Dienst van SURF
© 2025 SURF
In: Graaf, B., Rinnooy Kan, A., & Molenaar, H. (Eds.). (2017). The dutch national research agenda in perspective : A reflection on research and science policy in practice. Amsterdam: Amsterdam University Press.
The importance of teaching engineering students innovation development is commonly clearly understood. It is essential to achieve products which are attractive and profitable in the market. To achieve this, an institute of engineering education has to provide students with needed knowledge, skills and attitudes including both technical and business orientation. This is important especially for SME’s. Traditionally, education of engineering provides students with basic understanding how to solve common technical problems. However companies need wider view to achieve new products. Universities of applied Sciences in Oulu and Eindhoven want to research what is the today’s educational situation for this aim, to find criteria to improve the content of the educational system, and to improve the educational system. Important stakeholders are teachers and students within the institute but also key-persons in companies. The research is realized by questionnaires and interviews from which a current situation can be found. The research will also include the opinion of management who give possibilities to change the curriculum. By this research more insight will be presented about how to re-design a current curriculum. The research will act as basis for this discussion in SEFI-conference about formulating a curriculum that includes elements for wide-ranging knowledge and skills to achieve innovations especially in SME’s.
The importance of teaching engineering students innovation development is commonly clearly understood. It is essential to achieve products which are attractive and profitable in the market. To achieve this, an institute of engineering education has to provide students with needed knowledge, skills and attitudes including both technical and business orientation. This is important especially for SME’s. Traditionally, education of engineering provides students with basic understanding how to solve common technical problems. However companies need wider view to achieve new products. Universities of applied Sciences in Oulu and Eindhoven want to research what is the today’s educational situation for this aim, to find criteria to improve the content of the educational system, and to improve the educational system. Important stakeholders are teachers and students within the institute but also key-persons in companies. The research is realized by questionnaires and interviews from which a current situation can be found. The research will also include the opinion of management who give possibilities to change the curriculum. By this research more insight will be presented about how to re-design a current curriculum. The research will act as basis for this discussion in SEFI-conference about formulating a curriculum that includes elements for wide-ranging knowledge and skills to achieve innovations especially in SME’s.
De innovatiewerkplaats Campus Design (CD) richt zich op de duurzame ontwikkeling (SDG) van de campus door middel van praktijkgerichte oplossingen en onderzoek. Vanuit het lectoraat Facility Management van de Hanze, werkt CD samen met kennis- en onderwijsinstellingen, overheden en het bedrijfsleven, bijvoorbeeld om de kwaliteit, gastvrijheid en inclusiviteit te verbeteren zodat iedereen zich welkom voelt op de campus. CD streeft naar een betere aansluiting tussen de ruimte en organisatie op de campus; ook de vergroening en biodiversiteit rekenen we daartoe. Dit doen we door praktijkvragen van onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven te koppelen aan praktijkgericht onderzoek van onze senior-onderzoekers, onderzoekers, docenten en studenten, onder meer in architectuur, facility management, gastvrijheid, kunsten en vastgoed. Onze multidisciplinaire aanpak is zeer actiegericht; we willen de campuspraktijk écht veranderen en laten zien dat het betaalbaar is én werkt. We zorgen er dus voor dat oplossingen niet alleen theoretisch en empirisch uitstekend onderbouwd zijn, maar vooral ook praktisch toepasbaar en bewijsbaar beter. Door de goede samenwerking met onze partners, genereert CD oplossingen die onderwijsinstellingen inspireren en hen helpen de SDG te implementeren.
The SPRONG-collaboration “Collective process development for an innovative chemical industry” (CONNECT) aims to accelerate the chemical industry’s climate/sustainability transition by process development of innovative chemical processes. The CONNECT SPRONG-group integrates the expertise of the research groups “Material Sciences” (Zuyd Hogeschool), “Making Industry Sustainable” (Hogeschool Rotterdam), “Innovative Testing in Life Sciences & Chemistry” and “Circular Water” (both Hogeschool Utrecht) and affiliated knowledge centres (Centres of Expertise CHILL [affiliated to Zuyd] and HRTech, and Utrecht Science Park InnovationLab). The combined CONNECT-expertise generates critical mass to facilitate process development of necessary energy-/material-efficient processes for the 2050 goals of the Knowledge and Innovation Agenda (KIA) Climate and Energy (mission C) using Chemical Key Technologies. CONNECT focuses on process development/chemical engineering. We will collaborate with SPRONG-groups centred on chemistry and other non-SPRONG initiatives. The CONNECT-consortium will generate a Learning Community of the core group (universities of applied science and knowledge centres), companies (high-tech equipment, engineering and chemical end-users), secondary vocational training, universities, sustainability institutes and regional network organizations that will facilitate research, demand articulation and professionalization of students and professionals. In the CONNECT-trajectory, four field labs will be integrated and strengthened with necessary coordination, organisation, expertise and equipment to facilitate chemical innovations to bridge the innovation valley-of-death between feasibility studies and high technology-readiness-level pilot plant infrastructure. The CONNECT-field labs will combine experimental and theoretical approaches to generate high-quality data that can be used for modelling and predict the impact of flow chemical technologies. The CONNECT-trajectory will optimize research quality systems (e.g. PDCA, data management, impact). At the end of the CONNECT-trajectory, the SPRONG-group will have become the process development/chemical engineering SPRONG-group in the Netherlands. We can then meaningfully contribute to further integrate the (inter)national research ecosystem to valorise innovative chemical processes for the KIA Climate and Energy.
Het ambitieuze Fascinating programma beoogt de realisatie van circulaire landbouw waarbij ook de eiwittransitie een rol heeft. Dit vereist nieuwe technologie en ketenconfiguraties, maar ook inbedding in de nieuwe generatie van werknemers in de landbouw. Hogescholen, zoals Hanzehogeschool en Hogeschool Van Hall Larenstein (HVHL), vervullen hier een belangrijke rol. Niet alleen worden hier de nieuwe werknemers van de coöperaties opgeleid tot circulair denkende experts maar ook kunnen tijdens de opleiding al diverse vraagstukken verbonden aan de doelstellingen van Fascinating worden opgepakt en uitgewerkt tot real life oplossingen. In 2021 zijn al diverse vraagstukken vanuit Fascinating vertaald naar moduleopdrachten en afstudeerprojecten. Daarnaast is er al de nodige interactie over toekomstig praktijkonderzoek waar onderzoekers en studenten mogelijk samen met het bedrijfsleven invulling aan kunnen geven. Ook wordt er reeds gesproken hoe resultaten van het programma breed worden verankerd in de samenleving. Hier kan het onderwijs een cruciale rol in vervullen door ontwikkelingen op te nemen in curricula, maar ook door studenten in te zetten bij een brede implementatie van kansrijke inzichten in de regio. Om dit een meer structurele vorm te geven wordt in dit project gezamenlijk door de Hanzehogeschool en HVHL de opzet van een Living Lab Fascinating uitgewerkt. Een Living Lab is een omgeving waarin verschillende partijen gezamenlijk werken aan innovatieve oplossingen in een levensechte setting. De activiteiten van het Living Lab spelen zich af in het Noorden van Nederland. Gezien de vestigingsplaatsen van de Hanzehogeschool en HVHL wordt in ieder geval gestart met werklocaties in zowel Groningen als Leeuwarden, maar nadrukkelijk wordt de mogelijkheid opgehouden dat er op andere plekken locaties ontstaan waar gewerkt wordt; daar waar het werk gebeurd is de Living Lab.Een Living Lab ontleent zijn bestaansrecht aan het centraal stellen van relevante vraagstukken in de praktijk. Deze vraagstukken worden opgehaald uit de praktijk en vertaald naar specifieke activiteiten binnen de aangesloten HBOs en MBOs (curriculum en/of Applied Research Centres (ARCs), Kenniscentra (KCs) of Innovatiewerkplaatsen (IWPs)). Deze activiteiten kunnen bestaan uit opdrachten binnen onderwijseenheden zoals modules en minoren maar ook gekoppeld worden aan stages en afstudeerprojecten, afhankelijk van omvang en complexiteit. Ook kunnen activiteiten plaatsvinden door docent-onderzoekers binnen de ARCs/KCs etc). De mogelijkheid bestaat dat een bepaald vraagstuk op meerdere plekken binnen de hogescholen op verschillende niveaus worden geadresseerd. Uitkomsten van de onderzoeken worden gerapporteerd naar FASCINAting waarbij resultaten van toegepast onderzoek geïmplementeerd worden in Groningen. Daarnaast kunnen de resultaten ook doorwerken in het onderwijs zelf door aanpassing van het curriculum, bijvoorbeeld in de vorm van aanpassingen in het lesmateriaal. Studenten die participeren in de Living Lab komen hiermee in aanraking met praktijkvraagstukken als startpunt voor hun carrière in het werkveld in de regio.Fascinating is een icoonproject op het gebied van agricultural transitions, van de onlangs opgerichte Universiteit van het Noorden. In icoonprojecten is de samenwerking tussen de verschillende partners van de UvhN nu al zichtbaar, tot nu toe waren UMCG en RUG aangesloten bij dit project. Door de opzet van een living lab, wordt ook het praktijkgerichte onderzoek vanuit de Hanzehogeschool en HVHL verbonden met dit icoonproject.