Dienst van SURF
© 2025 SURF
De toename van flexibel en gepersonaliseerd onderwijs zorgt voor uitdagingen op het gebied van sociale binding van studenten met elkaar, met de opleiding en met docenten. Een onderzoeksteam van onderzoekers en lectoren van vier hogescholen in Nederland is daarom nagegaan hoe gevoel van verbondenheid in leergemeenschappen bevorderd kan worden. Aan de hand van literatuur- en ontwerpgericht onderzoek is in acht leergemeenschappen geëxperimenteerd met het bevorderen van sociale binding. Deze leergemeenschappen bevonden zich in de domeinen Verpleegkunde, Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn, Management in de Zorg, Pabo en Voeding en Diëtetiek, zowel duaal,deeltijd als voltijd.Het onderzoek heeft de handreiking Sociale binding in online en blended leergemeenschappen opgeleverd, welke voor u ligt. De handreiking bestaat uit twee delen. In het eerste deel worden de zeven ontwerpprincipes (gericht op inhouds-, houdings- en randvoorwaardelijke aspecten) waar de docent als facilitator mee aan de slag kan, toegelicht. De docent kan deze ontwerpprincipes toepassen om sociale binding in online en blended leergemeenschappen te bevorderen onder andere als er sprake is van flexibele studieroutes. Deze ontwerpprincipes zijn voorzien van praktische (ICT)tools en werkvormen. De ontwerpprincipes zijn breed inzetbaar. Het gaat om de volgende ontwerpprincipes:A. Elkaar leren kennenB. Vertrouwen en samenwerkenC. Gedeelde en gezamenlijke doelenD. Bereidheid om mee te doenE. Programma en instructiestrategieënF. Delen van informatie en kennisG. Hulpbronnen en randvoorwaardenDeel 2 bestaat uit een methodische verantwoording en onderbouwing van het uitgevoerde onderzoek waarop de handreiking is gebaseerd, een beschrijving van de resultaten en afsluiting met een conclusie, discussie en aanbevelingen voor verder onderzoek.Uit de experimenten bleek dat leergemeenschappen die nieuw opgestart werden of na een periode wisselden van samenstelling vooral kozen voor de ontwerpprincipes A. Elkaar leren kennen en B. Vertrouwen en samenwerken. Leergemeenschappen die langer actief waren kozen vooral voor C. Gedeelde en gezamenlijke doelen. Verder (longitudinaal) onderzoek is nodig om na te gaan in hoeverre de ontwerpprincipes en de rol van de facilitators toepasbaar zijn in andere domeinen (zoals techniek, economie).
LINK
The EU Maritime Spatial Planning Directive (MSPD) requires the member states (MS) to pursue Blue Growth while ensuring good environmental status (GES) of sea areas. An ecosystem-based approach (EBA) should be used for the integration of the aims. However, the MSPD does not specify how the MS should arrange their MSP governance, which has led to a variety of governance arrangements and solutions in addressing the aims. We analysed the implementation of the MSPD in Finland, to identify conditions that may enable or constrain the integration of Blue Growth and GES in the framework of EBA. MSP in Finland is an expert-driven regionalized approach with a legally non-binding status. The results suggest that this MSP framework supports the implementation of EBA in MSP. Yet, unpredictability induced by the non-binding status of MSP, ambiguity of the aims of MSP and of the concept of EBA, and the need to pursue economic viability in the coastal municipalities may threaten the consistency of MSP in both spatial and temporal terms. Developing MSP towards a future-oriented adaptive and collaborative approach striving for social learning could improve the legitimacy of MSP and its capacity to combine Blue Growth and GES. The analysis indicates, that in the delivery of successful MSP adhering to the principles of EBA should permeate all levels of governance. The study turns attention to the legal status of MSP as a binding or non-binding planning instrument and the role the legal status plays in facilitating or constraining predictability and adaptability required in MSP.
MULTIFILE
Dit magazine, gevuld door leden van het Inholland Consortium NPO, belicht het essentiële thema van studentenwelzijn en binding. Door de lens van actuele projecten zoals de Studentenwelzijnsmonitor en de SaP-radar (voor de inzet van Students as Partners) tot initiatieven voor inclusieve Studentsucces Centra, biedt dit magazine een diepgaande kijk op hoe we het welzijn en de binding van onze studenten kunnen versterken. Het benadrukt het belang van een gemeenschap waarin elke student zich gewaardeerd, gehoord en onder- steund voelt.
MULTIFILE
Het plaatsen en onderhouden van fysieke inrichtingselementen in de openbare ruimte is kostbaar. Meer efficiënt gebruik van het bestaande aanbod in de fysieke omgeving door passend beweegstimuleringsaanbod is wenselijk en efficiënter gebruik kan bijdragen aan het verminderen van bewegingsarmoede. In ‘Changing Views’ staan drie onderzoeksvragen centraal: 1) Kunnen kinderen met behulp van technologische ondersteuning worden verleid om gebruik te maken van andere locaties dan zij gewend zijn? 2) Kan de perceptie en zienswijze van kinderen op de beweegvriendelijkheid van de omgeving worden beïnvloed middels gerichte blootstelling aan inrichtingselementen via de technologische applicatie ‘missiemaster’? 3) Hoe kan het gebruik van de openbare ruimte door kinderen worden geoptimaliseerd en kunnen kinderen die van nature minder beweegdrang hebben, meer gestimuleerd worden om te bewegen door hen actief te betrekken in de ontwikkeling van beweegstimuleringsaanbod? Onderzoeksvraag 1 wordt onderzocht middels een kleinschalig experiment door het gebruik van missiemaster, waarmee kinderen via een GPS-route door hun wijk worden ‘rondgeleid’ (werkpakket 1). Op basis van een herhaalde meting bij basisschoolleerlingen en de evaluatie van app-gegevens wordt het potentieel van deze technologie onderzocht. Hierbij wordt onderzocht of de perceptie van beweegvriendelijkheid van de omgeving kan worden beïnvloed en of door veranderde blootstelling aan omgevingsmogelijkheden nieuwe sociale interacties ontstaan. De kwantitatieve meting bij leerlingen vormt tevens de basis voor de selectie van een specifieke doelgroepen leerlingen voor deelname aan werkpakket 2 waarin middels een participatief actie-onderzoek passend beweegstimuleringsaanbod wordt ontwikkeld. Via meerdere iteraties in het ontwikkelproces en met behulp van een nieuw te ontwikkelen ‘efficiëntiegraadmeter’ voor buurtsportcoaches wordt in werkpakket 3 de tweede onderzoeksvraag beantwoord. In een slotsymposium worden alle projectresultaten (inzichten en ontwikkelde producten) gedeeld. Alle ontwikkelde producten worden duurzaam en vrij beschikbaar gesteld via een online platform, www.beweegvriendelijkebuurt.nl.
Bij de projectaanvraag City Deal Kennis Maken LeeuwardenFryslân hanteren we de geactualiseerde Kennisagenda Fryslân 2019-2025. Leidraad hierin zijn de transitie-opgaven waar de Friese samenleving voor staat. Via de inzet van Living Labs en experimenten wil de regio oplossingen ontwikkelen en testen voor de maatschappelijke opgaven onder het motto "De stad als campus, de regio als proeftuin".
Veel mensen overleden aan COVID-19 met ernstige symptomen en zonder nabijheid van geliefden. Naasten konden patiënten niet bijstaan aan het einde van het leven. Ook zorgverleners in verpleeghuizen en ziekenhuizen ervaren het verlenen van zorg in deze tijd als zwaar. Daarnaast hebben vele tienduizenden mensen in Nederland ernstige verlieservaringen door COVID-19 rond hun baan, dagbesteding, onderneming, sociale contacten of hun zorg. Het lectoraat Zorg rond het Levenseinde (ZRL) van Avans Hogeschool wil samen met het Koning Willem 1 College in Den Bosch een studentenchallenge aansturen om de verhalen rondom het leed geleden door COVID-19 in de stad op te halen en zichtbaar te maken. Maatschappelijke verbinding, herstel en erkenning zijn namelijk onmisbaar, zeker in tijden van groot verlies. In Nederland is er relatief weinig maatschappelijke aandacht, ondersteuning en verbinding geweest voor het verlies geleden door corona. Burgers moeten en kunnen deze verbondenheid zelf creëren, maar dat gaat niet vanzelf. Daar wil deze Challenge bij helpen en wel via het concept 'Compassionate communities' (CCs)Deze bieden een kader voor verbondenheid rond verlies. CCs zijn steden, wijken of buurten waarbinnen de bewoners elkaar steunen bij verlies en kwetsbaarheid. CCs worden gestart door (onderdelen van) het handvest van de CCs te implementeren dat bestaat uit 13 aandachtspunten, waarin o.a. gespecificeerd is dat scholen, werkplekken, gebedshuizen, musea en zorgcentra structureel aandacht hebben voor dood, verlies en zorg. Het doel is om een cultuur te creëren waarin het normaal is om positief met elkaar in contact te komen rond alle vormen van verlies. We vragen studenten om het gedachtengoed van CCs in een ‘Challenge’ te introduceren in Den Bosch rondom het stille leed als gevolg van corona. Het doel van de Challenge is om beeldvorming, communicatie en maatschappelijke samenwerking rond verlies (in brede zin) en andere knelpunten gerelateerd aan COVID-19 te verbeteren.