Dienst van SURF
© 2025 SURF
Dit rapport is een samenvatting van de volgende onderzoeken: De invloed van huisvesting op de reproductie van de meeltor De invloed van verschillende voedertypes bij het opkweken van meelwormen.
MULTIFILE
Hoofdstuk 6 in Moresprudentie in de praktijk. Inhoud hoofdstuk: Morele verontwaardiging en morele stellingname Functionele stellingname Rudimentaire veiligheid Traumatische overdracht Stop de versluiering en de reproductie van geweld Reflectievragen Literatuur
LINK
Wat kan een reguliere school doen om ook slechthorende kinderen onderwijs te kunnen geven, in een klimaat waarin deze kinderen zich prettig voelen en tot hun recht komen? Inclusief onderwijs betekent dat elk kind de mogelijkheid krijgt om effectief onderwijs te volgen in de eigen buurt, waarbij verschillen tussen kinderen worden gewaardeerd en gerespecteerd. Bij inclusief onderwijs kan elk kind zijn of haar capaciteiten volledig ontplooien. Dat zou dus ook voor slechthorende kinderen moeten gelden. Maar is inclusief onderwijs voor deze groep mogelijk, terwijl recht wordt gedaan aan hun bijzondere communicatiebehoefte? In dit dossier vind je een interview met Annemiek Voor in 't Holt over dit onderwerp. Daarnaast biedt haar achtergrondartikel "Westervoort Inclusief. Een fictieve inclusieve school met dove en slechthorende leerlingen" tal van handvatten waarmee leerkrachten van diverse schooltypen hun onderwijs toegankelijk kunnen maken voor kinderen met een gehoorverlies. Ook vind je verschillende instrumenten waarmee je zelf als horende leraar een indruk kunt krijgen wat jouw slechthorende leerling(en) hoort, en vooral: wat niet. Door een blaffend hondje wordt in een powerpointboekje uitgelegd hoe het oor in elkaar zit, leuk om met de klas eens te bekijken. Op de pagina Voor kids: zo werkt je oor zijn ook nog handige links voor kinderen te vinden. Met een checklist kun je nagaan in hoeverre je zelf daadwerkelijk een actieve luisteraar bent.
De nematode C. elegans is als alternatief testsysteem een zeer aantrekkelijk organisme voor het beoordelen van stoffen op potentieel schadelijke effecten. Het biedt door zijn geringe grootte van maar 1 mm een alternatief om op snelle wijze veel stoffen te beoordelen. C. elegans valt als ongewerveld dier niet onder de dierproefwet en kan ongelimiteerd zonder benodigde vergunningen worden ingezet. In de afgelopen jaren is uit gesubsidieerd onderzoek (RAAK MKB, CRACKIT) gebleken dat C. elegans een goede voorspellende waarde heeft om effecten te beoordelen die stoffen mogelijk hebben op de ontwikkeling en reproductie. Via een haalbaarheidsstudie wordt de markt beter in kaart gebracht en een verzelfstandigingsmodel ontwikkeld vor de relatie met de HAN.
De insectenkweek is een “kleine sector” met “grote kansen” aldus een recent verschenen rapport van de ABN-AMRO. Uitdagingen om de sector groter te maken liggen vooral in het automatiseren en mechaniseren. Door het veranderen van wetgeving groeit de vraag naar insecten, maar de productie blijft nog achter. De tijd is rijp om te investeren in opschaling, automatisatie en mechanisatie. Voor kleine bedrijven zoals de meeste kwekerijen is dit nog niet haalbaar. Dit project wil bijdragen aan het automatiseren en mechaniseren van de insectenkweek door middel van een “klein apparaat” met “grote kansen”. In de kweek van de meelworm valt in reproductiefase enorm veel winst te boeken in het aantal nakomelingen. Een van de manieren waarop winst te behalen is, is het optimaliseren van de geslachtsverhouding. Onderzoek aan de HAS wijst uit dat hier minimaal 150% winst te behalen is. Dit is echter alleen toe te passen in de praktijk indien het scheiden van de geslachten of het optimaliseren van de geslachtsverhouding automatisch kan gebeuren. Dit project is een eerste stap in een meerjarig traject om de (re)productie van de meelwormkwekerij te optimaliseren met behulp van een insectenpoppensorteermachine waarmee de geslachten van het insect gesorteerd kunnen worden en wellicht in de nabije toekomst, net als zaden in de zaadtechnologie, ook de kwaliteit van de poppen bepaald kan worden.
In TOX FLOW ontwikkelen we proefdiervrije methoden om de invloed van giftige stoffen en complexe mengsels op de voortplanting en ontwikkeling van embryo's te bestuderen.Doel We willen met het project TOX FLOW dierproefvrije methoden ontwikkelen om de invloed van giftige stoffen op de voortplanting en ontwikkeling van embryo's te kunnen voorspellen. Het kost veel tijd en geld om veel verschillende chemische stoffen te testen mbv dierproeven. Bedrijven en overheden willen daarom graag dat er betrouwbare dierproefvrije methoden worden ontwikkeld, die ook geaccepteerd worden door regelgevende instanties in Europa (en daar buiten). Resultaten We brengen de inzichten uit het onderzoek in praktijk door: Standaardprocedures voor verschillende testmethoden beschikbaar te stellen Wetenschappelijke artikelen en presentaties voor onderzokers, bedrijven en overheden Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) is daarnaast bedoeld om economische groei te stimuleren. Er is veel aandacht voor commerciele toepassing van de resultaten Protocollen en stageplaatsen voor studenten uit het bachelor onderwijs. Looptijd 01 december 2018 - 31 december 2022 Aanpak In dit project worden eerder ontwikkelde methoden (met de worm C elegans, zebravisembryo’s en stamcellen) gecombineerd met in vitro huidmodellen om de effecten van complexe verbindingen te kunnen testen. Huidmodellen worden gebruikt om de blootstelling aan deze stoffen via de huid te kunnen meten. Dit onderzoek is van belang voor bedrijven die (chemische) producten ontwikkelen of hun producten op dierproeven laten testen door contract laboratoria (CRO's). Dit onderzoek is een vervolg op het project PreDART. DART staat voor Development And Reproduction Toxicology en wordt ook wel ontwikkelings- en reproductietoxicologie genoemd.Vrijwel alle bedrijven in de chemische industrie moeten hier op verplicht hun producten testen vanwege de Europese wet REACH.