Dienst van SURF
© 2025 SURF
Straat aan Zet (SAZ) is een interventie die in 2003 en 2004 gepleegd is in Woensel West, in het kader van de voorbereidingen op de integrale wijkvernieuwing in die wijk. SAZ is een eigen variant gebaseerd op de ABCD ideologie geïnspireerde Grants for Blocks. In een notendop: stel een premie beschikbaar die bewoners activeert in het samen werken aan de leefbaarheid en de sociale relaties in de straat. In die aanpak werkt een professional, in dit project een opbouwwerkster van Loket W, in principe door te faciliteren. En ondersteunend voor straten die wel willen maar het zelf (nog) niet voor elkaar krijgen. Fontys heeft gedurende anderhalf jaar dit project intensief gevolgd. Door zitting te nemen in de klankbordgroep, maar vooral veel mee te kijken met de uitvoerende opbouwwerkster Lilian Spaninks. Soms van een afstand, meestal van dichtbij. Met inzicht in alle verslagen en registraties van het project, en de twijfels, dilemma's en talenten van de opbouwerkster. Dit heeft geleid tot een methodiekbeschrijving van SAZ. Welke stappen dragen bij aan een succesvolle interventie, en welke niet. Kun je met deze beschrijving in elke wijk aan de slag? Wat zijn lessen voor de toekomst? Maar ook: wat vraagt dit van de agogische professional? Hoe verhoudt het werken aan zelfredzaamheid zich tot van tevoren opgestelde resultaten? Tot hoever ga je met je interventies ten aanzien van zelfredzaamheid? En, welke professionele competenties zijn doorslaggevend in dit project. Een methodiek in het agogisch werken is geen gebruiksaanwijzing van de IKEA, of een receptenboek van Jamie Oliver. In de uitvoering maakt de professional honderden keuzes op verschillende niveaus; hoe zien die er uit, en wat zijn de effecten? Hoe zit het met het aansturingveld? En hoe ga je om met de kritiek dat er alleen maar barbecues worden bedacht door bewoners? Ga je dan inzetten op theatersport, meespeeltoneel, huiskamerconcerten, poweryoga, of . blijf je geloven in het succes van de vleesgrossier?
De vermaatschappelijking van de zorg, de herdefiniëring van de verzorgingsstaat en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning doen een appel op burgers om (nog) meer voor elkaar te zorgen. De omstandigheden waaronder mensen informele zorg geven zijn echter veranderd: sociale contacten bewegen zich over grotere afstanden, de participatie op de arbeidsmarkt is de afgelopen decennia fors gestegen en de relatie van bewoners tot hun buurt werd afstandelijker. Als sociale relaties voor een groot deel buurt- of wijkoverstijgend zijn dan heeft dat consequenties voor het zorgvermogen en de zorgvraag in de buurt. Voor kwetsbare mensen die vanwege hun zwakke inkomenspositie, leeftijd, fysieke of mentale beperkingen voor hulp aangewezen zijn op de buurt zouden bovengenoemde ontwikkelingen nadelig kunnen uitpakken. Er is echter onvoldoende kennis beschikbaar over hoe informele zorg op buurtniveau zich voltrekt. Deze studie geeft antwoord op de vraag wat buurtbewoners beweegt om elkaar wel of niet te helpen. Ze brengt de motieven van bewoners die informele zog verlenen in beeld evenals de argumenten van hulpbehoevenden ten aanzien van het zich (al dan niet) te laten helpen. Op basis van de bevindingen worden eveneens handreikingen gedaan aan professionals ten aanzien van het ondersteunen en stimuleren van informele zorg.