Dienst van SURF
© 2025 SURF
A list of measurement instruments used in Urban Vitality research projects regarding frailty and ageing. The list is based on the research protocols of the 14 projects that were examined.Per instrument a link to https://meetinstrumentenzorg.nl/instrumenten/ is provided (if available).
MULTIFILE
De Hogeschool van Amsterdam voert, in nauwe samenwerking met een aantal stedelijke partners, het project ‘Informele zorg en diversiteit’ uit. Dit project richt zich onder andere op mantelzorgers. In de zomer van 2013 werkten 579 mantelzorgers aan het onderzoek mee door een enquête in te vullen. In de enquête zijn vragen gesteld over de ervaringen met het verlenen van mantelzorg, ondersteuningsbehoeften en de samenwerking met professionele hulpverleners. Om meer te kunnen zeggen over de mogelijke verschillen tussen de diverse mantelzorgers is ook gevraagd naar leeftijd, geslacht en andere kenmerken van de respondenten. In deze factsheet worden een aantal onderzoeksresultaten beschreven.
Het onderzoek van deze postdoc richt zich op ecologisch duurzame voedingsconcepten voor het verbeteren van de spiergezondheid, algehele gezondheid en vitaliteit van ouderen met obesitas. De specifieke focus op het ecologisch duurzame aspect van de voeding is een nieuwe onderzoekslijn binnen het Lectoraat Voeding & Beweging (Center of Expertise Urban Vitality), naast en in aansluiting op de bestaande lijn gericht op kwetsbare ouderen en spierbehoud. Deze postdocpositie is heel relevant voor de praktijk: obese ouderen zijn een sterk groeiende doelgroep met in de nabije toekomst 1 miljoen mensen. Tot nu toe worden voor deze doelgroep vaak dierlijke eiwitten geadviseerd, vanwege de hoge kwaliteit en het positieve effect op de spieren. Dierlijke eiwitten zijn echter niet duurzaam. Slimme combinaties van plantaardige eiwitbronnen hebben naar verwachting ook een hoge eiwitkwaliteit, met een veel lagere ecologische voetafdruk. Daarbij zijn plantaardige voedingspatronen geassocieerd met een lager risico op chronische aandoeningen. Hier is nog maar heel weinig praktijkgericht onderzoek naar gedaan, terwijl dit erg relevant is voor de toekomstige praktijk. Vanaf september 2020 rolt de opleiding Voeding & Diëtetiek een nieuw curriculum uit waarin studenten in en met de praktijk gaan werken voor een diepere leerervaring. Nieuwe onderzoeksprojecten binnen het Lectoraat Voeding & Beweging -waaronder deze postdoc- worden ingebed in verschillende fasen van het onderwijs waarin samengewerkt wordt in co-creatie met docenten, werkveldpartners en andere stakeholders voor het ontwerpen van passende oplossingen voor verschillende doelgroepen. Samenvattend: de postdoc onderzoekslijn is heel waardevol en nodig voor de eiwittransitie en de praktijk van de diëtist, en relevant voor het leren van studenten en docenten. De postdoc is momenteel designer van het nieuwe curriculum van de opleiding Voeding & Dietetiek en is in de afrondende fase van haar promotietraject waarin ze al veel ervaring heeft opgedaan met dit onderwerp.
Jonge mensen met een vluchtelingenachtergrond, die zich mogen vestigen in de Nederlandse samenleving, jonge statushouders, zijn kwetsbaar voor het ontwikkelen van psychische problemen en problematisch middelengebruik. Met name jonge statushouders hebben weinig kennis over middelengebruik, de relatie tot psychische problemen en de beschikbare zorg. Verklaringen voor psychische problemen en problematisch middelengebruik zijn divers. Psychische problemen kunnen bijvoorbeeld voortkomen uit schokkende gebeurtenissen voor of tijdens de reis naar Nederland of met onwetendheid over het effect van middelen. Ook ervaren jonge statushouders veel stress. Het risico op problematisch middelengebruik is verhoogd vanwege de interactie met psychische problemen en stress. Tegelijkertijd vinden jonge statushouders moeilijk de weg naar de GGZ en verslavingszorg en zijn ze moeilijk te bereiken door welzijnswerkers en zorgverleners. Binnen het door FNO Geestkracht gesubsidieerde praktijkgerichte projectonderzoek “GGZ en verslavingspreventie voor jonge statushouders: we doen het samen!” dat in november 2021 startte, bewerkstelligen we dat jonge statushouders eerder psychische- en verslavingsproblemen (h)erkennen en daarvoor hulp zoeken. Dit doen we samen met jonge statushouders zelf en professionals (vanuit Center of Expertise Urban Vitality HvA, Jellinek, Pharos en de gemeente Amsterdam). Het netwerk van organisaties die bij dit onderzoek betrokken zijn breidt zich steeds verder uit. Vanuit Jellinek Preventie is de vraag gekomen om een onderzoeksproject te starten, dat aansluit op bovengenoemd onderzoeksproject waarbij de wens is dat jonge statushouders met psychische en verslavingsproblematiek beter de weg vinden naar de GGZ- en verslavingszorg en dat welzijnswerkers en zorgverleners deze groep beter kan bereiken. Met dit professional doctorate traject willen we voortbouwen op bovengenoemd project. We constateren dat zorg- en welzijnsorganisaties elkaar niet goed kunnen vinden en dat dit belemmerend werkt: voor jonge statushouders om de GGZ en verslavingszorg te vinden en andersom. Een vraag daarbij is of het ontbreken van ervaringskennis binnen de reguliere welzijnsorganisaties en zorginstellingen belemmerend werkt.
In de voorschool worden pedagogisch medewerkers (PMers) steeds vaker geconfronteerd met overgewicht bij kinderen van 2,5 tot 4 jaar. De PMer is getraind in het ondersteunen van de ontwikkeling en opvoeding van het kind. PMers zijn niet opgeleid voor leefstijladvisering. Ongezonde voeding en inactiviteit zijn de belangrijkste oorzaken van overgewicht. Overgewicht komt op jonge leeftijd al meer voor bij lagere sociaaleconomische en etnische groepen. De gezondheidsverschillen nemen hierdoor toe. PMers geven aan dat zij zich niet bekwaam voelen om verantwoordelijk te zijn voor de gezonde keuzes op de voorschool als ook in de advisering naar ouders toe. De centrale vragen in dit project zijn: Wat heeft de PMer in de voorschool nodig in kennis, vaardigheden en attitude om het handelingsrepertoire tav leefstijladvisering aan alle kinderen van 2,5 tot 4 jaar en ouders met diverse sociaaleconomische en cultureel-etnische achtergronden te professionaliseren. Wat is het effect van het handelen van de PMer op de gezonde (gewichts)ontwikkeling van het kind? Het onderzoek is een gerichte interventiestudie met voor- en nametingen bij PMers, kinderen en ouders. De interventie wordt bij een deel van de PMers uitgevoerd en vergeleken met een controlegroep. Bij kinderen worden fysieke- en gedragsmetingen uitgevoerd. Eindpunten zijn het vertrouwen in leefstijladvisering door PMers en ontwikkelingstrends in gewicht bij kinderen. Fases van het projectplan: I. nulmeting en interventie bij PMers; II. nulmeting bij kinderen en interventie door PMers; III. effectmeting interventie bij PMers en kinderen; IV. ontwikkeling competentieprofiel leefstijladvisering voor PMers. Het PS@HW consortium olv de Hogeschool van Amsterdam, Impuls Kinderopvang, Brancheorganisatie Kinderopvang Amsterdam, Nederlands Jeugdinstituut, RIVM Centrum voor Gezond Leven, VU medisch centrum, HvA-Speerpunt Urban Vitality en Sarphati Amsterdam pakt dit op. Dit project beoogt het ontwikkelen van de HBO competentie leefstijladvisering voor PMers van de voorscholen die kinderen bereiken met een achterstand, voor een gezonde (gewichts)ontwikkeling en het terugdringen van gezondheidsverschillen.