Dienst van SURF
© 2025 SURF
Van leraren wordt immers verwacht dat zij hun leerlingen voorbereiden op de veranderende wereld die steeds internationaler wordt. Het Hoger Onderwijs moet anticiperen op deze ontwikkelingen en 'Internationalisering' een plaats geven in haar programma's. In dit artikel wordt weergegeven hoe internationalisering op dit moment vorm krijgt in een Masteropleiding voor leraren die zich richt op de speciale onderwijszorg (Fontys OSO M SEN). Daarbij wordt, in navolging van de definitie van Jane Knight (2008) een brede definitie van internationalisering gebruikt, namelijk: het proces van het integreren van een internationale, interculturele of globale dimensie in het doel, de functies of de levering van het onderwijs. Het gaat om de wijze waarop een leraar omgaat met en oog heeft voor deze internationale, interculturele en globale dimensie. In hoeverre is er oog voor de diversiteit aan culturele achtergronden van de kinderen in de klas, hoe communiceert de leraar met ouders die zelf de Nederlandse taal niet beheersen, hoe bespreekt hij actuele (politieke) ontwikkelingen.
Hoe verhoudt de Noord-Europese economie zich tot het vrije marktmodel en tot het sociale marktmodel, en welke elementen uit beide modellen vormen de economie van de Noord-Europese regio? De auteurs onderscheiden specifieke kenmerken, kansen en bedreigingen voor de Noord-Europese economie. Zo kan wellicht een ‘race to the bottom’ worden voorkomen, een economie waar alles draait om de laagst mogelijke prijs, en waarin bedrijven, landen en regio’s volstrekt op zichzelf zijn aangewezen.
Momenteel zoekt de commissie Wijffels naar nieuwe bankmodellen voor Nederland. De commissie doet aanbevelingen over hoe spaargeld in de toekomst wordt beschermd bij een bankfaillissement. Hierachter ligt de vraag hoe private en publieke belangen worden vastgelegd in de structuur van het Nederlandse bankwezen. De geschiedenis laat zien dat de private bank een onjuist rolmodel is gebleken. Eigenlijk gaat het in Nederland altijd om vormen van publiek-private samenwerking bij banken of nemen belanghebbenden zelf het initiatief tot een bank.
LINK
In dit project doet Inholland samen met Nova College, MeerWaarde, Plangroep en de gemeente Haarlemmermeer verkennend participatief actieonderzoek naar een nieuwe preventieve werkwijze gericht op het bespreekbaar maken van schulden en stress onder jongeren tussen de 16 en 27 jaar. De schulden-en-stress-aanpak van MeerWaarde is niet eerder bij de doelgroep jongeren toegepast en vraagverlegenheid is niet eerder in dit verband onderzocht. Dit zijn vernieuwende aspecten in deze aanvraag. Vraagverlegenheid kan ertoe bijdragen dat jongeren niet over hun financiële problemen praten met anderen en schulden daardoor steeds hoger oplopen. Preventief werken wordt hierdoor bemoeilijkt. In dit project onderzoeken we op participatieve wijze hoe jongeren hun eigen vraagverlegenheid herkennen en erkennen als het gaat om het ervaren van geldstress, wat zij nodig hebben om hun hulpvraag aan anderen te articuleren en wat er nodig is om deze jongeren tijdig te ondersteunen. Dit levert nieuwe kennis op over de rol van vraagverlegenheid bij financiële problemen en biedt denkrichtingen voor nieuwe instrumenten en methodieken gericht op het bespreekbaar maken van geldstress bij jongeren. Met dit verkennend onderzoek bereiden we opschaling voor naar de regio’s Amsterdam en Rotterdam om die kennis, instrumenten en methodieken in een vervolgproject verder uit te werken.
Sinds 2023 heeft het lectoraat Werken in Justitieel Kader een panel van ervaringsdeskundigen aan zich verbonden dat meedenkt over de activiteiten van het lectoraat. In het forensisch sociaal domein wordt namelijk in toenemende mate gebruik gemaakt van ervaringsdeskundigen. Doordat ervaringsdeskundigen soortgelijke ervaringen hebben als cliënten, fungeren zij als rolmodel, hoopverschaffer en bruggenbouwer tussen cliënt en organisatie.
In een veranderende maatschappij, waarbij gemeentes meer inzetten op participatie, eigen regie en eigen kracht van burgers is het vooral voor jongeren een uitdaging om mentaal gezond te zijn en te blijven. Tijdige hulp in deze leeftijdsgroep is erg belangrijk om een vastgelopen ontwikkeling met alle gevolgen van dien te voorkomen. Het doel van ons project is om bij jongeren tussen 18 en 27 jaar het taboe over mentale klachten te doorbreken, deze klachten te normaliseren en mentale gezondheid bespreekbaar te maken. Hiermee beogen we de drempel om hulp te vragen te verlagen. Door een combinatie van literatuuronderzoek en het afnemen van semigestructureerde interviews willen wij inzicht krijgen in beïnvloedende factoren rondom het zoeken naar hulp bij mentale klachten door jongeren. De beoogde eindproducten zijn een korte film en podcast. Deze eindproducten hebben naast een normaliserende functie, ook een functie als “conversation starter” en stimuleren daarmee een eerste stap te zetten naar het zoeken van hulp in de eigen omgeving of zo nodig naar reeds bestaande initiatieven op het gebied van mentale gezondheidszorg en mentaal welzijn. Door te luisteren naar input van jongeren zelf en door hen in te zetten als ambassadeur en positief rolmodel in de film en podcast, wordt er optimaal afgestemd op de doelgroep. We zetten bewust niet in op het ontwikkelen van een nieuwe interventie. We denken juist dat door het versterken van de coping strategie om openlijk over mentale klachten te durven praten en daarmee sociale steun te zoeken, preventief aan mentaal welzijn gewerkt kan worden.