Het gaat goed met vrouwen in het Nederlandse hoger onderwijs. Hogescholen en universiteiten hebben al decennialang meer vrouwelijke dan mannelijke studenten, hun studiesucces ligt gemiddeld hoger dan van hun mannelijke studiegenoten en vrouwen doen er gemiddeld korter over om een diploma te halen. Toch verloopt de start van hoogopgeleide vrouwen op de arbeidsmarkt minder rooskleurig dan die van hun mannelijke leeftijdsgenoten die ook hoogopgeleid zijn. Dat is feitelijk al kort na hun start op de arbeidsmarkt zichtbaar. Het percentage burn-out is bij geen enkele groep zo hoog als bij de jonge hoogopgeleide vrouwen. Wat is er aan de hand? En vooral: wat is er nodig voor een betere start op de arbeidsmarkt van deze vrouwen?
Het gaat goed met vrouwen in het Nederlandse hoger onderwijs. Hogescholen en universiteiten hebben al decennialang meer vrouwelijke dan mannelijke studenten, hun studiesucces ligt gemiddeld hoger dan van hun mannelijke studiegenoten en vrouwen doen er gemiddeld korter over om een diploma te halen. Toch verloopt de start van hoogopgeleide vrouwen op de arbeidsmarkt minder rooskleurig dan die van hun mannelijke leeftijdsgenoten die ook hoogopgeleid zijn. Dat is feitelijk al kort na hun start op de arbeidsmarkt zichtbaar. Het percentage burn-out is bij geen enkele groep zo hoog als bij de jonge hoogopgeleide vrouwen. Wat is er aan de hand? En vooral: wat is er nodig voor een betere start op de arbeidsmarkt van deze vrouwen?
De respondenten van de wooncomplexen voor ouderen die bewust kiezen voor noaberschap zijn over het geheel genomen (nog) tevredener dan de respondenten van de andere wooncomplexen. Zij maken meer gebruik van de ontmoetingsruimte, hebben meer sociale contacten en minder last van eenzaamheid. Ook nemen zij vaker deel aan gezamenlijke activiteiten. Verder ontvangen zij vaker hulp van medebewoners en bieden zij ook vaker hulp aan. Tot slot vertrouwen zij er meer op dat medebewoners ook in de toekomst bereid zullen zijn andere bewoners inclusief henzelf hulp te bieden.Nederland vergrijst in hoog tempo. Dit levert verschillende maatschappelijke vraagstukken op, waaronder het realiseren van passende woon- en zorgvormen voor senioren. Zo kiezen steeds meer groepen ouderen ervoor om samen met gelijkgestemden te gaan samenwonen. Dit gebeurt bijvoorbeeld binnen wooncomplexen zoals Knarrenhof, of het Groningse Ebbingehof.erondersteld wordt dat ouderen binnen deze wooncomplexen vaker samen activiteiten ondernemen en meer naar elkaar omkijken, ook wel noaberschap geheten. Hierdoor zouden zij langer zelfstandig kunnen blijven wonen en minder, of minder snel, formele zorg nodig hebben. Dit zou betekenen dat zij meer welzijn ervaren dan bewoners van een “standaard” geclusterde woonvorm voor ouderen, zoals een seniorenappartement met ontmoetingsruimte. Het lectoraat Gezonde Stad heeft deze aanname onderzocht.De data zijn verzameld door middel van interviews met bewoners van acht geclusterde woonvormen voor senioren. Vier van deze wooncomplexen zijn gericht op ouderen die er bewust voor kiezen samen te wonen met een groep gelijkgestemden die naar elkaar willen omkijken. Bij de andere vier wooncomplexen kiezen ouderen niet actief voor noaberschap. De interviews zijn afgenomen door studenten van de Hanzehogeschool en Hogeschool Rotterdam.Doel van het onderzoek is na te gaan of bewoners van een wooncomplex voor senioren waarbij bewust wordt gekozen voor noaberschap, meer samen doen en meer naar elkaar omkijken dan bewoners van een wooncomplex waar noaberschap geen bewuste keuze is.Dit onderzoek is onderdeel van een langjarig onderzoek vanuit het Netwerk Vitaliteit.
Wat leren we uit onderzoek naar gemengde-woonprojecten? Hoe kijken bewoners, medewerkers van woningcorporaties, zorg- en opvangorganisaties en gemeenten naar deze vormen van huisvesting? Onderzoekers en studenten van de Hogeschool Utrecht onderzoeken in de regio Utrecht en daarbuiten wat er nodig is om goede buren van elkaar te worden in dit soort woonprojecten. De Ontwikkelwerkplaats Gemengd Wonen (2016-2019) vormde de start daarvan, inmiddels gevolgd door meerdere evaluaties en actie-onderzoeken in de regio Utrecht en daarbuiten. De Hogeschool deelt haar kennis met de praktijk ook via de landelijke Leergang Gemengd Wonen en door middel van presentaties en publicaties.Doel Er is steeds meer belangstelling voor gemengd wonen. Gemengd wonen gaat over woonprojecten waarbinnen verschillende groepen mensen doelbewust en in een georganiseerd verband samen wonen, contact onderhouden en soms ook gezamenlijk activiteiten ondernemen. In gemengde-woonprojecten wonen reguliere huurders samen met bewoners die (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben, bijvoorbeeld mensen die eerder dak- of thuisloos waren, jongeren met een licht verstandelijke beperking, mensen die psychisch kwetsbaar zijn of statushouders. In onze onderzoeken kijken we naar de positieve en negatieve ervaringen van bewoners, medewerkers en bestuurders van deze bijzondere wooncomplexen. En trekken we lessen voor bestaande en toekomstige projecten. Resultaten Wat hebben we tot nu toe geleerd uit ons onderzoek? In de publicaties hieronder (onderzoeksrapporten en mediapublicaties) worden veel lessen getrokken. Enkele belangrijke zijn: Gemengd wonen biedt passende huisvesting voor een brede groep mensen, waaronder huurders die (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben. Om de woonprojecten te laten slagen moeten huisvestingsorganisaties (vaak maar niet alleen woningcorporaties), zorg- of opvangorganisaties en gemeenten al vanaf de eerste voorbereiding samen optrekken en dat ook blijven doen. Bewoners van gemengd wonen zijn over het algemeen tevreden. Ze ervaren een positieve sociale controle, hebben het gevoel erbij te horen en te kunnen bijdragen aan een prettige woonomgeving. ‘Goede buur’ van elkaar proberen te zijn is het belangrijkste dat de bewoners kunnen doen. Voor de rest moeten de verwachtingen niet te hoog gesteld worden. Een gemeenschap ontstaat niet vanzelf. Verschillen in belevingswereld zorgen soms voor ongemak en onbegrip. Bewoners zijn gebaat bij goede raad voor de onderlinge omgang. De eigen inzet van bewoners voor hun woon-community is belangrijk en waardevol. Ze is gebaat bij sterk sociaal beheer en een goede begeleiding van individuele bewoners én de community. Publicaties Welkom in onze woonkamer. Gemeenten willen door met gemengd wonen. ('23) Eerst een thuis Utrecht. ('23) Psychische zorg voor statushouders toegankelijker ('23) Een goede woonstart ('23) Wat we kunnen leren van eerdere projecten waarin jongeren en statushouders samenwonen ('22) Verslag webinar maart '22: Gemengd wonen: weinig nodig voor een landelijk succes. Goed wonen! Evaluatie van het gemengd-wonenproject De Molen in Houten (feb '22). Trouw.nl: wie een goede buur wil zijn is welkom in de woonvereniging ('22). Als je wijkbewoners mixt, worden ze dan aardiger voor elkaar? ('20). Gemengd wonen met statushouders: een onderzoek naar de stek-projecten in Amsterdam ('20) Goede buren. Lessen uit gemengde woonprojecten in Utrecht ('18). Looptijd 01 november 2016 - 01 januari 2026 Interview Oranjefonds Niels doet mee aan het project Veelzijdig wonen en is een van de Nieuwe Buren in een flat waar veel kwetsbare mensen wonen. De Nieuwe Buren kijken naar de bewoners om, organiseren activiteiten en hebben veel contact met elkaar. Niels: "Dat spinnenweb van contact is heel handig als je bijvoorbeeld een verwarde bewoner tegenkomt. Een berichtje in de groepsapp en iemand schiet te hulp." Artikel over gemengd wonen in Utrecht Nico is als projectleider bij de Tussenvoorziening, een organisatie voor maatschappelijke opvang in Utrecht, voornamelijk bezig met het zogenoemd gemengd wonen. In dit artikel vertelt hij waarom gemengd wonen zo belangrijk is en deelt hij zijn ervaringen. Aanpak Dit onderzoek is onderdeel van de Ontwikkelwerkplaats Gemengd Wonen. In deze Ontwikkelwerkplaats komen bewoners, medewerkers en bestuurders bij elkaar om hun ervaringen te delen. Van deze bijeenkomsten hebben we veel geleerd over wat mensen vinden van gemengd wonen. Ook zijn er interviews en groepsgesprekken gehouden met bewoners, medewerkers en begeleiders. Vervolg De inzichten uit het onderzoek staan centraal in de leergang 'Gemengd wonen'. Werk jij bij een gemeente, woningcorporatie, zorginstelling of opvangorganisatie? Of wil je als sociaal ondernemer of actieve bewoner een woonproject opzetten? Dan kun je je aanmelden voor de achtste editie van deze interactieve cursus die in 2023 van start zal gaan. In vijf bijeenkomsten tussen februari en juni 2023 ga je aan de slag met de theorie en praktijk van gemengd wonen. Je kunt samenwerken aan nieuwe woonprojecten of bestaande projecten verbeteren. Samenwerking met kennispartners De Ontwikkelwerkplaats Gemengd Wonen heeft dit onderzoek uitgevoerd. De Ontwikkelwerkplaats is een initiatief van lector Lia van Doorn, Nico Ooms ('t Groene Sticht/Tussenvoorziening) en zelfstandig onderzoeker en projectleider Maarten Davelaar. In dit project werkten onderzoekers van Hogeschool Utrecht met veel organisaties samen: Stichting ’t Groene Sticht Stichting De Tussenvoorziening Woningcorporatie Portaal Lister Abrona Woonwerkgemeenschap Emmaus
In de afgelopen jaren nam het aandeel kwetsbare groepen in de sociale huursector aanzienlijk toe. Een groot aantal van deze groepen, zoals ouderen en mensen met een zorg- of ondersteuningsbehoefte, heeft te maken met een verhoogde kans op eenzaamheid en een beperkte zelfredzaamheid. In buurten waar kwetsbare groepen samenwonen, staat de samenredzaamheid en leefbaarheid steeds meer onder druk. Voor corporatie- en zorgprofessionals een enorme opgave. Ontmoetingsruimtes in de sociale woningbouw kunnen volgens corporatieprofessionals een essentiële rol spelen bij het aanpakken van deze opgave. Zo verwacht men dat deze ruimtes het contact tussen bewoners kunnen bevorderen en problemen als vereenzaming kunnen verminderen. Maar ook dat ze het woonplezier en de samenredzaamheid kunnen vergroten. Daardoor zouden de lasten van sociaal beheerders en zorgmedewerkers verlicht kunnen worden. In de praktijk blijkt echter dat bestaande ontmoetingsruimtes niet altijd actief gebruikt worden. Een reden daarvoor is volgens corporatieprofessionals de veranderende samenstelling van bewoners in de sociale huursector, waardoor het aanbod aan ontmoetingsruimtes niet goed meer aansluit bij de wensen en behoeften van de bewoners. ‘Vernieuwd ontmoeten’ bundelt de krachten van het lectoraat Architecture in Health van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, woningcorporatie Talis, ontwerpbureau Rabbinge Interiors en Boeijenjong Architecten om te verkennen op welke wijze het sociaalruimtelijk ontwerp van ontmoetingsruimtes beter kan aansluiten bij de wensen en behoeften van bewoners. Samen met de eindgebruikers worden er vernieuwende sociaalruimtelijke oplossingen ontworpen. Denk bijvoorbeeld aan een flexibel interieur dat nieuwe activiteiten en manieren van het gebruik van de ruimte mogelijk maakt. Het doel is te komen tot ontwerpprincipes, teneinde ontmoetingsruimtes te activeren en sociale interactie te stimuleren. De ambitie van het project is om het welbevinden en de samenredzaamheid van bewoners te vergroten en het werk van corporatie- en zorgprofessionals te verlichten.