Dienst van SURF
© 2025 SURF
Toekomstonderzoek Van trends naar scenarioplanning De toekomst bestaat niet, maar nadenken over de toekomst, met behulp van extrapolaties, fantasie en verkenningen via scenario, kan een bron zijn van inspiratie en creativiteit. Het boek Toekomstonderzoek van Boudewijn Raessens is daar geschikt voor!
Elk jaar bezoeken tussen de een en twee miljoen mensen het waddengebied. Het toerisme is daar uitgegroeid tot een van de belangrijkste economische activiteiten. In Nederland zijn vooral de eilanden een populaire vakantiebestemming. Fietsen, wandelen en strandbezoek zijn populaire activiteiten. De authentieke atmosfeer, het strand en het duinlandschapworden het meest gewaardeerd. De natuurwaarden van de Waddenzee spelen een minder grote rol, hoewel uit onderzoek blijkt dat er een zekere relatie bestaat tussen natuurervaringen en de plaatsgebondenheid van de toerist. In tegenstelling tot Duitsland komt het toerisme op de vastelandskust van Noord-Holland, Friesland en Groningen nauwelijks op gang en kan niet profiteren van de stroom bezoekers naar de Waddeneilanden. De recente aanwijzing van de Waddenzee tot werelderfgoed wordt over het algemeen gezien als een belangrijke stimulans voor de ontwikkeling van het toerisme. InNederland blijkt de werelderfgoedstatus echter nog relatief onbekend te zijn. In tegenstelling tot het Duitse kustgebied wordt door ondernemers deze status niet of nauwelijks benut. Met de werelderfgoedstatus van de Waddenzee en de voorgenomen uitbreiding van het vliegveld Eelde als nieuwe uitdagingen zijn met behulp van scenarioplanning een aantal richtingen voor de ontwikkeling van het toerisme in Noord-Nederland geïdentificeerd en uitgewerkt in 23 product-markt-partner-combinaties. Deze hebben het karakter van shortbreaks waarineen bezoek aan het waddengebied gekoppeld wordt aan andere highlights in Noord-Nederland
Digitalisering is niet meer weg te denken uit de beroepspraktijk van publieke organisaties. Organisaties zien de voordelen van digitalisering: processen kunnen efficiënter worden ingericht en de klantbeleving kan worden geoptimaliseerd. De Nederlandse overheid zet daarom ook fors in op digitalisering. Desondanks blijkt dat de digitalisering van de publieke dienstverlening langzamer gaat dan verwacht en publieke organisaties nog een lange weg te gaan hebben om hun dienstverlening te digitaliseren of zelfs te transformeren. Belangrijke reden voor het achterblijven van de digitalisering is dat de digitaliseringsstrategieën van publieke organisaties vaak gericht zijn op bescherming van de burger in de institutionele context (dataveiligheid, privacy waarborging, etc.) en niet op de beleving van de burger als klant van publieke diensten. Om digitalisering te laten slagen moeten organisaties echter heel goed weten wat zij moeten doen om de digitalisering niet alleen vanuit organisatieperspectief, maar ook vanuit klantperspectief succesvol te maken. Omdat dit perspectief tot nu toe onderbelicht is gebleven, zal dit onderzoek hier uitvoerig op ingaan. Meerdere publieke organisaties hebben bij Hogeschool Utrecht vragen neergelegd over de gevolgen van digitalisering voor de klantbeleving en klantrelatie. In dit project wordt dan ook met, voor en door de beroepspraktijk van publieke dienstverleners onderzoek verricht omtrent de vraagstelling: “Hoe kunnen servicegerichte publieke organisaties digitalisering zo inzetten dat deze niet alleen bijdraagt aan de doelstellingen van organisaties, maar ook een positieve bijdrage levert aan de klantbeleving?” Via een ontwerpgerichte onderzoekaanpak waarin de drie kennisdomeinen Marketing, Datascience en Media Design samenkomen, krijgen publieke dienstverleners betere inzichten en nieuwe mogelijkheden om digitalisering op de juiste manier in te zetten. De uitkomsten van dit onderzoek krijgen een vertaling in een aantal toekomstscenario’s en digitaliseringsstrategieën waarmee organisaties op een succesvolle manier de transitie naar een digitale samenleving verder vorm kunnen geven.
MKB-bedrijven hebben moeite met de toekomst. Ze werken in het heden en missen werkmethoden om de grotere werkelijkheid te overzien en het bedrijf te richten op de toekomst. Daarmee zijn mkb-bedrijven nog onvoldoende aangesloten op maatschappelijke transities. Ter voorbereiding van deze aanvraag hebben we met drie mkb-bedrijven een werkmethode voor scenarioplanning uitgeprobeerd, om hen te helpen de toekomst in verhalen en acties naar voren te halen. Daarbij is expliciet brede welvaart centraal gezet. Deze vraagarticulatie heeft de waarde van scenarioplanning voor brede welvaart met het mkb bevestigd. De inzet van scenarioplanning om het mkb te faciliteren naar brede welvaart vraagt een dubbele aanpassing van de traditionele scenarioaanpak. In dit onderzoek willen we ten eerste de aanpak aanpassen zodat het denken in maatschappelijke waarde faciliteert. Dus geen volledig open toekomst (‘the sky is the limit’), maar scenario’s waar maatschappelijke opgaven uitgangspunt zijn (‘the earth is the limit’). Ten tweede willen we komen tot een aanpak die voor het mkb te hanteren is. Dus eenvoudig, praktisch en herkenbaar. In deze verkenning focussen we op de maakindustrie. Dat maakt het mogelijk om de maatschappelijke opgaven die daar spelen zo concreet mogelijk mee te nemen als kansen en bedreigingen en een instrument te ontwikkelen dat deze optimaal mee weegt. Te denken valt aan digitalisering, grondstoffenschaarste en krapte op de arbeidsmarkt. Een adviseur van de Metaalunie treedt in dit project als changemaker op. De beoogde scenariomethode is overigens niet uitsluitend bedoeld voor de maakindustrie, maar moet generiek in te zetten zijn.