Dienst van SURF
© 2025 SURF
Het belang van werkgevers om de duurzame inzetbaarheid van werknemers te verhogen is evident. Een belangrijke determinant van duurzame inzetbaarheid is ervaren gezondheid. Dit project, uitgevoerd onder de vlag van het Interreg-project iAge, beoogde om werknemers te stimuleren tot (meer) gezond gedrag en daarmee tot een hogere ervaren gezondheid door middel van de inzet van sensortechnologie: technologie die de gebruiker ervan in staat stelt om gedurende een langere tijd inzicht te krijgen in en feedback te krijgen over bepaalde fysiologische parameters en/of leefstijl-gedragingen. De inzet van sensortechnologie helpt werknemers door middel van objectieve, betrouwbare feedback op hun gezondheidsgedrag om meer inzicht te krijgen in hun gezondheidsgedrag en meer vertrouwen te krijgen in hun mogelijkheden dit te beïnvloeden. Omdat het van groot belang is om passende doelen op te stellen is het wenselijk een coach in te zetten die de gebruikers van sensortechnologie daarin ondersteunt. Het bedrijf waarin dit project is uitgevoerd is Ateliers Museum Technische Werken in Groningen (www.ateliersmtw.nl). De uitvoering lag bij het lectoraat Arbeidsparticipatie (onderdeel van het Kenniscentrum Arbeid van de Hanzehogeschool Groningen) in nauwe samenwerking met het lectoraat New Business en ICT van de Hanzehogeschool en het Quantified Self Institute (www.qsinstitute.org). De deelnemers aan dit project (12) stelden in overleg met een coach vast met welk gezondheidsdomein – fysieke activiteit, voeding, slaap, stress en sociale interactie – zij met behulp van een sensor aan de slag wilden gaan. Negen van hen wilden hun fysieke activiteit in kaart brengen door middel van een stappenteller. Van die negen gebruikten zes een stappenteller van het merk Withings(www.withings.com) en drie een stappenteller van het merk Fitbit (www.fitbit.com). Een van de deelnemers wilde slaappatronen in kaart brengen met behulp van een slaapsensor (Zeo, een sensor gefabriceerd door een bedrijf dat inmiddels failliet is). Twee deelnemers wilden een sensor op het gebied van stress: een Inner Balance en een Emwave2 die de hartslagcoherentie kunnen meten die een indicatie vormt voor ervaren stress (www.hearthmathbenelux.com). Gedurende het gebruik van de sensor voerden de deelnemers drie gesprekken met de coach waarin zij de ervaringen met de sensor en de voortgang van hun doelen met betrekking tot het relevante gezondheidsdomein bespraken. De data van de sensoren wees op een toename van gezond gedrag voor enkele deelnemers. Daarbovenop wezen de resultaten van een gevalideerde vragenlijst (de SF-12) en interviews uit (beide voor- en achteraf afgenomen) dat de deelnemers over het algemeen tevreden tot zeer tevreden waren over het gebruik van hun sensor. Voorts rapporteerden ze hogere niveaus op functionele status, welzijn, fysieke gezondheid en psychische gezondheid. Ook beoordeelden de deelnemers hun fysieke vitaliteit na afloop hoger dan voor aanvang van het project. Door de intervieww kon een aantal succesfactoren vastgesteld worden rondom de eigenschappen van de sensor, de inzet van coaching, de informatievoorziening en de rol van het management. Zo vormt dit project een eerste stap in het onderzoeken van de effectiviteit van de inzet van sensortechnologie in een werksetting ten behoeve van het verhogen van de duurzame inzetbaarheid van werknemers. De uiteindelijke, voorzichtige conclusie luidt dat sensortechnologie in combinatie met een coaching traject leidt tot positieve effecten voor ervaren gezondheid en inzicht en zelfvertrouwen wat betreft het kunnen beïnvloeden daarvan. Naar verwachting leidt dit op langere termijn tot een verhoging van de duurzame inzetbaarheid van werknemers.
Na twee jaar met veel studenten te hebben gewerkt aan het project Wireless Sensortechnologie bij Calamiteiten geeft dit boek een overzicht van de activiteiten die zijn uitgevoerd. In 14 deelprojecten verspreid over vier werkpakketten hebben vooral studenten onder leiding van docenten en medewerkers van het Saxion-lectoraat Ambient Intelligence in het Kenniscentrum Design en Technologie van Saxion zich verdiept in een breed scala van onderwerpen. Na een eerste verkenning door middel van literatuurstudie en verkenning van de markt is er gewerkt aan praktische oplossingen van problemen. In de meeste gevallen zijn de oplossingen vormgegeven in echte systemen met de nodige hard-en software. Bij de testen en de experimenten werd duidelijk in hoeverre de oplossing ook echt voldeed als antwoord op de onderzoeksvraag die aan het begin gesteld werd. Alle deelprojecten zijn beschreven en aan het eind van het boek worden de belangrijkste conclusies op een rij gezet.
MULTIFILE
Het project Wireless Sensor Technologie bij Calamiteiten is een samenwerkingsverband tussen Saxion, Thales Nederland (de dochterondernemingen D-CIS Lab en Iseti), Ambient Systems, Ti-WMC, het beveiligingsbedrijf Vigilat, het Regionaal Centrum Criminaliteitspreventie en Veiligheidsregio’s Twente, Noord en Oost Gelderland, Gelderland Midden en Zuid. Dit project wordt ondersteund door de Stichting Innovatie Alliantie (SIA) vanuit het RAAK MKB fonds. Binnen het werkpakket Proximity wordt onderzoek gedaan naar de stand van zaken van indoorlokalisatie. De motivatie voor dit deelproject komt voort uit het streven het risico voor de hulpverlener in actie te verminderen. Elke dag wagen brandweermannen hun leven bij het blussen van branden en het redden van mensen uit brandende gebouwen. Hierbij wil het wel eens gebeuren dat een brandweerman in problemen komt door de gevaarlijke en onoverzichtelijke situatie, de weg kwijtraakt of het contact verliest met zijn collega’s. Op zulke momenten is het moeilijk voor deze brandweerman om zijn collega’s te vinden en andersom is het moeilijk voor zijn collega’s om hem te vinden. Dit resulteert soms in de dood van een of meer brandweermannen. Daarom zal onderzocht worden welke rol technologie kan spelen om de veiligheid van een brandweermannen te verhogen bij de uitvoering van hun taak en wel voornamelijk door het realtime bepalen van zijn locatie en positie in een brandend gebouw. Allereerst zal het probleem behandeld worden, daarna wordt onderzocht welke technieken en technologie er beschikbaar zijn. Deze zullen gewaardeerd worden op basis van de praktijkcriteria: betrouwbaarheid, snelle operationele inzetbaarheid, nauwkeurigheid en kosten. Aan de hand daarvan wordt een onderzoeksvraag geformuleerd. Op basis van geschiktheid van de oplossingsrichtingen zal in het vervolg een prototype ontworpen en gebouwd worden.
MULTIFILE
De glastuinbouw in Nederland is wereldwijd toonaangevend en loopt voorop in automatisering en data-gedreven bedrijfsvoering. Voor de data-gedreven teelt wordt, naast het monitoren van de kas-parameters ook het monitoren van gewasparameters steeds meer gevraagd. De sector is daarbij vooral geïnteresseerd in niet-destructieve, contactloze en persoonsonafhankelijk monitoring van gewassen. Optische sensortechnologie, zoals spectrale afbeeldingstechnologie, kan veel waardevolle informatie opleveren over de staat van een gewas of vrucht, bijvoorbeeld over het suikergehalte, maar ook de aanwezigheid van plantziektes of insecten. Echter is dit vaak een te kostbare oplossing voor zowel de technologiebedrijven die oplossingen leveren als voor de telers zelf. In dit project onderzoeken wij de mogelijkheid om spectrale beeldvorming tegen lagere kosten te realiseren. Het beoogde resultaat is een prototype van een instrument dat tegen lage kosten met spectrale beeldvorming een of meerdere gewaseigenschappen kan kwantificeren. Realisatie van dit prototype heeft een sterke Fotonica-component (expertise Haagse Hogeschool) maakt gebruik van Machine Learning (expertise perClass) en is bedoeld voor toepassing op scout robots in de glastuinbouw (expertise Mythronics). Een betaalbare oplossing betekent in potentie voor de teler een betere controle over kwaliteit van het gewas en automatisering voor detectie van ziekte-uitbraken. Bij een succesvol prototype kan deze innovatie leiden tot betere voedselkwaliteit en minder verspilling in de glastuinbouw.
Therapietrouw is veelal laag onder patiënten met knieartrose. Dit beïnvloedt behandeluitkomsten negatief, aangezien de mate van therapietrouw een grote invloed heeft op behandeluitkomsten. Real-time feedback op het looppatroon met behulp van sensortechnologie kan de mate van therapietrouw vergroten, aangezien de patiënt op het juiste moment de juiste feedback ontvangt.
Project BAMBAM, BAby Motor development monitored By A Multisensor wearable, richt zich op het begin, namelijk bij de zorg voor kinderen van 0-2 jaar. In het bijzonder op het optimaliseren van de ontwikkeling van de motoriek wanneer dit niet vanzelf gaat. Kinderfysiotherapeuten begeleiden veel baby’s waarbij er zorgen zijn over de motorische ontwikkeling. Een goed ontwikkelde motoriek is de basis voor andere ontwikkelingsdomeinen,en een voorwaarde voor een fysiek actieve leefstijl op latere leeftijd. Het inzetten van technologie bij het analyseren van bewegingsproblemen bij het jonge kind kan een waardevolle aanvulling zijn voor de kinderfysiotherapeut, die nu eigen observaties gebruikt. Op dit moment is er nog geen geschikt systeem voor het observeren van de motorische ontwikkeling voor kinderfysiotherapeuten. Daarom werken we in project BAMBAM aan een meetinstrument voor het objectiveren van bewegingsgedrag van baby’s, dat verantwoord ingezet kan worden in de kinderfysiotherapeutische praktijk en interventiestudies. Uitgangspunt is een bestaande smartsuit, een ‘slimme' romper, met sensortechnologie en Artificiële Intelligentie die doorontwikkeld wordt in co creatie met kinderfysiotherapeuten, ouders en experts. Ook onderzoeken we hoe de uitkomsten van het systeem waarde toevoegen als beslissingsondersteuning voor de kinderfysiotherapeut. Hierbij richten we ons vooral op de bewegingsparameters die belangrijk zijn voor het kinderfysiotherapeutisch onderzoek en behandeling en hoe we die duidelijk kunnen weergeven. Het systeem moet valide en betrouwbare metingen verzorgen in de thuissituatie voor de kinderfysiotherapeut in praktijk en ziekenhuis. De impact van deze toepassing op ouders en kinderfysiotherapeuten is een belangrijk onderdeel bij het ontwikkelen van deze technologie, zodat het op een verantwoorde manier gebruikt kan worden. De gezondheidszorg vraagt om evidence-based diagnostiek en interventies. Met de schaarste van zorg, wordt het zorgvuldig signaleren van de baby’s die de zorg echt nodig hebben steeds belangrijker, net als de inzet van effectieve interventies. Technologie kan bijdragen aan toegankelijkheid en duurzame borging hiervan.