Dienst van SURF
© 2025 SURF
Inaugurele rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van Lector Inclusief Natuurbeheer aan Hogeschool Van Hall Larenstein, mei 2024
MULTIFILE
In this paper we investigate laypersons’ valuation of historic buildings, their experiences of thermal comfort in those buildings and contrast this with their views on the appropriateness of energy efficiency measures. This paper presents four case studies of medieval churches in Groningen, Netherlands. Valuation studies is used to investigate the values that are attached to historic buildings by various stakeholders. We apply the ‘heritage as a spatial vector’ approach, to position heritage in relation to developments in society and the landscape. Our theoretical contribution lies in the combination of heritage approaches and valuation studies. We conclude that for a more balanced assessment of historic buildings, laypersons’ valuations should be further integrated in heritage studies.
In dit rapport wordt verslag gedaan van de bevindingen uit deelproject 2: een onderzoek naar de metamethodiek wraparound care bij drie instellingen voor verslavingsreclassering. Het onderzoek is begeleid door Jo Hermanns, Anneke Menger en Rene Butter. Luisteren naar de cliënt, de cliënt serieus nemen en de continuïteit van zijn begeleiding waarborgen; belangrijke elementen van een goed reclasseringstraject. Maar hoe doe je dit bij een doelgroep die middelen gebruikt en veelal ook psychiatrische problemen heeft? Dit onderzoeksrapport maakt duidelijk dat wraparound care toegevoegde waarde heeft voor reclasseringswerkers. Het onderzoek richt zich op het verbeteren van de samenhang en continuïteit in de justitieketen, wat voor deze kwetsbare doelgroep erg belangrijk is. Vaak krijgen cliënten in de praktijk te maken met verschillende partijen die allemaal een klein stukje van de problemen proberen op te lossen. Het komt voor dat de verschillende partijen niet van elkaar weten wat ze doen, soms zelfs met tegenstrijdige behandelingen en adviezen tot gevolg. De cliënt raakt hiervan in de war en weet niet meer naar welke hulpverlener hij moet luisteren. Met uiteindelijk een minder effectieve aanpak tot gevolg. Wraparound care vormt een team om een cliënt heen, waar die cliënt zelf ook deel van uitmaakt. Alle betrokken partijen weten van elkaar wat ze doen. Ze verdelen de taken en verantwoordelijkheden. Er wordt gewerkt vanuit de eigen kracht van de cliënt. Dit sluit naadloos aan bij de specifieke aanpak van de verslavingsreclassering, waarin de visie van de cliënt ook belangrijk is. Als een cliënt zelf verantwoording neemt voor het reclasseringstraject, daalt de kans op herhalingscriminaliteit fors. En dat is juist waar de verslavingsreclassering voor staat: het strafrecht effectiever maken.
Onze straten zijn in transitie: Verdichting door de bouw van 1 miljoen nieuwe woningen in de bestaande stad; de versnippering van nieuwe vormen van (deel)mobiliteit; vergroening; installaties en objecten voor energietransitie; de introductie van biobased en circulaire materialen; de verschraling van het winkelaanbod; de introductie van heel nieuwe typen woonmilieus. Allemaal werkt door in de straatruimte; de gedeelde publieke ruimte tussen de gebouwen die cruciaal is voor de leefkwaliteit en well-being van inwoners. Het maken van de straatruimte vindt gefragmenteerd en geleidelijk plaats. Met de bouw van 1 miljoen nieuwe woningen de komende tien jaar is de impact echter nauwelijks te overschatten. Gemeentelijke overheden bepalen de kaders en stellen de regels, maar de daadwerkelijke keuzes en uitwerkingen worden door ontwerpbureaus gemaakt. Deze MKB-ers twijfelen of de gangbare opwerpoplossingen inderdaad de well-being versterken. Zij hebben urgente behoefte aan meer evidence based kennis hierover, vernieuwde ontwerpoplossingen en kennisdeling. Met deze mkb-vraag gaat dit onderzoek aan de slag. Dit onderzoeksvoorstel richt zich op de straatruimte op ooghoogte, de nieuwe verdichtingslocaties, drie gebruikersgroepen (bewoners, passanten, bezoekers) en de impact op well-being van de huidige ontwerpoplossingen, mede in relatie tot nieuwe vereisten vanuit personenmobiliteit en vergroening. Hiertoe hebben we een consortium samengesteld van architectuur, stedenbouw, landschapsarchitectuurbureaus, brancheorganisaties en een reflectiegroep van ruimtelijk opdrachtgevers en interdisciplinaire internationale academici. We bouwen voort op ons exploratieve onderzoek Sensing Streetscapes en de daarin geteste nieuwe technologieën (artificial intelligence en eye-tracking-technologie uit de neurologie) en zetten die in om de impact van ontwerpoplossingen op de well-being van gebruikers van de straatruimte te meten – en tussentijdse resultaten in te zetten om een cultuur van reflectie en innovatie in de praktijk van de ruimtelijke ordening aan te jagen.
Steeds meer stakeholders in mode- en textielketens zien het belang van radicale veranderingen voor een duurzame en circulaire economie. Natuurlijke, hernieuwbare grondstoffen en afvalstromen uit de agrofoodsector vormen voor ontwerpers en industrie een kans producten te ontwikkelen binnen circulaire en lokaal georganiseerde waardeketens. Geïnspireerd door toekomstvisie ‘Nederland in 2120’ met veel ruimte voor ‘waterbouw’, onderzoeken we de mogelijkheden om in onbruik geraakte zeegrasgewassen (opnieuw) in te zetten voor duurzame textieltoepassingen. ArtEZ Future Makers heeft in gesprekken met praktijkpartners de vraag opgehaald hoe watergrassen weer als grondstof beschikbaar kunnen worden gemaakt voor duurzaam ontwerpen voor onder meer kleding, schoenen, interieur en meubels, mede o.b.v. historische en actuele kennis m.b.t. het telen, oogsten, verwerken en toepassen van watergewassen. Deze praktijkvraag is vertaald naar twee onderzoeksvragen: 1. Welke Europese en met name Nederlandse zeegrassen hebben de juiste eigenschappen om ze ecologisch en economisch duurzaam te telen, oogsten en te verwerken – al dan niet gecombineerd met andere duurzame materialen – tot grondstof voor textiele toepassingen? 2. Welke historische kennis van verwerking en toepassingen van zoet- en zoutwatergrassen in producten is (nog) beschikbaar en relevant voor het ontwikkelen van duurzame waardeketens voor consumentgoederen? Praktijkpartners zijn The Fieldwork Company, specialist in restoratie en teelt van zeegrassen en Jolijn Fiddelaers, duurzame ontwikkelaar van textiele producten voor diverse designlabels. Tapijtmuseum Genemuiden en Wageningen Universiteit & Research zijn als kennispartners betrokken. Het tapijtmuseum bezit kennis van verwerking van zoetwatergewassen voor producten en WUR onderzoekt de gewenste eigenschappen van zeegras voor textiele toepassingen. Onder begeleiding van enkele ontwerpers-onderzoekers zullen ontwerpstudenten experimenteren met zeegras. Beoogde projectresultaten zijn een wetenschappelijke rapport i.s.m. WUR, materiaalsamples en productproeven van zeegras, globale keten- en stakeholderanalyses voor kansrijke producten van zeegras en disseminatie- en netwerkactiviteiten t.b.v opzet vervolgonderzoek en uitbreiding consortium.