Dienst van SURF
© 2025 SURF
This paper introduces the design principle of legibility as means to examine the epistemic and ethical conditions of sensing technologies. Emerging sensing technologies create new possibilities regarding what to measure, as well as how to analyze, interpret, and communicate said measurements. In doing so, they create ethical challenges for designers to navigate, specifically how the interpretation and communication of complex data affect moral values such as (user) autonomy. Contemporary sensing technologies require layers of mediation and exposition to render what they sense as intelligible and constructive to the end user, which is a value-laden design act. Legibility is positioned as both an evaluative lens and a design criterion, making it complimentary to existing frameworks such as value sensitive design. To concretize the notion of legibility, and understand how it could be utilized in both evaluative and anticipatory contexts, the case study of a vest embedded with sensors and an accompanying app for patients with chronic obstructive pulmonary disease is analyzed.
Voor u ligt het booklet Sensing Streetscapes: perspectieven op verdichting. Het bundelt de interviews van elf ontwerpbureaus, drie gemeentelijke senior stedenbouwers, de voormalige rijksadviseur, vijf mondiale academische pioniers van de neuro-architectuur en een verkenning naar negen bijzondere Chinese woningbouwprojecten.Deze uitgave is onderdeel van het tweejarig onderzoeksproject Sensing Streetscapes. Hierin werken onderzoekers van de HvA samen met de praktijk en internationale onderzoeksgroepen aan het ontleden van het begrip menselijke maat voor het ruimtelijk ontwerp. De conceptversie van het booklet werd op het eindseminar-excursie van 28 mei 2021 gepresenteerd. Aan de publicatie zijn de inzichten uit het eindsymposium en excursie toegevoegd, alsmede een top-10 lijst van lessen voor het verdichten met een menselijke maat op ooghoogte.
Publicatie ter gelegenheid van het afscheid/pensioen van Henk van Leeuwen, docent Informatica en lector Ambient Intelligence bij het Saxion Kenniscentrum Design en Technologie. In deze uitgave kijkt Henk van Leeuwen, na een loopbaan van 40 jaar in het onderwijs, niet alleen terug op interessante zaken uit het verleden, maar onderkent hij ook welke drijvende krachten invloed hadden. Hierbij heeft Van Leeuwen niet gestreefd naar volledigheid. Het is een persoonlijke kijk, die berust op eigen ervaringen en die tot discussie kan prikkelen. Naast de vakinhoudelijke observaties neemt Van Leeuwen ook het hbo-informaticaonderwijs en het ICT-onderzoek onder de loep. Het begrip ‘sensing’ in de titel ’Sense and nonsense of sensing’ van deze uitgave heeft dan ook niet primair een technische betekenis. Sensing is in dit verband een manier van observeren, van snuffelen. In het ‘Informaticavak’ gebruiken we daar tal van sensoren voor. Over sensoren gaat het zeker, maar nog meer over zijn persoonlijk observeren, interpreteren van wat hij heeft opgemerkt en zijn reflectie daarop. Dat leidt tot uitspraken over zin en onzin, sense en nonsense, van wat Van Leeuwen waarneemt, nu en in het verleden. Van Leeuwen neemt de lezer mee in de ontwikkelingen van informatica zoals hij die heeft gezien en breng daarvan verslag uit. Daarbij stelt hij de vraag of we uit de lijnen die we zien in het verleden, ontwikkelingen voor de toekomst kunnen afleiden.
MULTIFILE
Nature areas in North-West Europe (NWE) face an increasing number of visitors (intensified by COVID-19) resulting in an increased pressure on nature, negative environmental impacts, higher management costs, and nuisance for local residents and visitors. The high share of car use exaggerates these impacts, including peak pressures. Furthermore, the almost exclusive access by car excludes disadvantaged people, specifically those without access to a car. At the same time, the urbanised character of NWE, its dense public transport network, well-developed tourism & recreation sector, and presence of shared mobility providers offers ample opportunities for more sustainable tourism. Thus, MONA will stimulate sustainable tourism in and around nature areas in NWE which benefits nature, the environment, visitors, and the local economy. MONA will do so by encouraging a modal shift through facilitating sustainableThe pan-European Innovation Action, funded under the Horizon Europe Framework Programme, aims to promote innovative governance processes ,and help public authorities in shaping their climate mitigation and adaptation policies. To achieve this aim, the GREENGAGE project will leverage citizens’ participation and equip them with innovative digital solutions that will transform citizen’s engagement and cities’ effectiveness in delivering the European Green Deal objectives for carbon neutral cities.Focusing on mobility, air quality and healthy living, citizens will be inspired to observe and co-create their cities by sensing their urban environments. The aim to complement, validate, and enrich information in authoritative data held by the public administrations and public agencies. This will be facilitated by engaging with citizens to co-create green initiatives and to develop Citizen Observatories. In GREENGAGE, Citizen Observatories will be a place where pilot cities will co-examine environmental issues integrating novel bottom-up process with top-down perspectives. This will provide the basis to co-create and co-design innovative solutions to monitor environmental problems at ground level with the help of citizens.With two interrelated project dimensions, the project aims to enhance intelligence applied to city decision-making processes and governance by engaging with citizen observations integrated with Copernicus, GEOSS, in-situ, and socio-economic intelligence, and by delivering innovative governance models based on novel toolboxes of decision-making methodologies and technologies. The envisioned citizens observatory campaigns will be deployed and fully demonstrated in 5 pilot engagements in selected European cities and regions including: Bristol (the United Kingdom), Copenhagen (Denmark), Turano / Gerace (Italy) and the region of Noord Brabant (the Netherlands). These innovation pilots aim to highlight the need for smart city governance by promoting citizen engagement, co-creation, gathering new data which will complement existing datasets and evidence-based decision and policymaking.
De woningbouwopgave is enorm. Alleen al in Amsterdam is de bouw van minimaal 50.000 woningen tot 2025 voorzien. De impact op onze steden is nauwelijks te overschatten. Met name doordat deze nieuwbouw binnenstedelijk en daardoor in extreem dichtheden en hoogbouw gerealiseerd moet worden. We weten dat voor een goede leefomgeving de straat een menselijke maat moet hebben. Voor de gangbare woonmilieus is bekend wat voor ontwerpoplossingen dit vraagt: een actieve plint (begane grond), ritme in de straatwanden en een tactiele inrichting. Voor de nieuwe woonmilieus met on-Nederlands hoge dichtheden en hoogbouw is nog niet duidelijk hoe dat moet gebeuren. Duidelijk is dat er aandacht nodig is op het sociale vlak, programmering, mobiliteit, en de vormgeving van de straatruimte als gezamenlijke publieke ruimte met een menselijke maat. Dit onderzoeksvoorstel richt zich op de straatruimte. Ruimtelijk ontwerpers hebben urgente behoefte aan een systematisch overzicht van (elders) beproefde ontwerpoplossingen, meer grip op de werking van deze ontwerpingrepen en een tool om ontwerpoplossingen al gedurende het ontwerpproces op hun werking te kunnen testen. Om in deze behoefte te voorzien, is een consortium gevormd bestaande uit ontwerpbureaus, (internationale) kennisinstellingen die de opgave op soortgelijke interdisciplinaire manier aanpakken en een groep opdrachtgevers van ruimtelijke projecten. Sensing Streetscapes past twee nieuwe opkomende technologieën toe (artificial intelligence uit data-analytics en de eye-tracking-technologie uit de neurologie) die nodig zijn om referentielocaties te traceren en het effect van ontwerpoplossingen op de gebruikers van de straatruimte te achterhalen. Naast de kennisontwikkeling worden de technologieën ook doorontwikkeld tot twee nieuwe tools voor de toepassing in de ontwerppraktijk. Ontwerpers kunnen daarmee zelf sneller referentielocaties traceren en ontwerpoplossingen zelf toetsen bij de gebruikers. Hiermee zijn de ontwerpers in staat om met beter beproefde oplossingen per situatie en locatie straatruimtes een herkenbare menselijke maat te geven en de ontwerppraktijk innoveert.
The continuous monitoring of health indicators in biofluids such as sweat, saliva, blood, and urine has great potential for preventive medicine. Techniques that continuously monitor biomarkers still remain a major technological challenge. Recently, a concept of dynamic biosensing was published that is based on mediator particles. Such mediator particles exhibit rapid switching between a bound and unbound state during interaction with a probing structure to which they are connected through a molecular tether (like a balloon on a string). Although the concept of using mediator particles for dynamics biosensing is very promising, the used detection method is not a viable solution as it is not miniaturizable. We propose to use a photonic ring resonator (RR) or Mach-Zender interferometer (MZI) as the probing structure in combination with a highly miniaturizable readout scheme. In this project, we perform preliminary experiments to prove that this photonic approach can be used for the detection of the mediator particles tethered to the photonic waveguide. To bridge the gap with the practical application by health professionals, we will enrich the envisioned solution through OnePlanet's OpenEd program. OpenEd aims to share technology and innovations (e.g. prototypes) with educational institutes (MBO, HBO) that want to further innovate their courses or work methods, such that current and future professionals are well prepared to work with new (digital) technologies. By presenting our use-case as a 'challenge' to teachers, students and practitioners, OpenEd also allows enriching the use-case by involving (future) health professionals that can provide feedback on - or further investigation of - the practical application of our new technology from the health professional's perspective.