Dienst van SURF
© 2025 SURF
When engaging in social interaction, people rely on their ability to reason about unobservable mental content of others, which includes goals, intentions, and beliefs. This so-called theory of mind ability allows them to more easily understand, predict, and influence the behavior of others. People even use their theory of mind to reason about the theory of mind of others, which allows them to understand sentences like Alice believes that Bob does not know about the surprise party'. But while the use of higher orders of theory of mind is apparent in many social interactions, empirical evidence so far suggests that people do not use this ability spontaneously when playing strategic games, even when doing so would be highly beneficial. In this paper, we attempt to encourage participants to engage in higher-order theory of mind reasoning by letting them play a game against computational agents. Since previous research suggests that competitive games may encourage the use of theory of mind, we investigate a particular competitive game, the Mod game, which can be seen as a much larger variant of the well-known rock-paper-scissors game. By using a combination of computational agents and Bayesian model selection, we simultaneously determine to what extent people make use of higher-order theory of mind reasoning, as well as to what extent computational agents can encourage the use of higher-order theory of mind in their human opponents. Our results show that participants who play the Mod game against computational theory of mind agents adjust their level of theory of mind reasoning to that of their computer opponent. Earlier experiments with other strategic games show that participants only engage in low orders of theory of mind reasoning. Surprisingly, we find that participants who knowingly play against second- and third-order theory of mind agents apply up to fourth-order theory of mind themselves, and achieve higher scores as a result.
In social settings, people often need to reason about unobservablemental content of other people, such as their beliefs, goals, orintentions. This ability helps them to understand, to predict, and evento influence the behavior of others. People can take this ability furtherby applying it recursively. For example, they use second-order theory ofmind to reason about the way others use theory of mind, as in ‘Alicebelieves that Bob does not know about the surprise party’. However,empirical evidence so far suggests that people do not spontaneously usehigher-order theory of mind in strategic games. Previous agent-basedmodeling simulations also suggest that the ability to recursively applytheory of mind may be especially effective in competitive settings. Inthis paper, we use a combination of computational agents and Bayesianmodel selection to determine to what extent people make use of higherordertheory of mind reasoning in a particular competitive game, theMod game, which can be seen as a much larger variant of the well-knownrock-paper-scissors game.We let participants play the competitive Mod game against computationaltheory of mind agents. We find that people adapt their level oftheory of mind to that of their software opponent. Surprisingly, knowinglyplaying against second- and third-order theory of mind agents enticeshuman participants to apply up to fourth-order theory of mindthemselves, thereby improving their results in the Mod game. This phenomenoncontrasts with earlier experiments about other strategic oneshotand sequential games, in which human players only displayed lowerorders of theory of mind.
Het project Cracking the Criminal Mind is een samenwerking tussen politie-experts en studenten. In een learning community wordt getracht om te anticiperen op nieuwe, frauduleuze verdienmethodes. Welke strategieën zouden criminelen – al dan niet gebruikmakend van nieuwe digitale afschermingsmethodes – kunnen bedenken om geld te verdienen en om uit zicht te blijven van politie en justitie? Het identificeren van innovatieve criminele verdienmethoden vindt plaats in een learning community waar politie-experts en studenten met verschillende soorten kennis en expertise samenkomen. Deelnemers aan de learning community denken ook na over strategieën om de geïdentificeerde verdienmethoden tijdig te herkennen en te verstoren.
In een maatjesproject wordt een deelnemer met een ondersteuningsbehoefte gekoppeld aan een vrijwilliger die deze ondersteuning kan bieden. Een professionele organisatie zorgt voor de werving, training, koppeling en ondersteuning van de maatjes. In een tijd van toenemende druk op de formele zorg en een toegenomen beroep op vrijwilligers, is de groeiende populariteit van maatjesprojecten niet verrassend. En juist in een tijd waarin leefwerelden steeds meer van elkaar gescheiden zijn, bieden maatjesprojecten mensen de mogelijkheid om ‘buiten de eigen bubbel’ te komen en ‘anderen’ te leren kennen. De ambitie van maatjesprojecten is om positieve veranderingen te realiseren. Maar welke impact hebben zij nu eigenlijk en hoe kunnen ze deze impact vergroten? Meerdere maatjesprojecten gaven aan dat hier een belangrijke kennisbehoefte voor hen ligt. Waar eerder onderzoek uitkomsten beschrijft voor deelnemers met een ondersteuningsbehoefte – zoals beter welbevinden, meer sociaal contact, en horizonverbreding – is er veel minder bekend over de uitkomsten voor vrijwilligers die hen ondersteunen. En hoewel bredere maatschappelijke impact vaak aannemelijk wordt geacht, is onderzoek hiernaar beperkt. In dit onderzoeksvoorstel, met als titel ‘Maatjes met Impact’ beschrijven we hoe wij aan deze kennisbehoefte willen bijdragen, met als centrale onderzoeksvraag: Welke impact hebben de maatjesprojecten op de deelnemers, de vrijwilligers en de bredere samenleving, en hoe kunnen de organisaties van de maatjesprojecten deze impact vergroten? We kijken op drie manieren naar impact. Eerst bekijken we impact vanuit 1) doeltreffendheid, dat gaat over vooropgestelde en beoogde doelen en 2) betekenisgeving, dat de bredere veranderingen omvat die betrokkenen zelf ervaren. Vervolgens stappen we over naar 3) vakmanschap: hoe kunnen maatjesprojecten verder professionaliseren en hun impact vergroten. We zetten hiervoor verschillende methoden in, zoals Theory of Change sessies, de Effectencalculator, interviews en vragenlijsten. Regelmatige leersessies faciliteren dat maatjesprojecten leren hoe zij hun eigen impact kunnen vergroten, en leren van elkaars ervaringen.
De grote maatschappelijke opgaven van deze tijd zoals de transities naar een energieneutrale productie- en consumptie, een inclusieve en eerlijke maatschappij en een duurzaam voedselsysteem dagen het ontwerpvak uit. Naast het ontwerpen van nieuwe producten of diensten worden ontwerpers steeds vaker gevraagd om projecten binnen deze transities te faciliteren door ontwerp en om samen te werken met organisaties of multi-stakeholdernetwerken aan schaalbare maatschappelijke oplossingen. Zodoende kunnen ontwerpers als ‘sociale ontwerpers’ in groeiende mate bijdragen aan het vergroten van maatschappelijke veerkracht. Hun open mindset, maar ook hun vermogen om te codesignen en oplossingen met gebruikers te testen maakt hen in de ogen van overheden en andere organisaties geschikt voor deze taak. Tijdens deze taak staan ontwerpers en afstuderende ontwerpstudenten echter voor een grote uitdaging: ze moeten samen met opdrachtgevers bepalen a.) op welke schaal ze binnen een bestaand systeem het beste kunnen interveniëren (b.v. in de wijk, op regionaal of op nationaal niveau) en b.) op welke aspecten (b.v. het veranderen van intenties van stakeholders, van regels voor samenwerking, of van de informatieflow) ze zich het beste kunnen richten om impact te maken. Het Project Impact onderzoek zal uitgangspunten voor deze keuze verkennen zodat ontwerpers hun interventies systematisch kunnen modelleren en communiceren. Project Impact zal hiervoor het denken over ‘leverage points’ (hefboompunten) voor systeemverandering samenbrengen met de expliciete en impliciete praktijkkennis van sociale ontwerpers en een framework ontwikkelen. Dit framework zal niet alleen handvatten geven aan het bepalen van invalshoeken voor sociaal ontwerp, maar ook een taal ontwikkelen om deze overwegingen te delen met opdrachtgevers (overheden, bedrijven) met het doel een betere samenwerking, en uiteindelijk meer impact. Project Impact is een verkenning van de mogelijkheden en dimensies van een dergelijk framework. Het zal ook, in codesign met de doelgroep een eerste handvat voor sociale ontwerpers ontwikkelen, testen en opleveren.