Dienst van SURF
© 2025 SURF
Stadsdistributie. Zonder kritiek te uiten op mijn vakgenoten die menen dat ‘de silver bullet niet bestaat’, en ‘verladers de oplossing in handen hebben’, schijn ik graag een ander licht op de materie die stadsdistributie heet
LINK
Stadshubs, elektrische voertuigen, milieuzones: de afgelopen jaren zijn tal van oplossingen ontwikkeld om stadsdistributie duurzamer te maken. Maar hoe zorgen we dat organisaties deze mogelijkheden benutten? Hiervoor is kennis van veranderingsprocessen nodig.
LINK
‘Efficiënter en groener’, dat vat samen wat moderne stadslogistiek kan brengen. De realisatie van deze voordelen is niet altijd eenvoudig gebleken. Stadslogistiek wordt een succes als verzenders, ontvangers, consultants en stadslogistieke dienstverleners elk vanuit hun eigen rol, stappen gaan zetten. Deze stappen moeten niet vrijblijvend zijn en bij voorkeur ook nog eens onomkeerbaar. In deze bluepaper presenteert de expertgroep Next-level City Logistics oplossingsrichtingen voor de belangrijkste showstoppers op het gebied van stadslogistiek. Geschreven door expertgroep Shopping Tomorrow (Walther Ploos van Amstel is lid)
Welke kennis over ‘het delen van LEV’s’ is nodig voor een waardevolle bijdrage aan de ontwikkeling van dit kennisdomein ten behoeve van de markt? Dit plan beschrijft de wijze waarop een kennisagenda rondom het delen van Light Electric Vehicles, ofwel LEV’s, wordt opgesteld. Uiteindelijk doel is een aanzet te maken voor het opzetten van een kenniscentrum voor het delen van LEV’s. Elektrische brommobielen, elektrische stepjes en voertuigjes voor elektrische stadsdistributie. Alle vallen ze onder de noemer Light Electric Vehicle, ofwel LEV. Vanwege hun compacte formaat, lichte bouw en duurzame aandrijving zijn ze zeer geschikt om problemen rondom uitstoot en bereikbaarheid op te lossen. Beperkte kennis over de beschikbaarheid, toepassingsmogelijkheden en regelgeving zorgt ervoor dat de toepassing van dit type voertuig achterblijft bij het potentieel. Een maatregel die veel wordt gehanteerd om duurzaamheid en bereikbaarheid te garanderen is deelmobiliteit. Het delen van voertuigen zorgt voor minder verkeersoverlast en zorgt ervoor dat mensen alternatieven kiezen voor hun eigen auto. Zeker in deze coronacrisis blijkt deelmobiliteit een aangenaam alternatief voor het openbaar vervoer. Deelvervoer wordt echter veelal verpakt in bestaande auto’s, terwijl deze daar niet per definitie geschikt voor zijn. LEV’s hebben de potentie om een goed alternatief te bieden voor bestaande deelauto’s, maar ook voor voertuigen die vanwege hun formaat, uitstoot of geluid niet passen in leefbare woongebieden. Op basis van een opgestelde kennisagenda verzamelt het Kenniscentrum voor LEV kennis en informatie over LEV’s en delen. Het helpt overheden, marktpartijen en gebruikers kennis te vergaren over LEV en het delen ervan. Zo geeft het Kenniscentrum inzicht in het ware potentieel van deze voertuigcategorie.
Het living lab is gericht op de ontwikkeling van een zero-emission multimodale circulaire hub voor aan- en afvoer van bouw- resp. sloopmateriaal in de industriële havenzone Lage Weide voor de stad Utrecht. Nadruk ligt op elektrisch en waterstof aangedreven zelfvarende scheepvaart. Het betrokken praktijknetwerk bestaat o.a. uit logistieke, bouw- en sloopbedrijven op Lage Weide, gemeente Utrecht en Rijkswaterstaat. Bouwtransporten van en naar de stad worden gebundeld, en verzameling en bewerking van bouw- en sloopafval worden gecombineerd. De circulaire hub wordt ontwikkeld als een innovatieve onderzoeks- en testlocatie voor multimodale stadsdistributie, bundeling en bewerking van bouw/sloopmaterialen, en zero emission energie. Voor dit living lab wordt een voorstel gedaan om op Lage Weide een Zero Emission PoRt Of Circular Utrecht (ZERO-CU) te ontwikkelen voor gebundelde coördinatie en uitvoering van multimodale transporten m.n. ten behoeve van langjarige bouw- en sloopwerkzaamheden in grote binnenstedelijke ontwikkellocaties. De ZERO-CU legt nadruk op zelfvarend elektrisch en waterstof aangedreven scheepvaart. Eveneens wordt aandacht besteed aan zero emission wegtransport: Lage Weide wordt aldus een toekomstbestendige logistieke hotspot. Het living lab ZERO-CU richt zich in fase 1 concreet op verkenning van de volgende ontwikkelingen, vooruitlopend op beoogde doorontwikkeling daarvan in fase 2: 1.Ontwikkelen van elektrische en waterstof infrastructuur op Lage Weide voor scheepsvaart en vrachtvervoer. 2.Ontwikkelen van logistieke en kadefaciliteiten en dienstverlening voor circulaire aan- en afvoer van bouw- en sloopmaterialen naar binnenstedelijke bouwprojecten in Utrecht. 3.Ontwikkelen van benodigd robuust en flexibel inzetbaar (zelf)varend materieel voor bouw/sloopafval, elektrisch en waterstof aangedreven. Alsmede uniforme/afgestemde ladingdragers voor zowel aan- als afvoer van bouw- en sloopmateriaal voor multimodale toepassing in scheepsvaart en wegtransport, die hanteerbaar zijn op bouwprojecten. 4.Invulling van benodigde economische, organisatorische, institutionele randvoorwaarden: zoals o.a. haalbare business case, opbouw van een netwerkorganisatie van dragende bedrijven voor gezamenlijk afstemming/inzet van logistieke capaciteit, benodigd kader/regelgeving/toestemmingen.
Lichtgewicht voertuigen voor stadsdistributie bestaan voor een belangrijk deel uit vezelversterkte kunststoffen zoals carbon fiber reinforced polymers. De productie hiervan is tijdrovend en recycling is maar beperkt mogelijk. Het realiseren van zero-emissie stadsvervoer in 2025 wordt met de bestaande technologie duur en niet circulair. ModuBase beoogt een nieuw recyclebaar polymeer in combinatie met een Added Manufacturing platform (3D Printen) te ontwikkelen. Hiermee wordt het mogelijk om volledig recyclebare kunststoffen 3D te printen dichtbij de montage van de voertuigen. Supply chains worden zo korter, gebruikers en ontwerpers krijgen meer ontwerpvrijheid en de grondstof is (oneindig) recyclebaar. Dit consortium maakt gebruik van een nieuw ontwikkeld thermoplastisch polymeer en gaat dit voor het eerst toepassen in 3D printing. Hiervoor is een consortium voorzien met de materiaalexpertise (DSM), 3D Printexpertise (CEAD) en werktuigbouwkundige ontwikkelexpertise (Fontys). De materialen worden uitvoerig bestudeerd voor automotive toepassingen, ontwerpregels worden opgesteld en eerste werkstukken worden geprint. Materiaaleigenschappen en recyclebaarheid na het printen worden in testopstellingen ge-evalueerd. Resultaat is een proof of concept van een vezelversterkt 3D print platform. Het betrokken industriële (automotive) cluster van Brainport wordt geïnteresseerd om met de nieuw ontwikkelde 3D printkennis prototypes voor Light Electric Vehicles onderdelen te gaan ontwikkelen en onderzoeken.