Dienst van SURF
© 2025 SURF
Steeds vaker komen studenten de lerarenopleidingen binnen met een mbo-vooropleiding. Deze instroom is een doelstelling van onderwijsbeleid, maar levert een aantal nieuwe vragen op voor de kwaliteit van de opleidingen. In de landelijke media en rapporten is de laatste jaren aandacht besteed aan stagnerende doorstroom, die te wijten zou zijn aan tekorten in de taal- en rekenvaardigheid van de mbo-instromers. Om deze problematiek op lokaal niveau te kunnen aanpakken is echter een dialoog gewenst tussen de toeleverende en afnemende opleidingen binnen een regio. Het lectoraat Lesgeven in de Multiculturele School was dan ook blij met de mogelijkheid om samen met het ROC Midden Nederland een verkennend onderzoek te doen naar de doorstroomproblematiek in de regio Utrecht. Vanuit de kenniskring werkten enkele collegas van de Faculteit Educatie en het ROCMN samen om ervaringen in beeld te brengen van studenten en docenten van mbo (in het bijzonder ROCMN Amersfoort en Utrecht) en hbo (de pabos van de Hogeschool Domstad en Hogeschool Utrecht en de tweede-graadslerarenopleiding Geschiedenis). Het voornemen was een longitudinale studie te verrichten en studenten te volgen vóór en na hun overstap van mbo naar hbo. Dat bleek beperkt uitvoerbaar, desondanks geeft het onderzoeksresultaat vele factoren aan die van invloed kunnen zijn op geslaagde doorstroom. Het verzamelde materiaal levert zodoende discussiepunten en concrete ideeën voor opleiders en managers, bijvoorbeeld rond studiehouding, academische taalvaardigheid, afstemming van de programmas rekenvaardigheden en specifieke studiebegeleiding. Ze zullen deze kunnen verdisconteren in leerplannen, didactiek en studieklimaat van opleidingen waar veel deelnemers doorstromen naar het hbo. Naar de invloed en het succes van dergelijke interventies is nadere studie gewenst. Het onderzoek heeft op diverse plekken al dergelijke discussies in gang kunnen zetten, zoals tussen de twee onderzochte pabos en de opleidingen onderwijsassistent. Ik hoop dat dit onderzoeksverslag daarbij van nut zal zijn.
Rond 40% van de mbo-studenten van niveau 4 kiest na diplomering voor doorstuderen in het hbo. Een overgang die voor menigeen problemen oplevert. Het percentage uitvallers in het eerste jaar is aanzienlijk. Hoe komt dat, waar liggen de struikelblokken en: wat te doen om die transitie soepeler te laten verlopen? Zijn mbo’ers wel ‘weerbaar en wendbaar’ genoeg voor het hbo?
De toename van de mentale druk op jongeren en de gebleken samenhang tussen psychische klachten en studieproblemen maken het een urgent probleem dat een aanpak noodzakelijk maakt. Het is van belang dat we inzichtelijk maken welke risicofactoren er zijn voor psychische problemen bij studenten en welke oplossingen er zijn om studentenwelzijn te bevorderen in termen van behandelaanbod en het bevorderen van het studieklimaat. Vanuit het hoger onderwijs hebben Hogeschool Windesheim, Hogeschool Inholland en het Bureau Studentenartsen van de Hogeschool van Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam hiervoor de handen ineengeslagen. Samen willen deze (afgevaardigden vanuit) onderwijsinstellingen met partners uit onderwijs, zorg en welzijn het welzijn van studenten bevorderen door te werken vanuit een integrale aanpak, waarin zelfontplooiing van de student, vroegsignalering van (psychische) klachten, bevorderen van veerkracht, weerbaarheid, inclusiviteit en duurzame (arbeids)participatie centraal staan. Uit dit initiatief is een netwerk ontstaan van partijen die dezelfde doelen nastreven.
LINK