. De leefstijlthema's voeding (met extra aandacht voor de eiwitinname), beweging, slaap, stress en ontspanning worden behandeld in zes groepsbijeenkomsten en zes individuele bijeenkomsten. De bijeenkomsten vinden om de week afwisselend plaats en worden ondersteund met voorbereidende opdrachten.
LINK
Er is momenteel een enorme groei op het gebied van consumentenproducten om activiteiten en bewegingen te meten; zowel voor de fitnessindustrie (bv. Fitbit, Jawbone) als in de gaming wereld (bv Kinect, Wii). Bedrijven op het gebied van zorgtechnologie vragen zich af of zij producten en diensten kunnen ontwikkelen op basis van deze technologie. In dit project richten we ons specifiek op de vraag van de bedrijven of met deze producten het valrisico van ouderen kan worden ingeschat. De incidentele metingen in een klinische omgeving kunnen dan worden vervangen door continue metingen in het dagelijks leven. Het onderzoek dat wordt uitgevoerd betreft het bepalen van de nauwkeurigheid, robuustheid en acceptatie van technologie om in realistische omgevingen (hier: woonomgeving en ziekenhuisom-geving) de bewegingskenmerken van ouderen te meten. Het onderzoek wordt ingericht rond de onderzoeksvraag: Hoe kunnen technologieën voor bewegingsregistratie die zich hebben bewezen in een labsetting worden ingezet in de woonomgeving en in het ziekenhuis, ten behoeve van het inschatten van val-risico bij ouderen? Het onderzoek zal worden uitgevoerd in twee parallel lopende cases: valrisico meten in de woon-omgeving en valrisico meten in het ziekenhuis. In beide gevallen wordt een living lab aanpak ge-volgd: de technologische oplossingen van de MKB worden op iteratieve wijze, in de praktijk , be-studeerd en verder ontwikkeld. Ook de inbedding van de technologie in het zorgproces wordt in het onderzoek meegenomen. De kennis die wordt opgedaan zal worden gebruikt door de participerende MKB in nieuwe pro-ducten en diensten. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een multidisciplinair team bestaande uit de Hogeschool van Amsterdam (Domein Digitale Media en Creatieve Industrie en Domein Gezond-heid), de Vrije Universiteit (Bewegingswetenschappen), het AMC (Geriatrie), zorgaanbieders Cor-daan en Amsta en de participerende MKB. De resultaten zullen worden gepresenteerd op twee publieke seminars, in vakbladen en op we-tenschappelijke conferenties.
Bedrijven zijn zich steeds meer bewust van de potentiële negatieve effecten van hun bedrijfsvoering op het milieu en de samenleving, rechtstreeks en als schakel in de keten van leveranciers en afnemers. Dit groeiende bewustzijn moet vertaald worden naar actie: naar concrete laagdrempelige toepassingen die snel opgeschaald kunnen worden. Ondernemers, Gemeente Oosterhout en Avans Hogeschool hebben elkaar gevonden in het onderzoeken en ontwikkelen van drie duurzame toepassingen voor het bedrijventerrein Weststad in Oosterhout: 1. afvalproductie voorkomen; 2. afval- en reststromen zoveel als mogelijk opnieuw als grondstof inzetten; 3. afval- en reststromen die vrijkomen, tegen minimale milieudruk en kosten inzamelen en verwerken. De aandacht gaat eerst uit naar het voorkomen van afval tijdens productie en consumptie door betere afstemming in de keten, gebruik van technologische innovatie en digitalisering. Daarnaast wordt een platform ontwikkeld waarin bedrijven hun afval- en reststromen kunnen uitwisselen en als grondstof kunnen inzetten. Tenslotte wordt een logistiek systeem ontworpen, waarbinnen afval- en reststromen tegen minimale milieudruk en kosten worden verwerkt. Het project wordt gedragen door Avans Hogeschool en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven/bedrijventerrein Weststad, ondersteund door de Gemeente Oosterhout. Dit consortium heeft de ambitie om bedrijven en andere organisaties concrete handvatten te leveren voor haalbaarheid en opschaalbaarheid van afvalpreventie, hergebruik van reststoffen en efficiënte inzameling van reststromen. Zo levert de opzet van het project een model op waarmee andere bedrijvenparken hun ambities voor afvalpreventie en –verwaarding kunnen vormgeven. Hiertoe worden de volgende activiteiten uitgevoerd: Werkpakket 1 omvat de communicatie over en het agenderen van het project bij de individuele ondernemers. De communicatie adresseert het doel van het project en een uitvraag gebaseerd op de drie pijlers preventie, uitwisseling en inzameling. In werkpakket 2 wordt inventariserend en analyserend veldonderzoek gedaan bij ondernemers. Werkpakket 3 omvat het ontsluiten van de verkregen informatie en de vertaling naar concrete preventieve mogelijkheden, verbindingen tussen partijen en de collectieve aanpak van inzameling. Werkpakket 4 omvat de ontwikkeling van een digitaal transactieplatform ter stimulatie van contacten tussen bedrijven met als doel preventie van reststromen, uitwisselen van reststromen en collectieve afvalverwijdering. Een juridisch kader voor ‘ontdoeners’, platform en contractpartners (afvalverwerkende bedrijven) wordt ontwikkeld. Prestatie-indicatoren tonen de resultaten op duurzaamheidsverbetering. Werkpakket 5 tenslotte omvat het ontwikkelen van een model ter uitbreiding naar andere gemeenten en geografische gebieden.
Het doel van dit project is om via een blended interventie bij te dragen aan het voorkomen van valongelukken bij thuiswonende 65-plussers. De interventie wordt mede-ontworpen en getest door mensen uit de doelgroep en door fysiotherapeuten en studenten van de master Geriatriefysiotherapie.