Dienst van SURF
© 2025 SURF
Nederlandse tuinbouwsector heeft een prominente positie. Om deze positie te behouden en te verstevigen, is human capital nodig én moeten publieke en private partijen samenwerken om tot innovatieve oplossingen te komen. Daarom voert het lectoraat HRM van Inholland in samenwerking met het lectoraat Duurzame Talentontwikkeling van de Haagse Hogeschool twee onderzoeken uit in de Greenport West-Holland op het thema “De mens in Innovatie”. De publiek-private krachten worden gebundeld in fieldlabs of learning communities. Deze samenwerkingen kunnen allerlei namen hebben en ook diverse innovatieve oplossingen bieden. In dit project gaan we op zoek naar hoe je ervoor kunt zorgen dat deze oplossingen uit dergelijke samenwerkingen kunnen worden verduurzaamd. We hebben twaalf factoren geïdentificeerd en deze in een tool verwerkt. De bijlagen zijn te vinden op: https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/kenniscentra/projectdetails/groensector-in-verandering-greenport-west-holland
Steeds vaker werken onderzoekers in onderzoeksprojecten in het welzijns- en zorg domein samen met co-onderzoekers, mensen uit de onderzochte doelgroep. Ook bij verschillende hogescholen wordt ervaring opgedaan met het samenwerken met co-onderzoekers. In de literatuur wordt ook wel gesproken over peer onderzoekers, patiënt onderzoekers of ervaringsdeskundige onderzoekers, maar omdat in welzijn de term patiënt of ervaringsdeskundige minder herkend wordt en minder van toepassing is, gebruiken we in dit artikel de neutralere term co-onderzoeker. In dit artikel wordt de samenwerking met co-onderzoekers uitvoerig besproken en gaan wij in op drie praktijkvoorbeelden van collega’s en onszelf. We verkennen onder meer hoe het vormgeven van participatie verloopt, de vraag wanneer iemand een co-onderzoeker is en hoe hij/zij kan worden gefaciliteerd, dit alles met als doel de betekenis van deze vernieuwde inzet te verhelderen. Met dit artikel willen wij een aantal geleerde lessen delen en bijdragen aan het discours over nut van, randvoorwaarden voor en beperkingen aan de inzet van co-onderzoekers. Dit zal resulteren in een aantal tips en aanwijzingen voor onderzoekers die een samenwerking met co-onderzoekers ambiëren
Wetenschappers gebruiken bioorthogonale klikreacties tussen trans-cyclooctenen (TCOs) en tetrazines (Tz) om geheel nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen waarmee heel gericht cruciale biologische doelmoleculen kunnen worden geraakt, zodat ziektes op een veel selectievere manier kunnen worden behandeld. Recentelijk heeft de Radboud Universiteit een nieuw TCO-derivaat ontwikkeld en geoctrooieerd dat beschikt over twee orthogonale handvatten, goede stabiliteit, een snelle klik-kinetiek en een biocompatibele “click-to-release” functionaliteit. Bovendien kan deze TCO in een efficiënte synthese met hoge zuiverheid geproduceerd worden in tegenstelling tot vergelijkbare gepubliceerde stoffen. Binnen dit KIEM project zullen ‘ready-to-use’ TCO-producten ontwikkeld worden, gebaseerd op dit nieuwe TCO-derivaat. Dit is belangrijk om de drempel te verlagen voor onderzoekers om deze nieuwe technologie te benutten in hun toepassingen en versnelt daarmee de ontwikkeling van “slimme” geneesmiddelen of materialen. De werkzaamheden in dit project zullen bestaan uit literatuuronderzoek, synthetisch ontwerp van TCO-derivaten, chemische synthese, onderzoek naar de eigenschappen van de stoffen en contact leggen met potentiele gebruikers. De beoogde projectresultaten zijn chemische methoden om geactiveerde TCOs te synthetiseren, 5–10 geactiveerde eindproducten, inzicht in de chemie van TCOs, inzicht in de kinetiek en stabiliteit van de nieuwe TCOs en nieuwe samenwerkingen. In dit project wordt samengewerkt tussen de Radboud Universiteit en het biotechnologiebedrijf Synvenio. Binnen de synthetisch organische chemie afdeling van de Radboud Universiteit is de eerdergenoemde nieuwe TCO ontwikkeld. Synvenio is een jong biotechnologiebedrijf dat bioactieve stoffen beschikbaar maakt voor biochemisch- en biomedische onderzoekers. Het team bestaat uit chemici met veel affiniteit met biochemie, waaronder een van de uitvinders van de nieuwe TCO.
ADAS Kennisbank Advanced Driver Assistent Systems (ADAS) bepalen als een van de vier disruptieve automotive trends1 de komende jaren de automotive-branche. In de breedte van de branche –mkb-autobedrijven en -werkplaatsen, rijschoolhouders, verzekeraars, overheden, belangenorganisaties - bestaat het bewustzijn van de potentie en de impact van deze trend. Door de snelheid, waarmee deze ontwikkeling gepaard gaat, groeit de behoefte aan state of the art ADAS-kennis bij MKB-bedrijven in de automotive sector. Tevens vraagt de aard van deze disruptieve trend om interdisciplinaire samenwerkingen om de state of the art kennis te blijven ontwikkelen en om deze toegankelijk te presenteren. Met een consortium- bestaande uit MKB-ers en branche- belangenorganisaties- dat de breedte van de automotive-branche vertegenwoordigt, wil HAN-AR de behoefte aan ADAS kennis concretiseren en een kennisbank creëren waar onafhankelijke state of the Art ADAS kennis voor een breed netwerk toegankelijk wordt gepresenteerd. Doormiddel van dit onderzoek worden de ADAS kennishiaten in kaart gebracht en worden op basis daarvan nieuwe netwerken gevormd waarmee relevante en ontbrekende state of the art kennis wordt onderzocht. Het onderzoek moet leiden tot het uitbreiden van het ADAS netwerk dat zowel voor onderzoek als ook voor het automotive onderwijs komende jaren een prominente rol zal gaan spelen.
Professionals worden steeds vaker ondersteund door AI (Artificial Intelligence, kunstmatige intelligentie). Maar hoe ervaren professionals dat? Welke vorm van ondersteuning versterkt hun professie en wat willen ze vooral niet? In dit project onderzoeken we hoe verschillende rollen voor AI (besluitvormer, adviseur of kennisbron) worden ervaren door aankomend professionals in de preventieve zorg. Doel Krachtige samenwerking professional en AI Met het project willen we inzicht krijgen in welke invloed verschillende vormen van samenwerking met AI heeft op waarden als autonomie en vertrouwen bij professionals. Deze inzichten willen we vertalen naar vormen van samenwerking waarbij de kracht van zowel professional als AI optimaal tot uiting komt. Resultaten Het beoogde resultaat van het project is een set aan concrete richtlijnen voor het context-afhankelijk ontwerpen van mens-AI samenwerkingen die recht doen aan persoonlijke waarden. Looptijd 01 april 2021 - 31 maart 2022 Aanpak We onderzoeken verschillende rollen van AI door middel van Wizard of Oz experimenten. Hierin voeren studenten paramedische studies een preventieve gezondheidscheck uit met behulp van een gesimuleerd AI algoritme. De resulterende richtlijnen toetsen we in focusgroepen met zorg professionals. Relevantie voor beroepspraktijk Het gebruik van AI heeft grote potentie voor de beroepspraktijk. Er zijn echter ook zorgen over de impact van AI op de maatschappij. Met dit project dragen we bij aan een ethisch verantwoorde inzet van AI. Cofinanciering Dit project wordt uitgevoerd als onderdeel van het programma R-DAISES dat wordt uitgevoerd in het kader van NWA route 25 – verantwoorde waardecreatie met big data en is gefinancierd door NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek)