Dienst van SURF
© 2025 SURF
Er zijn veel verschillende sensoren beschikbaar die gebruikt kunnen worden om data in te winnen. Daarnaast zijn er veel verschillende werkwijzen om aan de slag te gaan met sensoren. Om een gestandaardiseerde werkwijze op te stellen, is een groep 4e-jaars AGIS studenten van de HAS green academy in het kader van het SURF project SMART sensordata infrastructuur aan de slag gegaan met het proces omtrent het inwinnen van data met sensoren. Hier is een werkwijze uit komen rollen die voor iedereen en overal werkt. In deze handleiding wordt de werkwijze stap voor stap uitgelegd.
MULTIFILE
Is de Nederlandse melkveehouder klaar om met sensordata aan de slag te gaan? Die vraag is meerdere malen gesteld tijdens de themamiddag 'Blij met sensoren in de wei' op de Dairy Campus, georganiseerd door hogeschool Van Hall Larenstein, Wageningen Livestock Research en het project 4DF4. Een eenduidige conclusie is er niet. Wel is duidelijk dat de sensoren in de wei van onmisbare waarde kunnen zijn.
MULTIFILE
Sinds jaar en dag wordt in de orthopedische technologie voor het nemen van de "maat" gebruik gemaakt van gipszwachtels. Het toepassen van "grepen" die in het gips de juiste afsteunplaatsen kunnen accentueren in de koker voor een prothese, of de gewenste correcties voor de schoenleest kunnen vastleggen bijbijvoorbeeld een voet in spitsstand, is een sinds jaar en dag toegepaste techniek. Het gevoel van de orthopedisch technoloog speelt hierbij een belangrijke rol.Dit artikel geeft een inleiding op hoe dit "gevoel" digitaal kan worden vaatgelegd.
Every year the police are confronted with an ever increasing number of complex cases involving missing persons. About 100 people are reported missing every year in the Netherlands, of which, an unknown number become victims of crime, and presumed buried in clandestine graves. Similarly, according to NWVA, several dead animals are also often buried illegally in clandestine graves in farm lands, which may result in the spread of diseases that have significant consequences to other animals and humans in general. Forensic investigators from both the national police (NP) and NWVA are often confronted with a dilemma: speed versus carefulness and precision. However, the current forensic investigation process of identifying and localizing clandestine graves are often labor intensive, time consuming and employ classical techniques, such as walking sticks and dogs (Police), which are not effective. Therefore, there is an urgent request from the forensic investigators to develop a new method to detect and localize clandestine graves quickly, efficiently and effectively. In this project, together with practitioners, knowledge institutes, SMEs and Field labs, practical research will be carried out to devise a new forensic investigation process to identify clandestine graves using an autonomous Crime Scene Investigative (CSI) drone. The new work process will exploit the newly adopted EU-wide drone regulation that relaxes a number of previously imposed flight restrictions. Moreover, it will effectively optimize the available drone and perception technologies in order to achieve the desired functionality, performance and operational safety in detecting/localizing clandestine graves autonomously. The proposed method will be demonstrated and validated in practical operational environments. This project will also make a demonstrable contribution to the renewal of higher professional education. The police and NVWA will be equipped with operating procedures, legislative knowledge, skills and technological expertise needed to effectively and efficiently performed their forensic investigations.
De Flevolandse bodem is relatief jong. De kwaliteit voor agrarisch gebruik was goed, maar kent een dalende trend. Dit komt voor een belangrijk deel door bodemdaling (natuurlijke inklinking en veenoxidatie) en bodemverdichting (door agrarische praktijken). Hiermee dreigt de (voedsel-)productiecapaciteit terug te lopen in een provincie waar de productiestructuur voornamelijk is gericht op de agribusiness. Bodemverdichting en –daling is ook bepalend voor het waterbergend vermogen, beperking van af- en uitspoeling van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen naar grond- en oppervlaktewater en de biodiversiteit van het bodemleven; een duurzaam bodem- en waterbeheer. Vanuit de agrarische sector is grote behoefte aan meer inzicht op huidige staat en handelingsperspectief op korte en lange termijn. Het onderzoek richt zich op het verkrijgen van meer begrip van achterliggende mechanismen, ontwikkeling en validatie van innovatieve meettechnieken, inzicht in ruimtelijke variabiliteit (en achterliggende oorzaken) en gevolgen van bodemdaling en -verdichting (landbouwkundig, hydrologisch, biologisch). Vervolgens om efficiënte, goedkope (plaats specifieke) oplossingen te ontwikkelen om de bodem (-hydrologie/chemie) ook voor de langere termijn gezond te houden en daarmee op een duurzame manier voedsel te produceren. De consortiumpartners werken samen aan de opzet en uitvoering. De samenwerking leidt tot nieuwe kennis en inzichten, toepassing in de dagelijkse praktijk en inbedding in de opleiding. O.a. door kennisontwikkeling bij studenten (de toekomstige agrariërs en adviseurs) en docenten over nieuwe digitale en sensortechnieken. De probleemstelling wordt onderschreven door: - Provincie Flevoland in het Uitvoeringsprogramma Duurzaam Gebruik van de Flevolandse Ondergrond 2016-2020 en in het Actieplan Bodem en Water als invulling van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. - Programmabureau Basisregistratie Ondergrond (BRO). De gegevens die in dit RAAK-project worden gegenereerd leveren waardevolle informatie om de bodeminformatie in Flevoland te herzien. Afstemming en kennisuitwisseling zal plaatsvinden met onderzoek naar ‘Toekomstbestendige ontwikkeling in bodemdalingsgebieden’ (RAAK-PRO projectaanvraag, Saxion Hogeschool). Hiertoe is het lectoraat Bodem & Ondergrond partner in het projectconsortium.
De Flevolandse bodem is relatief jong. De kwaliteit voor agrarisch gebruik was goed, maar kent een dalende trend. Dit komt voor een belangrijk deel door bodemdaling (natuurlijke inklinking en veenoxidatie) en bodemverdichting (aantasting van de bodemstructuur en afname van poriënvolume en doorlatendheid door agrarische praktijken). Hiermee dreigt de (voedsel-)productiecapaciteit terug te lopen in een provincie waar de productiestructuur voornamelijk is gericht op agribusiness. Bodemverdichting en –daling zijn ook bepalend voor het waterbergend vermogen, de af- en uitspoeling van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen naar grond- en oppervlaktewater en de biodiversiteit van het bodemleven. Dit zijn dan ook belangrijke factoren in het beleid rondom duurzaam bodem en waterbeheer. Vanuit de agrarische sector maar ook bij waterschappen en provincies is grote behoefte aan meer inzicht op de huidige staat en het handelingsperspectief op korte en lange termijn. Het voorgestelde onderzoek richt zich in de eerste plaats op het verkrijgen van meer begrip van achterliggende mechanismen, ontwikkeling en validatie van innovatieve meettechnieken om bodemverdichting en –daling in kaart te brengen, inzicht in ruimtelijke variabiliteit (en achterliggende oorzaken) en gevolgen van bodemverdichting en -daling (landbouwkundig, hydrologisch, biologisch). Daarnaast beoogt dit project efficiënte, economisch rendabele (locatie-specifieke) oplossingen te ontwikkelen om de bodem (-hydrologie/chemie) ook voor de langere termijn gezond te houden en daarmee op een duurzame manier voedsel te produceren. De samenwerking leidt tot nieuwe kennis en inzichten, toepassing in de dagelijkse praktijk en inbedding in de opleiding aan de Aeres Hogeschool, o.a. door kennisontwikkeling bij studenten (de toekomstige agrariërs en adviseurs) en docenten over nieuwe digitale- en sensortechnieken.