Dienst van SURF
© 2025 SURF
In dit artikel wordt antwoord gegeven op de vraag: wat mogen we verlangen van organisaties in het betaald voetbal als het gaat over MVO? Elke BVO hoort minimaal transactie-ethiek te hanteren. Er wordt ook verwacht dat ze in sommige situaties voor zichzelf morele plichten erkent in relatie tot rechten van stakeholders. Participatie-ethiek wordt niet gezien als een morele plicht voor een BVO, maar wel als prijzenwaardig. Veranderingsethiek mag in zijn algemeenheid niet verwacht worden van BVO’s, omdat dat teveel spanning genereert met de eigen hoofddoelstellingen. Het lijkt erop dat BVO´s in Nederland de ambitie hebben om participatie-ethiek aan te tikken. Tegelijkertijd zijn er praktijken waarbij meer basale niveaus van ethiek (transactie-ethiek en erkenningsethiek) niet of slechts voor een deel gerealiseerd worden. Zie bijvoorbeeld financieel wanbeleid en misleiding bij FC Twente in de afgelopen jaren. Maar denk ook aan structuren waarbij eigendom, bestuur en beheer van BVO’s steeds meer in één of enkele handen is. Dat raakt de democratische representatie van fans en andere stakeholders (zoals werknemers) in beleid en bestuur van de club. Dat basale niveaus van MVO soms niet gerealiseerd worden, raakt de geloofwaardigheid van maatschappelijke projecten van BVO’s.
MULTIFILE
Dit artikel is het tweede van een drieluik over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (hierna: MVO) in de sport. In het eerste artikel hebben we MVO in de sport geconceptualiseerd. In dit tweede artikel gaan we in op de vraag wat we van het sportbedrijfsleven mogen verlangen wat betreft maatschappelijk verantwoord ondernemen. In het laatste artikel zullen we specifiek ingaan op wat we mogen verlangen van organisaties in het betaald voetbal. Om onze vraag te beantwoorden, wordt eerst een zekere categorisering aangebracht in het sportbedrijfsleven: profit, not-for-profit en goede doelen-organisaties. Sportorganisaties hebben vaak zeer verschillende doelstellingen. Deze doelstellingen hangen samen met de functies die de organisaties vervullen in het maatschappelijk leven. De doelstellingen van commerciële sportorganisaties komen voort uit de maatschappelijke taak van ondernemingen om op een zo efficiënt mogelijke wijze goederen en diensten voort te brengen en aldus een bijdrage te leveren aan de economische ontwikkeling van een land. Dat vraagt een bepaald niveau van maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar wel beperkt. Voor een sportbond gelden andere doelstellingen: bijvoorbeeld zorgen dat zoveel mogelijk mensen op hun eigen niveau kunnen deelnemen aan de sport. Een hoger niveau van maatschappelijk verantwoord ondernemen kan daarbij verlangd worden. Nog weer anders liggen de doelstellingen van een goed doel, zoals de Johan Cruyff Foundation. Uiteindelijk wil deze stichting een bijdrage leveren aan een betere wereld, waarbij sport het communicatieplatform is. Doelstellingen van ideële sportorganisaties sluiten vaak al naadloos aan bij wat vaak gezien wordt als ‘maatschappelijk verantwoord’
LINK
Hoe zit het eigenlijk met de verantwoordelijkheid van een BVO? Aan mensen - in het recht zijn dat ‘natuurlijke personen’ - wordt verantwoordelijkheid toegekend. Maar geldt dat ook voor organisaties? Is er sprak van een collectieve verantwoordelijkheid? Tegelijkertijd met het individuele functionele handelen van een leidinggevende (of een andere werknemer) ontstaan verplichtingen en verantwoordelijkheden voor de organisatie. Wanneer een beslissing van een leidinggevende via de besluitvormingsstructuur van de organisatie tot een organisatiebeslissing wordt, kunnen we spreken van een organisatie-verantwoordelijkheid, ook in morele zin. Individueel, functioneel handelen kan dus worden opgevat als organisatie-handelen.
MULTIFILE