Dienst van SURF
© 2025 SURF
In het kader van het onderzoek Sturen op motivatie hebben Rianne van der Weijden en Leo Witte in 2013 een studiereis gemaakt naar Canada. Deze publicaties bevat het verslag van deze studiereis, een compilatie van wat de onderzoekers in Canada gezien en gehoord hebben en wat zij ter voorbereiding lazen.
Wat is 'hot' en wat is 'not' in de ict? Dat was 'in a nutshell' de reden voor het HBO-I om een studiereis te maken naar het Mekka voor ict'ers: Silicon Valley. Voor VS-verhoudingen een klein gebied met relatief veel belangrijke ict-bedrijven: SUN, Intel, Oracle, Hewlett-Packard. En twee van de beste universiteiten: Berkeley en Stanford. Deny Smeets en Miranda Valkenburg geven hun persoonlijke impressie van de hbo ict-tour.
Meer halen uit de beste studenten in het hoger onderwijs: dat is het motto van het Sirius Programma. Het doel: inzicht verkrijgen in wat de beste manier is omexcellentie te bevorderen en inzicht in de belemmeringen die hiervoor in de huidige situatie bestaan. Vanuit dit vertrekpunt zijn 20 hogescholen en universiteiten sinds 2008 gestart met excellentiebevordering onder hun beste studenten. Instellingen hebben veel vrijheid om te experimenteren en hun eigen methoden in te zetten om excellentie te bevorderen. Binnen het Sirius Programma leren instellingen veel van elkaars aanpak. Maar het blijft niet bij onderlinge kennisuitwisseling. Er wordt ook over de grens gekeken. De Verenigde Staten zijn bij uitstek een land waar excellentiebevordering altijd veel aandacht heeft genoten. In het najaar van 2011 heeft daarom een Nederlandse delegatie uit het hoger onderwijs deelgenomen aan de National Collegiate Honors Council (NCHC) Conference in Phoenix. Reflecties naar aanleiding van dit congresbezoek zijn de basis voor The Phoenix Experience. Met deze reader wordt de opgedane kennis van deze reis vastgelegd en gedeeld met andere instellingen. Ook in 2012 trekken veel betrokkenen van het Sirius Programma de grens over. Denemarken is reeds bezocht en in november staat een reis richting de Oostkust van de Verenigde Staten gepland.
In de afgelopen jaren zijn er verschillende pogingen gedaan om te komen tot een nationale agenda in het sportonderzoek. Er zijn verschillende onderzoeksprogramma’s geschreven, maar deze hebben nog geen nationale inbedding en invulling gekregen. In deze processen zijn hogescholen en het praktijkgericht onderzoek zijdelings en vaak op afstand betrokken. Op het terrein van sport en bewegen zijn veel ontwikkelingen gaande. Het Topteam Sport is opgericht, de Nationale Kennisagenda Sport is opgesteld, er wordt gewerkt aan een Route Sport en Bewegen binnen de NWA, internationaal wordt samengewerkt met Brazilië en mogelijk Japan (afgeleid van de Olympische Spelen). Het oprichten van een platform praktijkgericht sportonderzoek helpt om goed bij bovenstaande ontwikkelingen aan te sluiten. De meerwaarde van het platform ligt in het verbinden om te programmeren en te valideren. Het platform verbindt lectoren vanuit het domein van sport en bewegen onderling, maar ook worden cross-sectorale verbanden gelegd met lectoren uit andere sectoren.Het bedrijfsleven en werkveld kunnen makkelijker aanhaken en daardoor wordt de vraagsturing efficiënter ingericht. Programmeren is beter mogelijk doordat lectoren, bedrijfsleven en sport en beweegpraktijk verbonden zijn in het platform. Massa, clustervorming en focus zorgen voor een efficiënte en effectieve ontwikkeling en benutting van kennis. Bij valideren gaat het over het verhogen van de kwaliteit en de toepasbaarheid van het sportonderzoek. Het platform streeft er tevens naar om een rol/taak te verkrijgen in landelijke beoordelingssystemen voor de kwaliteit van de sport. De lectorenkamer van het Hogescholen Sport Overleg (HSO) vormt, met ondersteuning van het Kenniscentrum Sport, de leidende coalitie voor het platform. Het HSO is een overleg van hogescholen met een sportopleiding (8 hogescholen). Kenniscentrum Sport vervult de secretariaatsrol voor het platform en brengt haar netwerk in.
Aanleiding De binnendijkse aquacultuur (viskweek) is een sector met grote economische potentie. De vislarven en schelpdieren die in deze sector gekweekt worden, zijn een belangrijk product voor de (inter)nationale markt. Binnendijks produceren geeft meer grip op de kwaliteit en hoeveelheid en biedt milieuvoordelen. Aangezien er binnendijks onvoldoende natuurlijk voedsel is voor de productie van de schelpdieren en vislarven, is het voor de aquacultuurbedrijven van groot belang dat ze zelf jaarrond beschikken over voedsel - microalgen - van de juiste kwaliteit. De bedrijven kunnen echter met de huidige algenproductiesystemen geen stabiele, kwalitatief hoogwaardige algenkweek tegen aanvaardbare kostprijs realiseren. Doelstelling Doel van het project is het ontwikkelen van kennis over de relatie tussen omgevingsfactoren, stuurvariabelen (licht, temperatuur, medium, oogstregime en menging) en de uiteindelijke opbrengsten (kwantiteit, kostprijs en kwaliteit) bij de kweek van microalgen voor aquacultuurtoepassingen. Deze factoren en variabelen worden onderzocht bij drie soorten algen in drie soorten productiesystemen. Het onderzoek bestaat uit twee onderdelen. Eerst onderzoekt het projectteam de kwantiteit, ofwel de productiviteit van algen en de doorwerking naar de kostprijs. Daarna komt de kwaliteit van algen en de beïnvloeding daarvan door de stuurvariabelen aan bod. Het onderzoeksteam voert manipulatieve experimenten uit op pilotschaal en monitort op productieschaal de algenkweek. Zo wordt de relatie tussen de stuurvariabelen en de kwaliteit en kwantiteit van de algenkweek in kaart gebracht. Gelijktijdig wordt onderzocht hoe men modelmatig voorspellingen kan doen over de kwantiteit en kostprijs. Beoogde resultaten Het programma beoogt twee uitkomsten: 1) handelingsprotocollen waarmee aquacultuurbedrijven de stuurvariabelen kunnen beheersen en hun algenkweekproces kunnen inrichten en beheren; 2) een 'decision support model' dat kostprijs en opbrengst van algenkweek berekent op basis van gebruikte systemen, procesvoering en algensoort. Via de Delta Expertise Site (wiki) komen onderzoeksresultaten beschikbaar voor de beroepspraktijk, onderwijs en onderzoek. De deelnemende hogescholen integreren de verworven kennis en producten in onderwijsmodules, cursussen, twee minoren, gastcolleges door professionals en in afstudeerstages bij bedrijven uit het projectnetwerk. Tijdens het onderzoek vindt al gedeeltelijk implementatie plaats bij de betrokken bedrijven (uitvoering experimenten op locatie). Voor de samenwerkingspartners worden er daarnaast projectbijeenkomsten meetcampagnes, masterclasses en workshops georganiseerd. Verdere kennisuitwisseling en -verspreiding verloopt via wetenschappelijke publicaties, artikelen in vaktijdschriften, nieuwsbrieven, presentaties in bedrijfsnetwerken en bij kennisinstellingen, een Massive Open Online Course, een studiereis naar China (Shanghai Ocean University), een definitief onderzoeksrapport en een slotconferentie.