Dienst van SURF
© 2025 SURF
Het strafdossier dat door het Openbaar Ministerie aan de rechter wordt voorgelegd, bestaat uit een reconstructie van vermeende strafbare feiten die hebben plaatsgevonden, en het bewijs waarop deze reconstructie is gebaseerd. Het opsporingsonderzoek vormt de basis van dit strafdossier. Deze bijdrage gaat over de manier waarop in een opsporingsonderzoek tot een ‘bewijsbare waarheid’ wordt gekomen en over het belang van denken in hypothesen en scenario’s in dat proces. Hierbij wordt ingegaan op cognitieve valkuilen die ontstaan tijdens het reconstrueren van strafbare feiten en op de bescherming die gestructureerd en methodisch werken vanuit hypothesen en scenario’s daartegen biedt. Door de inrichting van ons strafproces is het noodzakelijk om in het strafdossier transparant verslag te leggen van het reconstructieproces. Deze bijdrage biedt een concreet hulpmiddel waarmee het reconstructieproces en de verslaglegging daarvan kan worden vormgegeven. Een denkkader dat zijn basis vindt in de alom bekende ‘zeven gouden W’s’.
LINK
Na een misdrijf blijven er vaak sporen achter op een plaats delict, die een belangrijke rol kunnen spelen bij de opsporing, vervolging en berechting. Daarom is het vinden, selecteren, analyseren en interpreteren van deze sporen van cruciaal belang. Toch is dat niet altijd eenvoudig om de juiste sporen te vinden en om gevonden sporen goed te kunnen duiden. Zeker nu het technisch mogelijk is om steeds kleinere sporen te analyseren is de vraag waar die sporen dan gevonden kunnen worden en wat die sporen zeggen over het misdrijf steeds vaker aan de orde. In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de processen die een rol spelen bij het vinden, selecteren en interpreteren van sporen, en bij de kennis die nodig is om het forensisch sporenonderzoek, van plaats delict tot rechtszaal, te kunnen verfijnen en verbeteren.
LINK
Hoe kunnen politieteams meer bezig zijn met het oplossen van veiligheidsproblemen in de wijk? Van nature is de politie vooral geneigd te reageren op incidenten. Maar zij wil ook meer aan de oorzaken van problemen werken, samen met partners en burgers. De wijk operationeel expert (WOE) heeft daarin een cruciale rol. In dit project deden we actieonderzoek in politieteams in Amersfoort, Almere en Utrecht. Doel In dit actieonderzoek kregen we vanuit verschillende functies binnen de politie inzicht in hun perspectief op de rol van de WOE in het probleemgericht werken per basisteam en aan welke ontwikkelpunten zij willen werken. Resultaten Om meer WOEst aantrekkelijk probleemgericht te werken is een product ontwikkeld voor zowel de drie betrokken politieteams als andere politieteams. In dit product zijn de lokale context en ontwikkelpunten van de drie teams verwoord en met kunst en metaforen verbeeld. Er zijn verschillen en overeenkomsten tussen de teams. Uit deze vergelijking volgt een aantal thema’s en vragen waar ook andere politieteams mee aan de slag kunnen. Zo kunnen zij hun probleemgerichte werken en de rol van de WOE daarin versterken. De ontwikkelpunten per politieteam vormden de basis voor lokale ontwikkeltrajecten. In het vervolgproject WOE’s Next? pakken we dit samen met de politieteams op.
MULTIFILE