Dienst van SURF
© 2025 SURF
Kunststofcomposieten of Vezel Versterkte Kunststoffen (VVK) zijn moderne materialen die steeds vaker gebruikt worden als vervanging van conventionele materialen. Vooral in de ?mobiliteit? wordt voor vezelversterkte kunststoffen gekozen, omdat het producten een stuk lichter maakt. Lichtere producten presteren immers beter. Door de grote opkomst van vezelversterkte kunststoffen, zal ook de ?herstelmarkt? voor vezelversterkte kunststoffen de komende jaren een hoge vlucht gaan nemen. Recent zijn ook grote autofabrikanten begonnen met de verkoop van betaalbare auto?s met een veiligheidkooi die bestaat uit één groot vezel versterkt kunststofonderdeel. Na een botsing is het vervangen van zo?n deel bijna net zo kostbaar als het kopen van een nieuwe auto! Omdat autoschadeherstelbedrijven nauwelijks ervaring hebben met het repareren van vezelversterkte kunststoffen hebben zij HAN Automotive om hulp gevraagd. Vezelversterkte kunststof is echter een complex materiaal en reparatie vereist dan ook hoogwaardige theoretische kennis en specifieke praktische vaardigheden. In andere branches is veel meer ervaring met repareren en door onderzoeksinstellingen is al veel diepgaand onderzoek verricht. Vandaar dat het initiatief is genomen om een netwerk te vormen met partijen die ?van wanten weten? om het probleem van autoschadeherstellers aan te pakken en gezamenlijk te werken aan een praktische ?Tool? waarmee: * Bepaald kan worden wat de best passende manier is om de specifieke schade te repareren, * Vooraf ingeschat kan worden welke resultaten met een reparatie behaald kunnen worden. Omdat de waarde van een dergelijke ?Tool? niet beperkt is tot de automotive branche, heeft een flink aantal partijen uit de vezelversterkte kunststofbranche zich bij het initiatief aangesloten.
Bij veel (sport)blessures en orthopedische aandoeningen, zoals voorste kruisband (VKB-) rupturen en enkelfracturen, moeten patiënten na een operatieve ingreep een lang revalidatietraject ondergaan. Fysiotherapeuten, (mentale) coaches, inspanningsfysiologen en orthopedisch chirurgen constateren dat patiënten ondanks goede begeleiding veelal hun fysieke niveau van voor de blessure niet meer bereiken. Om kwalitatief betere zorg te kunnen bieden, willen deze professionals meer inzicht krijgen in het individuele herstel. Door een combinatie van lichamelijke en psychologische parameters intensief te monitoren, denken zij namelijk eerder de therapie aan te kunnen passen op (on)gewenste veranderingen in het beloop van herstel. De zorgprofessionals hebben echter onvoldoende tijd en mogelijkheden om patiënten intensief te monitoren. Bovendien denken zij het herstel verder te kunnen ondersteunen door patiënten zelf te laten meten omdat patiënten meer verantwoordelijkheid voor hun gezondheid nemen indien zij toegang krijgen tot hun eigen data. De zorgprofessionals vragen zich daarom af hoe zij een zelf-monitoringsysteem voor orthopedische patiënten kunnen inrichten, dat hen in staat stelt therapie op maat te geven gedurende het totale revalidatieproces (casus VKB-reconstructies). Centrale onderzoeksvraag is: Welke kennis en vaardigheden hebben zorgprofessionals en patiënten na een VKB-reconstructie nodig om een zelf-monitoringsysteem slim toe te kunnen passen in de zorgpraktijk? Deze onderzoeksvraag kent de volgende deelvragen: A. Hoe moet een zelf-monitoringsysteem volgens zorgprofessionals, technici/ontwerpers en patiënten worden ingericht en gebruikers getraind om de patiënten na een VKB-reconstructie in staat te stellen een kernset van lichamelijke en psychologische parameters zelfstandig te verzamelen en te delen? B. Hoe wordt het zelf-monitoringsysteem door zorgprofessionals en patiënten na een VKB-reconstructie in de praktijk gebruikt en hoe staat het gebruik in relatie tot herstel? C. Wat zijn de ervaringen van zowel de zorgprofessionals als patiënten na een VKB-reconstructie met het zelf-monitoringsysteem en wat zijn de belemmerende en/of bevorderende factoren bij het gebruik van het zelf-monitoringsysteem voor het revalidatietraject?
Het technische beroepenveld vraagt tegenwoordig naast inhoudelijke vakkennis om een breder scala aan vaardigheden van afgestudeerden dan voorheen. Het aantal banen met routinematig productiewerk neemt af, terwijl er steeds meer vraag is naar professionals met een lerend, onderzoekend en ondernemend vermogen die met andere professionals kunnen samenwerken aan complexe vraagstukken. Met het oefenen van de hiervoor benodigde vaardigheden dient al tijdens de opleiding gestart te worden. In dit project voeren wij praktijkgericht onderzoek uit waarbij mbo, hbo, een leerwerkbedrijf en het voortgezet onderwijs elkaar ontmoeten en waarbij deze vaardigheden, de 21st Century Skills, gestimuleerd worden. Het praktijkgericht onderzoek omvat de ontwikkeling van een Do It Yourself (DIY) DNA kit voor gebruik in het primair en secundair onderwijs. De ontwikkeling van deze kit is het middel om ons doel te bereiken, namelijk het stimuleren van werken met de 21st Century Skills waarbij het creatieve potentieel van het team wordt aangesproken. We willen docenten en leerlingen/studenten van de drie typen onderwijs (vo, mbo, hbo) verbinden door hen in teamverband deze kit te laten ontwikkelen en te testen. De teamleden zijn complementair aan elkaar op verworven competenties, ervaring en expertise. Het uiteindelijke resultaat is een nieuw type samenwerking tussen verschillende onderwijsniveaus en een grotere verbinding tussen organisaties in de Leidse regio.