Dienst van SURF
© 2025 SURF
Een belangrijk motto in de transitie naar een circulaireeconomie luidt: afval is grondstof. Het duidt op dedoelstelling om een afgedankt materiaal maximaal tehergebruiken. Helaas is het lang niet altijd mogelijkom een reststroom zodanig te recyclen dat hij alsnieuwe grondstof kan worden ingezet. Het materiaalis bijvoorbeeld te vervuild of het is vermengdmet andere materialen. Aan de andere kant kaneen reststroom ook interessante eigenschappenhebben waarvan je gebruik kunt maken. Denk aaneen bijzondere herkomst, een mooi uiterlijk of eeninteressante functionele eigenschap.
Nieuwe materialen zijn gemaakt door plastic van biologische oorsprong te mengen met textielafval. Dit nieuwe materiaal is recyclebaar en biologisch afbreekbaar. Het is CO2 neutraal, vermindert de afvalstroom en draagt niet bij aan de uitputting van de voorraad fossiele grondstoffen. De textielvezels versterken het plastic en verlagen de kostprijs. Door de unieke eigenschappen kunnen van het materiaal designproducten gemaakt worden die niet alleen duurzaam zijn, maar ook een geheel eigen uitstraling hebben.
Het recyclen van textielafval is een belangrijk speerpunt van de overheid in het beleidskader circulaire economie. Textiel inzameling wordt recent sterk gestimuleerd, gelijktijdig neemt de afzet van tweedehandskleding internationaal structureel af. Hierdoor moeten er andere manieren gevonden worden om textiel opnieuw in te zetten als grondstof. Mechanische verwerking wordt al toegepast, maar leidt tot laagwaardige producten en draagt onvoldoende bij aan de circulaire gedachte. Het lectoraat Smart Functional Materials van Saxion hogeschool is daarom al langer bezig alternatieve technieken te ontwikkelen om textiele afvalstromen opnieuw in te zetten. SaXcell is hiervan een belangrijke resultante, waarbij katoenafval geregenereerd wordt tot een cellulosevezel die als hoogwaardige grondstof gebruikt kan worden in de textielindustrie. NHL Stenden hogeschool en de bedrijven Cumapol, Morssinkhof en DSM-Niaga werken samen om de polyester kringloop in de kunststofindustrie te sluiten. Beide processen gaan wel uit van zuiver uitgangsmateriaal: mono-stromen van katoenafval, cq polyester afval. Het overgrote deel van textielafval bestaat echter uit garens die opgebouwd zijn uit een mix van katoen- en polyester vezels (polycotton). Het upcyclen van deze gemengde polycotton afvalstroom is daarmee in de praktijk nog steeds een aanzienlijk probleem. Doelstelling van dit project is om binnen twee jaar de bestaande kennis in het consortium en de literatuur (TRL 3-4) op het gebied van polycotton recycling te vertalen naar een procesomschrijving (TRL 5-6), die door leden van het consortium en andere textielbedrijven omgezet kan worden naar een industrieel proces. Hierdoor kan een zeer grote fractie van het Nederlandse textielafval hoogwaardig verwerkt worden en als vervangende grondstof dienen. Hogescholen Saxion en NHL Stenden ondersteund door brancheorganisaties Modint en FTN gaan samen met het bedrijfsleven deze uitdaging aan. De betrokken MKB-bedrijven kunnen deze kennis gebruiken op hun eigen specifieke producten en processen. Daarnaast wordt de kennis ingezet voor nieuwe casuïstiek binnen de bachelor en masteropleidingen van beide hogescholen.
In de wereld van duurzaamheid en circulaire economie staat de textielindustrie voor uitdagingen. Het meeste textielafval belandt in het restafval, maar slechts 1% ondergaat vezel-tot-vezel recycling. Mede dankzij wetgeving zoals de UPV, neemt de marktvraag naar gerecyclede materialen toe. Bedrijven uit de mode-industrie zijn op zoek naar oplossingen, die (nog) niet op de makt zijn. De complexiteit van textielproducten maakt dat recycling zeer moeilijk is. Dit project beoogt het optimaliseren van eigenschappen van een duurzaam breigaren, met specifieke focus op het verminderen van twist om spiraliteitsproblemen bij breisels te minimaliseren. Verschillende garenblends, met als doel het creëren van het ultieme gerecyclede breigaren, zullen worden onderzocht. Hierbij wordt gebruik gemaakt van mechanisch gerecyclede vezels, waarbij oude kleding als bron dient voor nieuwe kleding (vezel-tot-vezel recycling). Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Lectoraat Sustainable & Functional Textiles (S&FT) in samenwerking met Wolkat Fibre BV. Deze samenwerking biedt een multidisciplinaire aanpak, waarbij techniek en duurzaamheid samenkomen. Het project behandelt de technische haalbaarheid, opschaling en economische aspecten. Dankzij het geavanceerde textiellaboratorium van Saxion en Wolkat's recyclingexpertise, kan het onderzoek effectief in kleine batches worden opgezet, die in de toekomst direct schaalbaar zijn in textielfabrieken. Onderzoekresultaten zullen worden verspreid via o.a. publicaties, conferenties, sociale media en onderwijskanalen. Studenten van verschillende textielopleidingen zullen betrokken zijn bij het project, wat niet alleen bijdraagt aan het onderzoek, maar ook aan hun eigen leerproces. Dit project draagt bij aan de transitie naar duurzame textielproductie en bevordert hiermee de circulaire benadering in de mode-industrie.
Met behulp van dit onderzoek willen we een eerste stap zetten in het genereren van een nauwkeurige en complete beoordeling van textielafval in de Nederlandse modesector. De partners binnen het consortium zijn reeds begonnen met het ontwikkelen van praktische oplossingen voor het probleem aangaande textielafval, maar deze acties zijn gebaseerd op informatie die onvoldoende onderbouwd is. Door de origine, hoeveelheid en prijs van de in Nederland verkochte kleding in kaart te brengen, waarbij de hoeveelheid weggegooide kleding (zowel voor- als nadat deze eventueel verkocht wordt) en de eindbestemming van het kledingafval tevens meegenomen wordt, ontstaat een totaaloverzicht dat gepresenteerd kan worden in een rapport. Dit overzicht vormt de eerste stap die nodig is om realistische oplossingen te kunnen ontwikkelen die de hoeveelheid textielafval kunnen doen afnemen. Hoewel er consensus bestaat aangaande de groeiende milieuzorgen die gepaard gaan met de mode-industrie, is de beschikbare informatie op nationaal niveau gebaseerd op aannames, data van onzekere herkomst of buitenlandse data. Daarom stelt dit project zich ten doel om (a) in kaart te brengen welke data en publicaties op dit vlak reeds uitgevoerd zijn in Nederland, (b) het ontwikkelen van een beknopt rapport dat ingezet kan worden als bron voor praktijk gericht onderzoek op basis van beschikbare informatie, (c) het ontwikkelen van een set primaire richtlijnen om aan het probleem van textielafval te kunnen beantwoorden, en (d) het ontwikkelen van vervolgonderzoek om de ontbrekende data te kunnen verzamelen en onderzoeksmethodes te kunnen ontwikkelen die in de toekomst ingezet kunnen worden ten bate van lange termijn analyses die een overzicht mogelijk zullen maken.