Dienst van SURF
© 2025 SURF
Een op de vijf entreestudenten en bijna een op de 10 mbo niveau 2 studenten stopt voortijdig met de opleiding (DUO, 2022). Uit eerder onderzoek (Baay, 2015; Slagter & Van Veldhuizen, 2021) blijkt dat studenten op entree- en mbo 2-niveau weinig gebruik maken van de aanwezige hulpbronnen, dat wil zeggen buiten de docenten van hun opleiding. Dat maakt de afhankelijkheid van entree- en mbo-niveau 2 studenten van hun docenten hoog. Om de positieve ontwikkeling van entree- en mbo-niveau 2 studenten te vergroten, lijkt het wenselijk om tijdens de mbo-opleiding meer aandacht te besteden aan het leren van alternatieve oplossingsstrategieën, buiten het vragen van hulp aan de docent. Om scherper in beeld te krijgen wat dit vraagt van mbodocenten, is een verkenning op dit thema gestart door MBO College Centrum (ROC van Amsterdam) in samenwerking met het lectoraat De Pedagogische Opdracht van Hogeschool Inholland.
Elke crisis vraagt om veerkracht. De veerkrachtige samenleving kan een antwoord bieden op de uitdagingen, bedreigingen en schokken die voortkomen uit snel veranderende maatschappelijke omstandigheden. In het licht van de huidige crisis veroorzaakt door de corona pandemie, is dat niet alleen een hoopvol idee, maar ook een cruciaal idee. Deze publicatie is geschreven voor bestuurders, studenten, docenten, professionals en beleidsmakers binnen het sociale domein die in deze crisistijd behoefte hebben aan achtergrondinformatie over het begrip veerkracht. We bespreken hoe het begrip veerkracht betekenis krijgt binnen verschillende wetenschappelijke tradities en denkstromingen. Ook laten we zien dat het begrip veerkracht behulpzaam kan zijn om gedragsverandering en verbetering van maatschappelijke voorwaarden op verschillende niveaus inzichtelijk te maken: op individueel niveau, op collectief niveau (groepen), en op systemisch niveau (samenleving en ecosysteem). Voor beroepskrachten bieden deze drie niveaus elk andere aanknopingspunten en handelingsperspectieven.
In dit artikel wordt vanuit een jeugdsociologisch perspectief onderzoek gedaan naar de concepten veerkracht en identiteitsontwikkeling, en hoe deze zich tot elkaar verhouden in het licht van het opgroeien in onze moderne, vloeibare samenleving. In de inleiding worden enkele kenmerken van de huidige samenleving geschetst, die maken dat de identiteitsontwikkeling van jongeren onder druk staat. Daarop volgt een conceptuele verkenning van de begrippen identiteit en veerkracht. Vervolgens leggen de auteurs uit wat een jeugdsociologisch perspectief op deze kwestie inhoudt en hoe zij de samenhang zien tussen veerkracht en identiteitsontwikkeling. Veerkracht lijkt een antwoord op de uitdagingen voor jongeren in de huidige tijd, maar zij kunnen hier niet alleen verantwoordelijk voor worden gesteld. De conclusie is dat individuele en sociale veerkracht cruciaal is voor de huidige generatie jongeren om in relatie met anderen en de wereld waarin zij opgroeien, een congruent zelfbeeld te kunnen ontwikkelen. Daarvoor hebben zij hulpbronnen nodig op individueel, sociaal en systemisch niveau. Het artikel eindigt met een jeugdsociologische werkdefinitie van veerkracht in relatie tot de identiteitsontwikkeling van jongeren.
Bij de ontwikkeling van kinderen speelt de omgeving waarin zij opgroeien en de wijze waarop zij zich verbonden voelen met hun buurt een belangrijke rol (Owens, 2004; 2016). Om als basisschool goed bij te kunnen dragen aan de ontwikkeling van kinderen is het van belang dat scholen de omgeving en de buurt waarin hun leerlingen opgroeien kennen en kunnen benutten voor hun onderwijs. In het bijzonder gaat het daarbij om de betekenis die deze omgeving voor hun leerlingen heeft. Voor basisscholen in wijken met een grote diversiteit aan inwoners kan de betekenis van eenzelfde omgeving voor verschillende leerlingen ook zeer verschillend zijn. Naar de wijze waarop kinderen zich verbonden voelen met de fysieke en sociale ruimte is nog weinig onderzoek gedaan (Tani, 2016). Naast inzicht in de bestaande verbinding van kinderen met hun omgeving is het voor het onderwijs belangrijk om inzicht te verkrijgen in de wijze waarop kinderen in staat kunnen worden gesteld om zich te binden aan een plek en om deze plek te benutten bij hun ontwikkeling. De capability approach (Nussbaum, 2014) en een perspectief op de veerkracht van kinderen (Enthoven, 2007) bieden een kader om naar dit vraagstuk te kijken. Het onderzoek richt zich op wat het primair onderwijs kan doen om de aan de omgeving gerelateerde vermogens van kinderen te ontwikkelen. Onderwijs waarin de leefomgeving van kinderen wordt betrokken of waarin de leefomgeving op enige wijze een rol speelt kan hiertoe een middel zijn. Dit vanuit de notie dat door het ontwikkelen van een ‘sense of place’ (Dolan, 2016) de kennis, persoonlijke verbondenheid en verantwoordelijkheid voor de lokale omgeving versterkt kunnen worden. Het onderzoek zal na een verkennende fase een ontwerpgericht karakter krijgen, waarbij op onderzoeksmatige wijze materiaal wordt ontwikkeld dat bruikbaar is op basisscholen en lerarenopleidingen basisonderwijs.
Experiment Krewerd bevindt zich momenteel aan het eind van de planvormingsfase en zal nog door een uitvoeringsfase en afrondingsfase gaan. Tot slot worden de projecten rond de dorpsvisie en energietransitie afgerond. Wat doen de verschillende fasen van het versterkingstraject met de inwoners van Krewerd? Hoe ontwikkelen zich hun gezondheid en de sociale relaties in het dorp over tijd? Welke factoren dragen bij aan de ervaren veerkracht? Welke rol speelt eigen regie hierin? Wat is ervoor nodig dat bewoners zich weer beter gaan voelen en de sociale relaties verbeteren? Dit zijn vragen waar longitudinaal onderzoek in het kader van experiment Krewerd antwoord op kan geven.
In 2023 treedt de Omgevingswet (OW) in werking. Veel aandacht gaat uit naar juridische en digitale aspecten; weinig naar fysiek-ruimtelijke en sociale aspecten. HBO-instellingen werken nog niet complementair aan de vraag hoe zij kunnen meegroeien met en anticiperen op implementatie van de Omgevingswet. Het platform GROW wil hier verandering in brengen door te zorgen voor synergie van praktijkgericht onderzoek gericht op de duurzame – GRoene – ontwikkeling van de leefomgeving gekoppeld aan implementatie van de Omgevingswet. Dit moet leiden tot meer kennis over de impact van de Omgevingswet op de hogescholen, een gezamenlijke onderzoeksagenda en aanpassing van curricula. We richten ons daarbij op zowel inhoud, de processen als de governance en stellen ecologische en circulaire principes centraal. Via het platform gaan we onze netwerken, kennis en ervaring delen en worden voorstellen uitgewerkt voor gezamenlijk praktijkonderzoek naar de duurzame, groene effectuering van de Omgevingswet. GROW duidt ook de ambitie om het netwerk van 8 enthousiaste lectoren te laten groeien samen met experts en relevante publieke en private belanghebbenden. GROW sluit aan op de missie van de topsectoren en de daarop gebaseerde Kennis- en Innovatie Agenda’s; met name de thema’s ‘Energietransitie en duurzaamheid’, ‘Landbouw, water, voedsel’ en ‘Gezondheid en zorg’. We bepleiten een systeem- en gebiedsaanpak om de beoogde doelen te halen en cross-overs tot stand te brengen, in lijn met de KIA Land, Water, Voedsel. We sluiten aan op de thema’s ‘Gezondheid en welzijn’, ‘Veerkrachtige samenleving: in de wijk, stad en regio’ en ‘Gebouwde omgeving duurzaam en leefbaar’ van de strategische onderzoekagenda voor het hbo. GROW kan dankzij het wijdverbreide netwerk de ambitie van SIA voor nauwere samenwerking met de VNG ondersteunen. Het platform is verbonden met de Nationale Wetenschapsagenda en het programma ‘Aan de slag met de Omgevingswet’. Planbureau van de Leefomgeving heeft de intentie om ons platform te ondersteunen.