Dienst van SURF
© 2025 SURF
Eind vorig jaar veroordeelde de Haarlemse rechtbank ex-gedeputeerde Ton Hooijmaijers tot drie jaar gevangenisstraf. Met dit vonnis kwam een einde aan een langlopend strafrechtelijk onderzoek naar de oud VVD-politicus die verantwoordelijk was voor de portefeuilles Ruimtelijke Ordening en Financiën binnen de provincie Noord-Holland in de periode van 2005-2009.
Het onderzoek dat ten grondslag ligt aan dit artikel onderzoekt hoe de overheid markten reguleert voor (financiële) producten en diensten teneinde falen van de markt te voorkomen. Het behandelt specifiek EU Richtlijn 2014/57/EU betreffende strafrechtelijke sancties voor marktmisbruik en de implementatie daarvan in Nederland en opvolgend gebruik door het Openbaar Ministerie en Autoriteit Financiële Markten en hun Convenant ter voorkoming van ongeoorloofde samenloop van bestuurlijke en strafrechtelijke sancties. Het beantwoord de vraag of deze richtlijn de ontwikkeling van effectief reguleren van de financiële markt bevordert of remt. De slotsom ten aanzien van de implementatie van Richtlijn 2014/57/EU is – kort gezegd – dat “slechts” het aantal jaren gevangenisstraf voor handel met voorkennis en marktmisbruik van twee naar vier aangepast dient te worden. Het artikel concludeert tenslotte dat de huidige praktijk van het Convenant tussen OM en Autoriteit Financiële Markten kan blijven bestaan. De Autoriteit Financiële Markten kan haar inspanningen om haar toezicht verder in de geest van responsive regulation te verbeteren ongestoord door het OM voortzetten.
Het alarmerende begrip ‘ondermijning’ tekent de al langer bestaande onrust rond onveiligheid in Nederland. Deze populaire krachtterm is geladen met urgentie en is als vanzelfsprekend gekoppeld aan meer politiecapaciteit en intensivering van de bestuurlijke en strafrechtelijke aanpak van georganiseerde misdaad. Om de gevoelige balans tussen instrumentaliteit en rechtsbescherming in het strafrechtelijk systeem te helpen bewaken wordt in dit artikel gepleit voor meer systematische aandacht voor dilemma’s in politiewerk en strafrechtspleging en breder in het veiligheidscomplex.
MULTIFILE
Jaarlijks staan zo’n 30.000 mensen onder toezicht van de reclassering (hierna reclassenten). De reclassering stimuleert hen crimineel gedrag te veranderen en houdt toezicht op de door de rechter opgelegde bijzondere voorwaarden. Als reclassenten voorwaarden overtreden, is een zorgvuldige en deskundige beoordeling van de overtreding en de reactie daarop essentieel. Daarbij spelen verschillende belangen en overwegingen een rol, zoals geloofwaardigheid van de sanctie, veiligheid en re-integratie/resocialisatie van de reclassent. Een consortium van reclasseringsorganisaties, Hogeschool Utrecht, Universiteit Leiden, vertegenwoordigers van OM en advocatuur en enkele kennispartners wil de professionele oordeelsvorming bij overtreding van voorwaarden versterken. Achtergrond en theorie Professionals vinden professionele beslisruimte essentieel om een overtreding te beoordelen en verschillende belangen die daarbij spelen te wegen. Maar teveel beslisruimte kan resulteren in willekeur en rechtsongelijkheid en zet de geloofwaardigheid van de strafrechtelijke sanctie op het spel. Bij overtreding van voorwaarden zijn meerdere beslissers betrokken die elkaar opvolgen (seriële besluitvorming). Dit kan ertoe leiden dat men anticipeert op de veronderstelde uitkomst van een (latere) beslissing. De mate waarin reclassenten het toezicht en de besluitvorming met betrekking tot het overtreden van voorwaarden als rechtvaardig ervaren, draagt bij aan naleving van de voorwaarden en actieve deelname in het toezicht. Daarom is investeren in een goede werkalliantie met de reclassent essentieel voor een positief verloop van het toezicht. Vraagstelling en onderzoeksmethoden De centrale vraag in dit onderzoek luidt: hoe kan professionele besluitvorming door reclasseringswerkers bij overtreding van voorwaarden worden ingericht teneinde de inhoudelijke en formele nakoming door reclassenten te bevorderen? Met behulp van een mixed methods design van data- en dossieranalyse, observatie, interviews en focusgroepen wordt deze vraag beantwoord. Beoogd resultaat Het project levert handvatten voor reclasseringswerkers voor zorgvuldige oordeels- en besluitvorming. De bevindingen worden vertaald naar onderwijsmateriaal voor (toekomstige) reclasseringsprofessionals en gedeeld met de (internationale) onderzoek gemeenschap.
Bij de reclassering is professioneel handelen en besluitvorming gebaseerd op actuele vakkennis. Ook wordt steeds meer afgestemd met cliënten. Dit sluit aan bij de principes van evidence-based practice (EBP): de expertise van de professional, wetenschappelijke kennis en cliëntervaringen vormen samen de input voor het nemen van weloverwogen besluiten. De reclassering heeft al verscheidene stappen gezet richting een EBP maar ervaart diverse knelpunten in de uitvoering ervan. Reclasseringswerkers vinden het bijvoorbeeld moeilijk om op een adequate manier de verbinding te leggen tussen theorie en praktijk. Daarbij vinden ze het lastig om, vanwege het gedwongen kader, de meningen van cliënten te betrekken.Doel Bijdragen aan het doorontwikkelen van de reclasseringspraktijk naar een EBP. Resultaten Vijf teams van de reclasseringsorganisaties (3RO) voeren het onderzoeksproject uit. Zij vormen samen met onderzoekers en (ex-)cliënten zogenoemde ‘ontwikkelwerkplaatsen’ waarin zij nieuwe werkwijzen ontwikkelen, evalueren en bijstellen. Onderzocht wordt of deze nieuwe werkwijzen leiden tot veranderingen in opvattingen en gedrag bij reclasseringswerkers en het functioneren van cliënten. Ook evalueren we in hoeverre het versterken van EBP bijdraagt aan recidivebeperking en re-integratie van cliënten. Looptijd 01 november 2022 - 08 januari 2026 Aanpak Analyse van het ontwikkelproces in de teams Effectmeting op strafrechtelijke recidive en re-integratie van cliënten Herhaalde metingen: • Interviews met beleidsmedewerkers, reclasseringswerkers, leidinggevenden, (evt.) werkbegeleiders en cliënten, incl. controleteams • Geluidsopnames van toezichtgesprekken • Gestructureerde observatie van casuïstiekbesprekingen • Verslaglegging van bijeenkomsten in ontwikkelwerkplaatsen
Bij de reclassering is professioneel handelen en besluitvorming gebaseerd op actuele vakkennis. Ook wordt steeds meer afgestemd met cliënten. Dit sluit aan bij de principes van evidence-based practice (EBP): de expertise van de professional, wetenschappelijke kennis en cliëntervaringen vormen samen de input voor het nemen van weloverwogen besluiten. De reclassering heeft al verscheidene stappen gezet richting een EBP maar ervaart diverse knelpunten in de uitvoering ervan. Reclasseringswerkers vinden het bijvoorbeeld moeilijk om op een adequate manier de verbinding te leggen tussen theorie en praktijk. Daarbij vinden ze het lastig om, vanwege het gedwongen kader, de meningen van cliënten te betrekken.Doel Bijdragen aan het doorontwikkelen van de reclasseringspraktijk naar een EBP. Resultaten Vijf teams van de reclasseringsorganisaties (3RO) voeren het onderzoeksproject uit. Zij vormen samen met onderzoekers en (ex-)cliënten zogenoemde ‘ontwikkelwerkplaatsen’ waarin zij nieuwe werkwijzen ontwikkelen, evalueren en bijstellen. Onderzocht wordt of deze nieuwe werkwijzen leiden tot veranderingen in opvattingen en gedrag bij reclasseringswerkers en het functioneren van cliënten. Ook evalueren we in hoeverre het versterken van EBP bijdraagt aan recidivebeperking en re-integratie van cliënten. Looptijd 01 november 2022 - 08 januari 2026 Aanpak Analyse van het ontwikkelproces in de teams Effectmeting op strafrechtelijke recidive en re-integratie van cliënten Herhaalde metingen: Interviews met beleidsmedewerkers, reclasseringswerkers, leidinggevenden, (evt.) werkbegeleiders en cliënten, incl. controleteams. Geluidsopnames van toezichtgesprekken. Gestructureerde observatie van casuïstiekbesprekingen. Verslaglegging van bijeenkomsten in ontwikkelwerkplaatsen