Dienst van SURF
© 2025 SURF
The bilingual education standard agreed by the Network for Dutch Bilingual schools requires subject teachers to be able to provide feedback on their learners’ language use. But this is not as easy as it seems. What type of language do learners produce in subject lessons? What language aspects could the feedback focus on, and how is this best done?In this workshop, we will look at various types of feedforward and feedback that teachers can use to support and develop their learners’ subject-specific language. By watching videos of pre-vocational learners performing tasks, we will focus on finding ways to support learners’ spoken language. At the end of the workshop, teachers will have gained insight into the principles of feedback and feedforward, will have designed feedback/forward activities and will have applied both to videotaped performances.
In een multiculturele groep is elke docent een taaldocent, welk vak hij ook verzorgt. Deze uitspraak hoor je op steeds meer scholen voor voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Nieuwe leerstof bespreken en de ontwikkeling van nieuwe competenties begeleiden impliceert immers dat docenten en leerlingen begrippen en verbanden in taal onderling verhelderen. Maar niet elke vakdocent is zomaar een goede taaldocent: dit vergt een omslag in de didactiek die niet vanzelf gaat. Deze publicatie bevat het verslag van het onderzoek dat Annelies Riteco uitvoerde in een ROC. Zij beschrijft aan de hand van lesobservaties en interviews twee verschillende docenten en hun opvattingen over taal, leerprocessen en hun eigen rol daarin. De beschrijvingen leveren aanknopingspunten voor gerichte professionalisering en opleiding.
Het postdocproject behelst een praktijkgericht ontwerponderzoek naar professionalisering van professionals in het domein Kind en Educatie die werken met jonge kinderen (0-6 jaar). De focus betreft taalstimulering op het gebied van het meervoudig benutten van tekstloze prentenboeken. Deze boeken zijn uitdagend: ze wekken de nieuwsgierigheid op en stimuleren het denken en de fantasie. Ze zijn daardoor beloftevol om te benutten voor meerdere doelen, zowel bij de versterking van leesmotivatie en verhaalbegrip, als mondelinge taalvaardigheid, in het bijzonder woordenschat en het gebruik van cognitieve taalfuncties, waarbij taal wordt ingezet om denkprocessen te verwoorden. Ook is de inzet van deze boeken kansrijk bij ouderbetrokkenheid en taalstimulering. Het is cruciaal voor taalontwikkeling om kinderen op jonge leeftijd al voor te lezen en met hen te praten over boeken. Echter, er zijn grote verschillen in de leesopvoeding van kinderen en het taalgebruik in de thuisomgeving. Kinderen van laaggeletterde ouders en/of ouders die een lage sociaaleconomische status hebben, voeren minder denkstimulerende gesprekken, worden minder vaak voorgelezen en hebben thuis minder boeken tot hun beschikking. Kansengelijkheid creëren door het zo vroeg mogelijk verbinden van de thuisomgeving met de omgeving van de VVE/basisschool is een complexe opdracht voor professionals. Ze hebben moeite met het betrekken van ouders bij taalstimulering. Daarnaast zijn er verbeterkansen op het gebied van de versterking van competenties van professionals als leesbevorderaar. Het ontwerpgericht onderzoek geeft inzicht in kenmerken van een aanpak waarin tekstloze prentenboeken zowel in de thuisomgeving als in VVE/basisonderwijs worden ingezet. Op basis van een contextanalyse zal een ontwerp gecreëerd worden dat in een casestudie getest zal worden. De evaluatie van het ontwerp en de daaruit voortvloeiende kennisontwikkeling zal benut worden voor de ontwikkeling van twee nieuwe modules in de lerarenopleiding en voor acht hervormingen in bestaande modules in het AD en BA-curriculum en in drie post-hbo-opleidingen.
Spraakherkenningsoftware wordt aangepast zodat het specifieke misarticulaties bij de productie van spraak kan herkennen.
Spraakherkenningsoftware wordt aangepast zodat het specifieke misarticulaties bij de productie van spraak kan herkennen. Doel Software voor spraakherkenning zou nuttig kunnen zijn bij het bestuderen van de spraak van mensen met hersenaandoeningen die invloed hebben op hun taalproductie. Daarvoor moet die software wel aangepast worden, want die is typisch juist goed in het herkennen van de taal van gezonden mensen. In dit project verbeteren we een spraakherkenner om zogenaamde distorsies in spraak te herkennen. Resultaten Looptijd 01 juni 2022 - 01 juni 2023 Aanpak