Dienst van SURF
© 2025 SURF
Het doel van deze systematische review is het evalueren van de meest effectieve fysiotherapeutische behandelingen gericht op loopfunctie, kwaliteit van leven, range of motion en spierkracht na een totale knieprothese op basis van artrose, die gepubliceerd zijn na 2007. Voor dit onderzoek zijn acht RCT’s geïncludeerd. De uitkomsten van deze onderzoeken versterken het al eerder aangetoonde voordeel van fysiotherapie op korte termijn na een totale knieprothese.
Inleiding: Het totale pijn concept en het management van pijn heeft een interdisciplinaire invalshoek nodig. Naast medicamenteuze behandeling hebben patiënten de wens om meer symptoom management interventies die complementair zijn. Verpleegkundigen zijn een stabiele dagelijkse factor bij pijnmanagement en vaak de eerste professional in het signaleren van pijn. Het inzetten van nonfarmacologische verpleegkundige interventies zou kunnen bijdragen aan het verlichten van pijn.Onderzoeksvraag: Welke non-farmacologische verpleegkundige interventies zijn er voor het verlichten van pijn bij de palliatieve patiënten?Methoden: Een opgestelde zoekstrategie werd gebruikt en aangepast naar de databases: PubMed, CINAHL, PsycINFO en Embase. De zoekresultaten werden dubbelblind gescreend en de methodologische kwaliteit dubbelblind beoordeeld met de Joanna Briggs Institute Critical Appraisal Tools. Data-extractie vond plaats en de resultaten samengevat. Er werd een best-evidence synthese gebruikt waarin de methodologische kwaliteit, aantal studies met dezelfde interventies en consistentie in resultaten werden vertaald naar sterk, gematigd, gemixt of onvoldoende evidentie.Resultaten: Er werden 2385 artikelen gevonden. 22 studies zijn geselecteerd waarin verschillende nonfarmacologische verpleegkundige interventies werden gebruikt. Een aantal interventies zijn in meerder studies onderzocht: massage en virtual reality hadden de meeste evidentie voor het ondersteunen bij pijn verlichting en kunst therapie had onvoldoende bewijs. Mindful breathing gafgeen significante pijnverlichting. Alle andere interventies zijn onvoldoende onderzocht. Hypnose, progressieve relaxatie met interactieve geleide visualisaties, cognitive behavioural audiotapes, voetenbad, reflexology en muziek therapie gaven veelbelovende resultaten voor pijnverlichting en mindfulness-based stress reductie programma, aromatherapie en aromatherapie massage gaven deze resultaten niet.Conclusies: Ondanks dat niet alle studies significante veranderingen in pijnscores lieten zien kunnen non-farmacologische verpleegkundige interventies nog wel klinisch relevant zijn voor de palliatieve patiënt. De interventies kennen geen risico’s, hebben allemaal een korte-termijn effect op pijn, zijn in alle settingen van zorg in te zetten, kunnen waar gewenst ook aangeleerd worden door de patiënt of mantelzorg en door de verpleegkundige 24/7 in te zetten. Vanwege de waarde die de interventies voor de patiënt kunnen hebben zou de inzet ervan overwogen moeten worden voor het pijn management plan. Onderzoek met sterke methodologische kwaliteit naar non-farmacologische verpleegkundige interventies blijft nodig.Aanbevelingen: De interventies massage, virtual reality en kunst therapie zouden vanwege de beste evidentie een eerste optie kunnen zijn die verpleegkundigen aanbieden aan patiënten. Vanwege de klinische relevantie is het van belang naar de wens van de patiënt, het ziektebeeld en progressie van de ziekte te kijken welke non-farmacologische verpleegkundige interventies het best passend is.
LINK
Doel Overzicht geven van de literatuur over het effect van smartphone-apps en activiteitsmeters op een gezonde leefstijl. Opzet Systematische review. Methode In PubMed, de Cochrane Library, Embase en CINAHL zochten we naar relevante artikelen. Inclusiecriteria waren: (a) de interventie was een mobiele app of activiteitsmeter; (b) die bewegen en gezonde voeding stimuleerde; (c) bij volwassen mensen met een ongezonde leefstijl die nog geen aandoening hadden; (d) gericht op preventieve gezondheidszorg, gezondheidsbevordering of gezond gedrag; en (e) waarin het effect op fysieke activiteit, voeding of gewicht werd gemeten. Resultaten We includeerden 17 onderzoeken, waarvan 13 met apps en 4 met activiteitsmeters. Het effect van de apps op fysieke activiteit bij mensen met overgewicht of obesitas was in 6 onderzoeken positief en in 3 afwezig. Er was een positief effect op voeding dat in 3 onderzoeken significant en in 2 niet-significant was. Het effect op gewicht was in 6 onderzoeken positief en in 5 afwezig. De bewijskracht van de onderzoeken met apps was matig tot laag. Activiteitsmeters leken fysieke activiteit te kunnen verhogen, maar de kwaliteit van deze onderzoeken was laag. De effecten op gewicht waren tegenstrijdig en de effecten op voeding zijn niet onderzocht. Conclusie Apps hebben een globaal positief effect op de fysieke activiteit. Het effect op voeding en gewicht is onduidelijk, maar de trend is dat ze het voedingspatroon verbeteren. Ook activiteitsmeters kunnen de fysieke activiteit verhogen. Om gebruik van apps en activiteitsmeters te kunnen aanbevelen is echter grootschaliger onderzoek nodig, met beter uitgebalanceerde controlegroepen en een langere follow-upduur.
Recentelijk is er een landelijke discussie gaande over de veranderende rol van juristen in de samenleving en in de Nederlandse economie. Het debat roept op tot een nieuwe houding van juridische professionals om regels menselijker en oplossingsgerichter te maken. Deze aanpak komt voort uit de ‘mensgerichte gerechtigheid’, dat zich richt op de behoeften van mensen. Er wordt geschat dat deze nieuwe aanpak kan bijdragen aan de groei van de Nederlandse economie (1,3 mld. EUR per jaar). Deze discussie speelt zowel in de academische sector als in de HBO-sector. In de HBO-sector worden er momenteel twee ‘hot topics’ besproken: (1) de veranderende rollen van HBO-juristen in de samenleving en in toenemende mate in de missiegedreven topsectoren, en (2) de nodige nieuwe kennis en vaardigheden voor de nieuwe generatie HBO-juristen. Deze landelijke discussie mist momenteel een systematische inbreng van het praktijkgericht onderzoek. Met dit voorstel willen wij dit debat verder ontwikkelen vanuit het perspectief van het praktijkgerichte onderzoek naar ‘mensgericht(e) recht en praktijk’ met een focus op de ‘next level’ HBO-jurist. Ons hoofddoel is om nieuwe kennis en vaardigheden te bepalen voor de ‘next level’ HBO-jurist als ‘changemaker’ binnen de Nederlandse samenleving en economie. Gegeven dat de traditionele rollen van HBO-juristen een directe impact hebben op de samenleving (de rechtspositie van burgers), sluit ons platform het meest aan bij het KIA-thema Maatschappelijk Verdienvermogen. Bovendien raken ze de nieuwe rollen van HBO-juristen steeds meer in de topsectoren (Water & Maritiem, Health Holland, Holland High Tech en ICT). Wij willen ook een bijdrage leveren aan de KIA-thema’s: Landbouw, Water, Voedsel; Gezondheid en zorg, Veiligheid, Sleuteltechnologieën en Digitalisering. Deze juridische benadering is nieuw binnen SIA-platforms, maar toch van fundamenteel belang voor de manier waarop deze topsectoren werken, gezien de impact van HBO-juristen op de interpretatie van regels die deze topsectoren reguleren.
Recentelijk is er een landelijke discussie gaande over de veranderende rol van juristen in de samenleving en in de Nederlandse economie. Het debat roept op tot een nieuwe houding van juridische professionals om regels menselijker en oplossingsgerichter te maken. Deze aanpak komt voort uit de ‘mensgerichte gerechtigheid’, dat zich richt op de behoeften van mensen. Er wordt geschat dat deze nieuwe aanpak kan bijdragen aan de groei van de Nederlandse economie (1,3 mld. EUR per jaar).Deze discussie speelt zowel in de academische sector als in de HBO-sector. In de HBO-sector worden er momenteel twee ‘hot topics’ besproken: (1) de veranderende rollen van HBO-juristen in de samenleving en in toenemende mate in de missiegedreven topsectoren, en (2) de nodige nieuwe kennis en vaardigheden voor de nieuwe generatie HBO-juristen.Deze landelijke discussie mist momenteel een systematische inbreng van het praktijkgericht onderzoek. Met dit voorstel willen wij dit debat verder ontwikkelen vanuit het perspectief van het praktijkgerichte onderzoek naar ‘mensgericht(e) recht en praktijk’ met een focus op de ‘next level’ HBO-jurist.Ons hoofddoel is om nieuwe kennis en vaardigheden te bepalen voor de ‘next level’ HBO-jurist als ‘changemaker’ binnen de Nederlandse samenleving en economie.Gegeven dat de traditionele rollen van HBO-juristen een directe impact hebben op de samenleving (de rechtspositie van burgers), sluit ons platform het meest aan bij het KIA-thema Maatschappelijk Verdienvermogen. Bovendien raken ze de nieuwe rollen van HBO-juristen steeds meer in de topsectoren (Water & Maritiem, Health Holland, Holland High Tech en ICT). Wij willen ook een bijdrage leveren aan de KIA-thema’s: Landbouw, Water, Voedsel; Gezondheid en zorg, Veiligheid, Sleuteltechnologieën en Digitalisering.Deze juridische benadering is nieuw binnen SIA-platforms, maar toch van fundamenteel belang voor de manier waarop deze topsectoren werken, gezien de impact van HBO-juristen op de interpretatie van regels die deze topsectoren reguleren.
Power Quality, ofwel de kwaliteit van spanning en stroom, is momenteel een veelbesproken onderwerp. Door de sterke toename van niet-lineaire en energiebesparende belastingen (denk bijv. aan spaar- en ledverlichting, computervoedingen, frequentieregelaars, solaromvormers, etc.) verslechtert de kwaliteit van de netspanning terwijl diezelfde apparatuur juist gevoeliger worden voor verstoringen. Dit heeft nadelige economische en technische gevolgen voor de levensduur, efficiëntie, betrouwbaarheid en veiligheid van zowel de energie infrastructuur als de aangesloten apparatuur. Het belang van Power Quality blijkt ook uit het recent aantal publicaties en conferenties op dit vakgebied. Desondanks is de technische en wetenschappelijke analyse van Power Quality problemen voornamelijk fenomenologisch van aard. Problemen worden doorgaans beschreven aan de hand van metingen. Oplossingen worden meestal gezocht in het ad hoc plaatsen van commerciële power conditioners die de spanning en stroom beogen te verbeteren. De Power Quality problemen waar MKB-er Kanters al jaren mee worstelt zijn typerend voor de vele Power Quality problemen waar MKB-er HyTEPS, marktleider in Power Quality en Energy Efficiency, dagelijks mee te maken heeft. De installaties kunnen worden doorgemeten, maar het blijft lastig om de veroorzaker(s) van het Power Quality probleem met zekerheid vast te stellen. Het is meestal niet toegestaan om ‘verdachte’ apparaten af te schakelen in dit proces. De optimale plaatsing van de power conditioner(s) blijft daarmee een open vraag. Derhalve ontstaat de dringende behoefte aan computersimulaties om de oorzaak van verstoring te analyseren en de mogelijke oplossingen te valideren. PQsim onderzoekt of middels modellering en simulatie de bron van Power Quality problemen kan worden gealloceerd zodat er efficiënt oplossingen kunnen worden ontwikkeld en toegepast. De kennisassimilatie tussen HyTEPS, Kanters, RUG en de HAN beoogt een solide basis te vormen voor een unieke systematische en regeltechnische benadering van Power Quality problemen. De verworven inzichten dienen voorts als input voor toekomstige SiA-RAAK/TKI projecten.