Dienst van SURF
© 2025 SURF
Turkey has received consistent criticism from international media for having many naturalized athletes in its national squad, both in the Olympic Games and other major international sporting events. Similar criticisms have also been a feature of debates for a long time in domestic media, varying in views toward these athletes. This research focuses on media representations of naturalized athletes in Turkey between 2008 and 2020. We investigated the sentiments of news items from four major Turkish newspapers (Milliyet, Cumhuriyet, Sabah and Fanatik) on their stances toward naturalized athletes over the timespan of 2008–2020. Beside analyzing the sentiment of the media content both cumulatively and fragmentedly, we also identified the yearly trends and most featured sports in this context, combining qualitative and quantitative techniques. Our findings showed that sentiments in Turkish media toward naturalized athletes are mostly neutral and negative as well as with differences varying on the basis of the newspapers and news item types. The most criticism underlined pursuing “shortcut” success with naturalized athletes representing Turkey in the international arena. Among the featured sports, basketball, football, and track and field have been the most discussed ones in the naturalization context.
News media in The Netherlands show great variety in the extent and ways, in which they realize media accountability online in terms of actor transparency, product transparency and feedback opportunities online. It is suggested that even those news rooms that seem to adhere to transparency and public accountability still need to explore the functionality and application of media accountability instruments (MAI). Both in terms of potentials and pitfalls, news rooms need to consider about what they want to be transparent and in what ways. To the extent that online innovations are visible, traditional news media seem to experiment, as is the case with newsroom blogs or the project of hyper local journalism Dichtbij.nl, part of the Telegraaf Company. Various news media have on-going projects on audience participation, online applications and distribution models. However, since many projects merely aim at finding new applications, processes, platforms and business models, it remains to be seen assess whether projects are indeed reasonably innovative and feasible at the same time. The development of an online and therefore immediate, archived, personalized and interactive context, offers practical and ethical challenges to Dutch journalism. These challenges bring shifts in its role and responsibility to society. It means that changes occur in what journalists are accountable for, as well as ways in how they are accountable. The Dutch media landscape lodges various professional accountability instruments like the press council and both profession-wide and news media specific codes of ethics, but some of these instruments receive only moderate support. Proactive openness is more an exception than the rule and may well be a distinctive indicator for quality journalism. Although news media often acknowledge the importance of media accountability offline and online, they often lack the resources or courage to use them or have different priorities. This ambiguous position may indicate that in relation to media accountability online, Dutch news media are between hope and fear: that it will either improve their relationship with the public and fuel professional quality, or ask too much of resources with too little benefit.
Social media zijn momenteel het gesprek van de dag. In slechts enkele jaren tijd hebben social media sites als YouTube, Facebook en LinkedIn een miljoenenpubliek aan zich gebonden. En het aantal consumenten en bedrijven dat gebruik maakt van deze online platformen groeit nog steeds sterk. Hoewel er dagelijks nieuwe cijfers verschijnen over het gebruik van social media is er vooralsnog weinig bekend over de adoptie van social media door bedrijven. Middels dit boek willen de onderzoekers van het lectoraat Online Ondernemen van de Hogeschool van Amsterdam een bijdrage leveren aan het opvullen van deze kennisleemte door het social media gebruik binnen de detailhandel in Nederland in kaart te brengen. Het boek bevat de resultaten van een onderzoek naar gebruik van de social media sites Hyves, Facebook, LinkedIn, YouTube, weblogs, Twitter en fora door (web)winkels en consumenten in Nederland. Welke social media sites worden veel en welke weinig gebruikt door (web)winkels en consumenten in Nederland? Wat zijn de kenmerken van de (web)winkels en consumenten die voorop lopen en achterblijven in het gebruik van social media platformen? In hoeverre zijn Nederlanders geïnteresseerd in het volgen van commerciële bedrijven via social media? Hoeveel volgers hebben (web)winkels op Hyves, Facebook, LinkedIn, YouTube en Twitter? Op deze en andere vragen over het gebruik van social media in de detailhandel in Nederland wordt in dit boek antwoord gegeven.
The impacts of tourism on destinations and the perceptions of local communities have been a major concern both for the industry and research in the past decades. However, tourism planning has been mainly focused on traditions that promote the increase of tourism without taking under consideration the wellbeing of both residents and visitors. To develop a more sustainable tourism model, the inclusion of local residents in tourism decision-making is vital. However, this is not always possible due to structural, economic and socio-cultural restrictions that residents face resulting to their disempowerment. This study aims to explore and interpret the formal processes around tourism decision-making and community empowerment in urban settings. The research proposes a comparative study of three urban destinations in Europe (The Hague in the Netherlands, San Sebastian in Spain and, Ioannina in Greece) that experience similar degree of tourism growth. The proposed study will use a design-based approach in order to understand tourism decision-making and what empowers or disempowers community participation within the destinations. Based on the findings of primary and secondary data, a community empowerment model will be applied in one the destinations as a pilot for resident engagement in tourism planning. The evaluation of the pilot will allow for an optimized model to be created with implications for tourism planning at a local level that can contribute to sustainable destinations that safeguard the interests of local residents and tourists.
Met de opkomst van digitale diensten en de impact van digitale technologie is het vraagstuk van privacy hoog op de maatschappelijke agenda beland. Burgers gebruiken steeds vaker apps en andere online services, met als keerzijde dat we steeds meer informatie over onszelf moeten delen om optimaal gebruik te kunnen maken van deze faciliteiten. Dit kan leiden tot schending van onze privacy. Ook voor de meeste (mkb-)bedrijven is het lastig om inzicht te krijgen in de privacy implicaties van hun online services en in de privacy-eisen om deze implicaties te verzachten. Het privacyvraagstuk is voor deze doelgroepen grijpbaar te maken door de privacy-eisen waar online diensten aan moeten voldoen op een beknopte, overzichtelijke en duidelijke manier te communiceren. Privacy labels, in navolging van energielabels en voedingslabels, zijn hiervoor een veelbelovende methode. Binnen het, door NWO gefinancierde, SERIOUS project is een prototype ontwikkeld om privacy-eisen te visualiseren middels een multidimensionaal privacy label (Barth, Ionita en Hartel, 2020). Op basis van een vragenlijst met betrekking op datacollectie, dataverwerking en datadisseminatie kan de mate van privacy borging en bescherming worden vastgesteld. Het huidige prototype van dit privacy label is generiek. Echter is het mogelijk dat bepaalde elementen van privacy in de praktijk binnen sommige domeinen veel zwaarder wegen dan binnen anderen. Kenniscentrum Creating 010 onderzoekt, naar aanleiding van de vraag vanuit de samenwerkingspartijen van het SERIOUS project, binnen dit project hoe het SERIOUS prototype kan worden doorontwikkeld naar een volwaardig privacy label. Hierbij wordt nagegaan of en hoe het prototype in en voor verschillende sectoren werkt, deze zijn: retail, media en cultuur. Het doel van dit project is om middels een haalbaarheidsstudie de richtlijnen voor een domein-specifiek label te achterhalen en op te stellen die dienen als uitgangspunt voor een vervolgproject voor een domein-specifieke privacy tool.
De maatschappij raakt zich in toenemende mate bewust dat het huidige lineaire economisch model niet meer houdbaar is. Het gebruik van petrochemische producten resulteert in een toename van CO2 in de atmosfeer. Verder neemt de hoeveelheid afval, met name plastics, verontrustende vormen aan en raken de oceanen zienderogen meer vervuild. Om de bovengenoemde problemen te tackelen is een transitie naar biobased en circulair essentieel. Naast dat we voor het maken van (consumenten) producten meer gebruik moeten maken van natuurlijke, hernieuwbare grondstofstromen zullen we de huidige materialen tevens veel beter moeten recyclen teneinde de druk op het milieu te verminderen. Een belangrijk thema in het recyclen van plastics is de chemische recycling. Een bekend voorbeeld waar op dit moment onderzoek naar verricht wordt is de depolymerisatie van PET naar de monomeren, GEVOLGD DOOR de scheiding van additieven en kleurstoffen en vervolgens weer een polymerisatie tot het gewenste plastic. In dit project wordt een andere methode voor chemische recycling onderzocht, namelijk de katalytische pyrolyse van (mengsels) van plastics tot de aromaten benzeen, tolueen en xylenen (BTX). Deze aromaten zijn veel gebruikte intermediairen voor tal van hoogwaardige plastics, zoals polyesters, polyamides en polyurethanen. Ruwweg 40% van alle huidige plastics is opgebouwd uit BTX. De techniek kan gebruikt worden voor mengsels van plastics en, door toepassing van de ex situ approach kunnen ook sterk vervuilde plastic stromen omgezet worden naar BTX. In samenwerking met het bedrijf BioBTX gaat de Rijksuniversiteit Groningen een kinetische studie doen naar de omzetting van plastics door gebruik te maken van tweetal geselecteerde plastic voedingen en een modelsysteem (etheen, propeen en mengels) voor de omzetting naar BTX middels een katalytische pyrolyse. De resultaten van deze studie zullen gebruikt worden voor een techno-economische evaluatie om te inventariseren of het proces commercieel aantrekkelijk is en geschikt voor verdere opschaling richting pilot/demoplant.