Dienst van SURF
© 2025 SURF
De Isernhagen Work Systems Functionele Capaciteits Evaluatie (IWS FCE) is een performance-based test met goede psychometrische kenmerken bij gezonden en bij mensen met lage rugklachten. Doel: bepalen van de twee-daagse reproduceerbaarheid van de IWS FCE en analyseren van mogelijke bronnen van variantie bij mensen met artrose.
Binnen de revalidatie van patiënten met aspecifieke chronische lagerug pijn (CLRP) is het accent geleidelijk aan verschoven van eenbiomedische naar een bio-psychosociale revalidatie. Een benaderingbinnen de revalidatie is de cognitief somatische revalidatie. De positieveresultaten waren mede aanleiding voor dit promotieonderzoek. Decognitief somatische revalidatie heeft als doel het verminderen enonder controle houden van de ervaren beperkingen bij patiëntenmet aspecifieke CLRP. Binnen dit programma leeft de gedachte datnaast de beoordeling van de maximale en submaximale capaciteitook de ervaren inspanning van belang is voor een uitgebreider beeldvan het probleem van de patiënt en om de effecten van de cognitiefsomatische revalidatie te kunnen evalueren. De consequentie vandeze gedachtegang maakt dat er meetinstrumenten nodig zijn omzowel de fysieke capaciteit als ook de ervaren inspanning te kunnenbepalen. Tot op heden is het onduidelijk welke factoren bepalend zijnvoor het effect van de vermindering in ervaren beperkingen van depatiënten door het cognitieve somatische revalidatie programma. Ditonderzoek concentreert zich op het bepalen van de psychometrischeeigenschappen van de meetinstrumenten die zowel de fysieke capaciteitals ook de ervaren inspanning meten en de factoren die bepalendzijn voor de vermindering van de ervaren beperkingen van patiëntenmet aspecifieke CLRP die deel nemen aan een cognitief somatischerevalidatie programma.
Door middel van een literatuurstudie is onderzoek gedaan de rollen die een e-tutor kan vervullen bij het begeleiden van leer- en groepsprocessen binnen een discussieforum. In het empirisch onderzoek zijn de mogelijke rollen en kenmerkende interventies in de vorm van een conceptinstrument gevalideerd door het uitvoeren van een contextanalyse, een interview met een ervaren e-tutor en het houden van een aantal proefcodeersessies. Dit heeft geresulteerd in een instrument die de rollen van de e-tutor in drie categorieën onderbrengt. In de eerste categorie vertolkt de e-tutor de rollen van de instructeur, organisator en vakexpert. In deze categorie treedt de e-tutor nog voornamelijk als docent op en neemt hij een centrale positie in het leerproces van de student. In de tweede categorie treedt de e-tutor op als stimulator van het samenwerkend leren. Zijn positie is naar de zijlijn geschoven en zal proberen de studenten zelf op onderzoek te laten gaan. De student leert door in gesprek (discussie) te gaan met medestudenten, zodat kennis, ervaring en ideeën uitgewisseld kunnen worden. In de laatste categorie treedt de e-tutor op als manager van het groepsproces en het welbevinden van de individuele student. De e-tutor probeert in deze rol een ‘community’ te creëren, waarin studenten zich gerespecteerd en prettig voelen. Het instrument is vervolgens getest op betrouwbaarheid en validiteit. De eerste resultaten tonen aan dat het instrument redelijk betrouwbaar en valide is. In de toekomst zal het instrument op grotere schaal getest moeten worden, zodat met meer zekerheid uitspraken gedaan kunnen worden over de kwaliteit van het instrument. Wanneer het instrument is doorontwikkeld zou het gebruikt kunnen worden door collega’s binnen de opleiding die gebruik maken van discussiefora om het leer- en/of groepsproces te begeleiden. Naast dat het instrument het handelen van de e-tutor in beeld brengt kan het ook gebruikt worden als inspiratiebron voor collega’s die discussiefora willen gaan gebruiken bij het verzorgen van hun onderwijs. Naast deze praktische mogelijkheden zou het instrument ook gebruikt kunnen worden bij het beantwoorden van diverse vraagstukken ten aanzien van het begeleiden van leer- en groepsprocessen binnen discussiefora. Zo zou het instrument bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden bij een onderzoek naar de begeleidersrol van de e-tutor binnen een bepaald studietraject. Is er bijvoorbeeld een relatie tussen de rol van de e-tutor en het studietraject van de groep studenten die hij begeleidt? Biedt hij een andere vorm van begeleiding wanneer studenten deelnemen aan de Verkorte opleiding en dus beschikken over een hoog opleidingsniveau, dan studenten binnen de reguliere vierjarige opleiding. Daarnaast zou met het instrument onderzoek gedaan kunnen worden naar de relatie tussen rol van de e-tutor en de kenmerken van een leertaak. Stimuleert de e-tutor het samenwerkend leren, wanneer studenten volgens de leertaak geacht worden samen te werken?
Een beroerte is de belangrijkste oorzaak van invaliditeit in Nederland. Revalidatie van mensen die een beroerte hebben gehad, is erop gericht hen zo zelfstandig mogelijk in hun eigen omgeving te laten functioneren. Vaak zijn er na de revalidatie nog altijd gevolgen van een beroerte, die het zelfstandig functioneren bemoeilijken. Mensen die een beroerte overleven houden er vaak chronische gevolgen aan over, zoals loop- en balansproblemen, verhoogd valrisico, vermoeidheid en depressie. Deze problemen bij thuiswonende mensen met een beroerte resulteren vaak in een inactieve leefstijl. Dit leidt tot een neerwaartse spiraal waarin de fysieke activiteit steeds verder afneemt, patiënten steeds verder deconditioneren, de verzorgingsbehoefte toe- en de mate van zelfstandigheid afneemt en het risico op een volgende beroerte toeneemt. Studies laten zien dat fysieke activiteit een positief effect op gezondheid heeft van patiënten na beroerte. De technologie om fysieke activiteit betrouwbaar en valide te meten is aanwezig en er is inzicht in belemmerende en faciliterende factoren voor fysieke activiteit. Er is echter nog geen bewezen effectieve interventie voor het aanleren en behouden van een fysiek actieve leefstijl voor patiënten na beroerte. Omdat alle richtlijnen voor beroerte aangeven dat het belangrijk is dat patiënten na beroerte fysiek actief zijn, vragen fysiotherapeuten zich af hoe krijgen en houden wij patiënten na een beroerte actief, dus hoe krijgen wij een actieve leefstijl bij een patiënt? Deze praktijkvraag is “vertaald” naar de volgende onderzoeksvraag: Wat is het effect van een beweegstimuleringsinterventie bij thuiswonende patiënten na beroerte op fysieke activiteit en aerobe capaciteit? Deze onderzoeksvraag wordt in drie stappen uitgewerkt: 1. Het ontwikkelen van een veldtest om aerobe capaciteit te meten in de praktijk, 2 Het ontwikkelen van een interventie gericht op het (langdurig) bevorderen van een fysiek actieve leefstijl; 3. Het testen van de feasibility van de interventie in een pilot studie.
De consumptie en productie van pittige voedingsmiddelen in Nederland groeit. De bedrijven die pepers telen of verwerken hebben moeite om de pittigheid nauwkeurig te meten. Momenteel gebeurt dit vooral door het proeven van de pepers, wat een beperkte methode is door het aantal monsters dat geproefd kan worden en de subjectiviteit. Alternatieve bestaande meetmethoden zijn duur en niet praktisch inzetbaar. Omdat de pittigheid van pepers sterk kan variëren door omgevingsfactoren, is er behoefte aan een snelle en betaalbare meetmethode om het productieproces te verbeteren. Het doel van dit project is het ontwikkelen van een toegankelijke en betaalbare methode; "SPICE", voor de detectie van pittigheid. In het kader van het KIEM-project wordt de reproduceerbaarheid en gevoeligheid van deze assay onderzocht, evenals mogelijkheden voor het vereenvoudigen van de uitleesmethode. Daarnaast wordt gekeken naar de correlatie tussen het gemeten signaal en de hoeveelheid capsaïcine in pepers en andere producten. Op basis van de resultaten worden verdere stappen voor doorwerking/implementatie opgesteld in samenwerking met partners, zoals een grotere vervolg aanvraag of contract onderzoek. Samengevat vormen het ontbreken van betaalbare en betrouwbare pittigheidsmetingen een probleem voor bedrijven die pepers telen of verwerken. Het doel van SPICE is om een innovatieve en toegankelijke methode voor pittigheidsmetingen voor bedrijven te ontwikkelen.