Dienst van SURF
© 2025 SURF
Leraren in het voortgezet onderwijs die formatief handelen geven informatie over hoe het beoogde doel te bereiken. Leraren die summatief toetsen geven een geïnformeerd oordeel over prestaties. Formatief handelen heeft een motiverende werking, terwijl summatief toetsen niet per se schadelijk is voor de motivatie van leerlingen. Op basis van de resultaten uit het proefschrift van Krijgsman (2021) adviseren we formatief handelen en summatief toetsen te combineren, zodat beide functies elkaar versterken (synergie) zonder eenzijdig de nadruk op een van beiden te leggen (balans). Tot op heden blijft deze synergie en balans uit. Factoren in het gehele onderwijs-ecosysteem beïnvloeden dit. Scholen hebben bijvoorbeeld een grote mate van autonomie op het gebied van toetsing. Tegelijk ontbreekt er een eenduidig landelijk kader voor toetsbeleid en is er behoefte aan professionele ontwikkeling voor schoolleiders, teamleiders en leraren op het gebied van toetsdeskundigheid. Daarnaast worden de behoeften van leerlingen rondom toetsing veelal niet geïnventariseerd bij de ontwikkeling van toetsvisie en -beleid. We pleiten voor een samenwerking tussen leerlingen, leraren, teamleiders, schoolleiders, regionale of nationale leiders, beleidsmakers en wetenschappers, om vanuit een systemisch perspectief dit complexe vraagstuk aan te pakken.
Het doen van co-design en co-research samen met de mensen in het betreffende maatschappelijk domein kan veel beweging in gang zetten. Het is zaak om ook juist deze functie van applied design research als ‘key enabling methodology’ verder te ontwikkelen, evenals een repertoire van cases te verzamelen om uit te kunnen putten.
LINK
In dit artikel wordt vanuit een jeugdsociologisch perspectief onderzoek gedaan naar de concepten veerkracht en identiteitsontwikkeling, en hoe deze zich tot elkaar verhouden in het licht van het opgroeien in onze moderne, vloeibare samenleving. In de inleiding worden enkele kenmerken van de huidige samenleving geschetst, die maken dat de identiteitsontwikkeling van jongeren onder druk staat. Daarop volgt een conceptuele verkenning van de begrippen identiteit en veerkracht. Vervolgens leggen de auteurs uit wat een jeugdsociologisch perspectief op deze kwestie inhoudt en hoe zij de samenhang zien tussen veerkracht en identiteitsontwikkeling. Veerkracht lijkt een antwoord op de uitdagingen voor jongeren in de huidige tijd, maar zij kunnen hier niet alleen verantwoordelijk voor worden gesteld. De conclusie is dat individuele en sociale veerkracht cruciaal is voor de huidige generatie jongeren om in relatie met anderen en de wereld waarin zij opgroeien, een congruent zelfbeeld te kunnen ontwikkelen. Daarvoor hebben zij hulpbronnen nodig op individueel, sociaal en systemisch niveau. Het artikel eindigt met een jeugdsociologische werkdefinitie van veerkracht in relatie tot de identiteitsontwikkeling van jongeren.
Een goed verlopende bedrijfsopvolging is noodzakelijk voor de toekomst en vitaliteit van de agrarische sector. Deze sector is van groot belang voor ons voedselsysteem en de leefbaarheid van stad en ommeland. Door ruimte te maken voor de nieuwe generatie boeren en tuinders met hun nieuwe inzichten en mogelijkheden voor een duurzame en toekomstbestendig bedrijf dragen wij bij aan de antwoorden op de maatschappelijke vraagstukken die verbonden zijn aan het agrarische bedrijf. Het project vraagt om een integrale aanpak om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden: Welke concrete ondersteuning en/of begeleiding hebben agrarische ondernemers en belanghebbenden nodig om vol vertrouwen het proces van bedrijfsovername te doorlopen vanuit het perspectief van op duurzaamheid gerichte transities? De complexiteit zit in de duur van het bedrijfsovername proces en het aantal betrokkenen met verschillende belangen en inzichten. In het onderzoek richten we ons op bedrijfsoverdragers, bedrijfsovernemers, partners en niet overnemende familie en alle indirect betrokken zoals erfbetreders, adviseurs, leveranciers en financierende partijen. Integraal worden 5 inhoudelijke thema’s samengebracht: verdienmodellen, sociaal-emotionele aspecten, competenties en vaardigheden, financieel traject en kennis over en handelingsperspectieven voor de maatschappelijke context. De tools, instrumentaria en methodieken worden integraal en met inzet van Systemisch Co-design getest, gevalideerd, vastgelegd en gepubliceerd om daarmee bij te dragen aan nieuwe kennis, actualisatie van het onderwijs en doorwerking in de praktijk. Het project ‘Bedrijfsovername in Balans’ wordt uitgevoerd met inzet van de innovatieve slagkracht en onderzoekscapaciteit van zeven transdisciplinair samenwerkende hogescholen, het cluster van ervaringsdeskundige mkb-bedrijven, brancheorganisaties en de materiedeskundige klankbordgroep. Het resultaat van het onderzoeksproject is een toolbox voor een integraal handelingsplan met gevalideerde aanpakken, instrumentaria en methodieken die bij een juiste inzet en begeleiding leiden tot een duurzame bedrijfsovername in de agrarische sector. Deze toolbox wordt ook na het project duurzaam doorontwikkeld voor onderwijs, gebruik in het werkveld en door het Kenniscentrum Bedrijfsovername i.o..
Co-creatie is steeds vaker de gebruikte aanpak bij het ontwikkelen van innovatieve diensten en producten in de zorg, waarbij beoogd wordt om het spanningsveld tussen stijgende zorgvraag en afnemend zorgaanbod te verminderen, zoals bij het proces van extramuralisering . Deze diensten en producten worden ontworpen door zorginnovatoren via co-creatietools en -methoden. Co-creatie bestaat niet alleen uit het betrekken van relevante stakeholders in het ontwerpproces via creatieve methoden, maar ook uit het beschouwen van specifieke omgevingselementen (zowel sociaal als fysiek) en het continu oog hebben voor de complexe zorgprocessen waar de innovaties in ingebed moeten worden. Hoe dit precies moet, is bij zorginnovatoren vaak onbekend. Juist in de extramuralisering van de zorg is innoveren vanuit een systemisch perspectief essentieel aangezien er dan juist grote (vaak onvoorspelbare) veranderingen in omgeving en processen zullen gaan optreden, zoals geïdentificeerd in het concept onderzoeks- en innovatieprogramma Co-Creating Health, van de topsectoren Life Sciences & Health en Creatieve Industrie. Doel is om in een kleinschalig project van vijf maanden de basis te leggen voor een systemische ontwerptoolkit voor extramuralisering in de zorg, waarvoor bestaande kennis uit eerdere zorginnovatieprojecten wordt geïntegreerd. In een vervolgproject kan e.e.a. opgeschaald worden naar zorgcontexten in bredere zin (en/of preventie) Op basis van een systematische review van uitgevoerde co-creatie in de zorgprojecten (feb en maart ’18), aangevuld met literatuuronderzoek m.b.t. procesanalyse en systemische methoden wordt een lijst van “werkzame toolkitelementen” geformuleerd die wordt gevalideerd door experts werkzaam bij ontwerpbureaus voor de zorg (april en mei ’18). Tot slot wordt een aantal conceptrichtingen m.b.t. vorm (al dan niet digitaal) en inhoud (bijv. kaartenset, mock-uproom of game) ontwikkeld (juni ‘18) en wordt op een vervolgonderzoeksaanvraag (bijvoorbeeld voor SIA) geanticipeerd om de toolkit(s) daadwerkelijk te kunnen gaan maken.
Tijdens de COVID-19 pandemie worden aan burgers wetten en regels opgelegd en vrijheden ingeperkt, met grote en kleine gevolgen. Mensen kunnen hun geliefden beperkt zien en verliezen hun inkomen of woning. Dit onderzoek wil inzicht geven in keuzes die burgers maakten in relatie tot een specifieke coronamaatregel, door middel van verhalen uit de praktijk. Daarbij staat centraal wat het met iemand heeft gedaan. Heeft de burger bijvoorbeeld, overwogen zijn of haar recht te halen?Doel Professionals bewust maken wat - juridische - zelfredzaamheid in de praktijk betekent voor het realiseren van toegang tot het recht in deze bijzondere tijd. Resultaten Er worden twaalf korte documentaires gemaakt die de verhalen vertellen van de getroffenen tijdens de COVID-19 pandemie. In het bijzonder gaat het over hoe zij specifieke maatregelen hebben ervaren en of zij hebben geprobeerd hun recht te halen. Hieronder zijn de drie meest recente freedomentaries te bekijken. De Verpleegkundig Teamleider IC Charlot heeft het coronavirus van verschillende kanten ervaren, zowel privé doordat ze zelf besmet raakte, als in haar werk. 'In mijn functie als teamleider voel ik me verantwoordelijk voor het welzijn van patiënten en medewerkers. Maar ook in het hebben van vertrouwen dat die maatregelen er niet zonder reden zijn (...). We hebben zorgverlening en organisatie aan moeten passen door maatregelen, terwijl die het voor ons ook draaglijker moesten maken door het aantal besmettingen te reduceren. Dat voelde soms dubbel.' De leraar “Geen leerachterstand, maar een leefachterstand”, zo omschreef een scholier de coronasituatie in een ingezonden brief in de Volkskrant. Leraar Remy Balisteri kan zich hierin vinden. “Er zijn bepaalde ontwikkelingen in je leven die je niet zomaar even overdoet.” We hebben ons veel grondwettelijke vrijheden, zoals het recht op onderwijs, zonder al teveel morren laten afpakken, vindt hij. De coronatijd heeft Remy ervaren als een strijd met de waarden waar hij voor staat in het onderwijs, legt hij in deze freedomentarie uit. Een muzikant De coronamaatregelen gezien door de ogen van een muzikant. Voor Laura van der Stoep is muziek haar levensader. Vanwege de coronamaatregelen ervaart ze dat die live dialoog met het publiek is verdwenen en hoezeer ze dit nu juist mist. De mantelzorger In deze freedomentarie vertelt Monique Steijns haar verhaal, die afscheid heeft moeten nemen van haar vader die in een verpleeghuis woonde. De coronamaatregelen brachten rondom zijn overlijden extra druk met zich mee, vertelt ze. Looptijd 01 oktober 2020 - 28 februari 2021 Aanpak In dit visueel mediaonderzoek worden mensen geïnterviewd over hoe zij emotioneel, financieel of anderzijds geraakt zijn door een COVID-19 maatregel. De getroffenen worden via de sneeuwbal methode benaderd. De interviews zijn gebaseerd op een systemisch perspectief. Hoe verhouden wij ons in tijden van crisis tot regels en het rechtssysteem? Zijn er herkenbare patronen?