Dienst van SURF
© 2025 SURF
De afgelopen 10 jaar heeft Prof.Dr. Olaf van Kooten als lector Duurzame verbindingen in de Greenport bij Hogeschool Inholland, Research & Innovation Centre Agri, Food & Life Sciences, meegewerkt aan bijzondere ontwikkelingen in de tuinbouwsector. De ontwikkelingen in het huidige onderzoek zijn bepalend voor de tuinbouw in de komende decennia. Een systemische visie is noodzakelijk voor het creëren van een duurzame toekomst, waarin de tuinbouw haar belangrijke functie kan vervullen in evenwicht met de natuur en de samenleving.
De arbeidsparticipatie in waardevol werk van mensen met een kwetsbare positie blijft achter bij die van de beroepsbevolking als geheel. De laatste jaren is hier nauwelijks verandering in gekomen. Het L.INT-onderzoeksprogramma “Inclusief Werk & Technologie” richt zich daarom op het bevorderen van de arbeidsparticipatie m.b.v. inclusieve technologie. Samen met regionale en landelijke partners werken we aan kennisproducten en socio-technologische interventies om de participatie van werknemers in een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt te versterken. Het is vernieuwend dat we hierbij kiezen voor een systemische benadering, waarmee we het veranderpotentieel van het hele ‘systeem’ in kaart brengen en ervan uitgaan dat niet alleen de werknemer zich aanpast, maar ook de arbeidsmarkt in relatie tot de mogelijkheden van de werknemer. Vanuit dit perspectief werken we toe naar verbeterde socio-technologische ondersteuning van werknemers, hun toegang tot waardige arbeid en duurzame inzetbaarheid op de (regionale) arbeidsmarkt. Dit doen we aan de hand van de volgende onderzoekslijnen: - Inzicht in hoe, waar, door wie en voor wie inclusieve technologie het beste kan worden ingezet zodat (meer) mensen in een kwetsbare positie duurzaam op de (regionale) arbeidsmarkt participeren; - Doorontwikkeling van (bestaande) inclusieve technologische interventies voor het behoud van mensen in een kwetsbare positie voor de (regionale) arbeidsmarkt, het aanpassen van arbeidsprocessen en bevorderen van de acceptatie van inclusieve technologische oplossingen door werknemer, werkgever en klanten. - Uitwerken inclusieve technologische interventies richting implementatie, borging en opschaling Tot nu toe is er binnen hogescholen geen onderzoeksprogramma op dit gebied. De L.INT aanvraag ‘Inclusief Werk & Technologie” wordt daarom ondersteund door relevante partners uit praktijk en onderzoek. De opbrengsten van het L.INT lectoraat zullen worden verankerd in de deelnemende regionale netwerken en het academie-overstijgend onderwijs.
Textiel – een flexibel materiaal van natuurlijke en/of kunstmatige vezels – is essentieel voor mensen: het biedt bescherming, warmte en comfort als kleding en als interieurtextiel, én creëert en geeft uitdrukking aan onze individuele, sociale en culturele indentiteiten. Kleding – verantwoordelijk voor 60% van de wereldwijde textielproductie en 80% van de textielconsumptie – wordt gedomineerd door fast fashion: een door massaproductie en -consumptie gedreven volledig geglobaliseerd systeem van snel opeenvolgende kledingcollecties, van lage kwaliteit met korstondige levenscycli. Mede door groeiende middenklasse-economieën in o.a China en India en fast fashion is kledingconsumptie exponentieel gegroeid. De gemiddelde consument kocht in 2021 60% meer kleding dan in 2000. De textielsector kent wereldwijd een van de grootste ecologische negatieve footprints door enorme water- en energiegebruik, toxische stoffen in productieprocessen, grootschalige CO2-uitstoot en veel textielafval waarvan slechts een klein deel wordt gerecycled of verantwoord wordt hergebruikt. Bovendien domineren in veel textielproducerende landen slechte arbeidsomstandigheden. De textielsector moet als gevolg van Europese richtlijnen in 2050 volledig circulair zijn. De samenwerking tussen ArtEZ, Saxion en de Hogeschool van Amsterdam op het gebied van duurzame en circulaire waardeketens voor textiel versterken we tot de excellente SPRONG-onderzoeksgroep New Ecosystems in Textile work – NETwork. Om de spiraal van overproductie en -consumptie van slecht recyclebare textiele producten te doorbreken, richt NETwork zich op een systemische benadering van textiel dat voldoet aan functionele en esthetische voorwaarden voor kleding en interieur. Design staat daarbij centraal als spil in duurzame, circulaire en regeneratieve waardeketens van grondstofwinning, productie en consumptie tot (her)gebruik. Bestaande en nieuwe textiele materialen worden onderzocht met behulp van geavanceerde (data)technologie voor radicale (geheel nieuwe waardeketens) en incrementele (binnen bestaande waardeketens) innovaties met oog voor noodzakelijke overheidsregulering, nieuwe sociale en circulaire businessmodellen en veranderend consumenten- en gebruikersgedrag.
Sinds de coronacrisis staat de modesector op z’n kop. De kwetsbaarheid en weeffouten van de globale mode-industrie zijn zichtbaarder dan ooit, en de maatschappelijke gevoeligheid voor de gebreken van het modesysteem lijkt toegenomen. We lijken in een nieuwe realiteit te leven: een digitale werkelijkheid met fysieke afstand; en een ongekende behoefte aan aanraking, menselijk contact, en persoonlijke verbinding. Modebedrijven en ontwerpers hebben in deze veranderende context nieuwe uitdagingen en urgente vragen: Hoe kunnen we deze situatie aangrijpen om alternatieve modepraktijken te ontwikkelen die ook op de lange termijn bijdragen aan een meer ethisch en duurzaam modesysteem? Om deze uitdagingen en vragen helder in kaart te brengen - en om daarmee de huidige situatie te benutten voor de transitie naar een duurzaam en solidair modesysteem - starten we een nieuw verkennend project. Deze veranderende context vraagt om een open, exploratieve, en speculatieve benadering, om richting te geven aan een helder toekomstperspectief om de noodzakelijke, maatschappelijke transformatie van modepraktijken te realiseren. We gaan uit van de vragen van designcollectieven en ontwerpend onderzoekers (creatief-MKB) die richting kunnen geven aan nieuwe concepten en praktijken die bijdragen aan een meer bewuste en ethische omgang met mode. Deze noodzaak tot systeemverandering was er al, maar deze vragen - met betrekking tot de sociaal-culturele en ethische kant van duurzame mode - zijn nu urgenter dan ooit. Dit KIEM-project ontwikkelt nieuwe kennis en inzichten m.b.t. de nieuwe uitdagingen en urgente vragen van het mode-MKB, en ontwikkelt d.m.v. design-gedreven onderzoek richtinggevende concepten, nieuwe verbeeldingen en mogelijke toekomstscenario’s voor duurzame, solidaire modepraktijken. Doelstelling van dit KIEM-project is concreet het ontwikkelen van de vraagarticulatie en netwerkvorming ten behoeve van een RAAK-MKB-aanvraag.