Dienst van SURF
© 2025 SURF
De komst van de Participatiewet in 2015 stond niet op zichzelf. Van 2015 toten met 2018 volgde een enorme hoos aan bijkomende wet- en regelgeving. Debedoeling van de wetgever was om met deze wetgeving ondernemers te stimulerenmedewerkers met een beperking in dienst te nemen. Uit ons onderzoek blijktdat de ondernemers die wij spraken ook zonder wet- en regelgeving over willengaan tot inclusief werkgeverschap. De regelzucht van de rijksoverheid kan er juisttoe leiden dat ook deze koplopers gaan afhaken, als de wet- en regelgeving nietondersteunend is en leidt tot ongelijke behandeling.
De ouderenzorg in Nederland maakt al enkele jaren een ingrijpende transitie door als gevolg van de vergrijzing en de financiële crisis (SER, 2008; Helderman e.a. 2013; Van Dalen e.a. 2010; Sociaal Cultureel Planbureau, 2013). Er is door zorgorganisaties hard gewerkt aan vernieuwing en verande¬ring. De veranderaanpak van zorgorganisaties verschillen echter sterk van elkaar, met als uitersten van bovenaf gestuurd volgens vastomlijnde plannen, tot van onderop laten ontstaan. Over het vraagstuk welke aanpak nu het meest succesvol is, wordt een levendige discussie gevoerd in de literatuur over organisatieverandering (o.a. Beer & Nohria, 2000; Boonstra, 2010; Kolind & BØtter, 2014). Het is de vraag of een organisatie überhaupt in staat is om zichzelf te veranderen in de gewenste richting. Daar¬naast hebben de meeste zorgorganisaties doorgaans in meer of mindere mate eigenschappen van een bureaucratisch systeem. Kan een bureaucratische organisatie transformeren tot een cliëntgerichte or¬ganisatie? Alles in een bureaucratisch systeem is er juist op gericht om dit systeem in stand te houden. Fruytier (1994) duidt dit ook wel als de paradox van de Baron van Münchhausen (Fruytier, 1994). Het Experiment sociale innovatie, ontwikkeld door BrabantZorg, brancheorganisatie ActiZ en de HU1 was één van de veranderinitiatieven dat als doel had om het bureaucratische systeem te doorbreken en meer regelruimte te creëren voor medewerkers. Bij de veranderaanpak was bewust gekozen voor een bottom-up aanpak. BrabantZorg heeft na het experiment samen met de HU de aanpak doorontwik¬keld en opgeschaald. Heeft deze veranderaanpak gewerkt, en belangrijker nog, ook beklijfd? Met an¬dere woorden, is de Baron in staat geweest om na enige hulp op eigen kracht aan de kant te komen, en ook om de vaste grond onder zijn voeten te houden?
Zuyd Hogeschool koerst op zelforganisatie voor (opleidings)teams. Zelforganisatie wordt opgevat als het binnen de bestaande context en kaders van de hogeschool bevorderen van eigen verantwoordelijkheid van teams en medewerkers voor de organisatie en verdere ontwikkeling van een opleiding. De complexiteit van de organisatie en het onderschrijven van de professionaliteit van de medewerkers maken zelforganisatie tot een gewenst uitgangspunt. Samenwerking, regelruimte, verantwoordelijkheid, proactief handelen en verbindend leiderschap worden verbonden aan het begrip zelforganisatie. De onverwachte taakstellingen die de Corona-pandemie met zich meebracht versterkten dit besef. Met de dankbetuiging in De Limburger van 20 maart 2021 sprak het College van Bestuur waardering uit voor onder meer de gebleken zelforganisatie.
Participatiewet, social return, baanafspraakbanen, quotumheffing – van MKB’ers wordt gevraagd werkplekken te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De Quotumwet kan zelfs een boeteheffing opleggen als er onvoldoende werkplekken voor arbeidsbeperkten komen. De overheid dwingt MKB’ers hiermee over te gaan tot inclusief werkgeverschap. MKB’ers uit o.a. de bouw, afvalverwerking en schoonmaak kunnen geschikte werkplekken bieden en zijn bereid om hun bedrijf te richten op deze sociale innovatie. In de praktijk blijkt echter dat het MKB geen invulling kan geven aan deze innovatie, omdat kandidaten niet worden aangeleverd en/of niet over de juiste capaciteiten beschikken en omdat wet- en regelgeving belemmerend werkt. MKB’ers willen dit verbeteren samen met gemeenten. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. MKB’ers ervaren dat gemeenten zich wel willen opstellen als partner van het bedrijfsleven, maar dat dat in de praktijk niet lukt. MKB’ers willen een structurele samenwerking met gemeenten tot stand brengen, waarbij ze zelf meer sturing geven aan de selectie en plaatsing van kandidaten, met minder regels. Omdat ze niet weten hoe ze dit van de grond kunnen krijgen vragen ze de Hanzehogeschool Groningen hiervoor handvatten te bieden. Gemeenten willen hier graag aan meewerken, omdat zij een beter beeld willen krijgen van de concrete behoeften van MKB’ers waardoor de door hen ingezette werkgeversbenadering beter aansluit op individuele MKB’ers. Door de nieuwe kennis van het project over een effectieve werkgeversbenadering zijn studenten beter voorbereid op de praktijk van de uitvoering van de Participatiewet en social return. De Hanzehogeschool Groningen zal samen met 26 MKB-bedrijven, MKB-Nederland Noord, De Normaalste Zaak, de gemeente Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen, een werkplan met spelregels ontwikkelen voor structurele samenwerking van MKB met gemeenten, waardoor MKB’ers kunnen voldoen aan de verplichtingen in het kader van social return en de Participatiewet en daadwerkelijk uitvoering kunnen geven aan inclusief werkgeverschap.
Twee instituten van de HU gaan per 1 januari 2023 fuseren. Het nieuwe instituut streeft naar het realiseren van een teamgerichte organisatie met semi-autonome onderwijsteams waar de student centraal staat en waarmee de regelruimte en het werkplezier van docenten wordt vergroot.
Twee instituten van de HU gaan per 1 januari 2023 fuseren. Het nieuwe instituut streeft naar het realiseren van een teamgerichte organisatie met semi-autonome onderwijsteams waar de student centraal staat en waarmee de regelruimte en het werkplezier van docenten wordt vergroot. Doel Het project betreft een ontwerpgericht onderzoek met als doel een teamgerichte organisatie: een eenvoudige en platte organisatie met kleinschalige semi-autonome onderwijsteams die door de docenten zelf ontworpen en ingevoerd wordt en waarin de student het uitgangspunt vormt. Relevantie De kennis die uit dit project voortvloeit kan van toegevoegde waarde zijn voor andere instituten of opleidingen binnen de HU, maar ook voor andere hogescholen en het MBO die toe willen werken naar een eenvoudige organisatie waarin de bedoeling centraal staat en de professionals in hun kracht staan. Resultaten Het ontwerp van een nieuwe teamgerichte organisatie en implementatie in de praktijk; Inzicht in: Het huidige ontwerp van onderwijsteams en het nieuwe ontwerp; Het huidige zelforganiserend vermogen van teams voor en na implementatie van het nieuwe organisatieontwerp; Hoeverre huidige en nieuwe teamontwerpen voldoen aan ontwerpcriteria t.b.v. een teamgerichte organisatie; Ervaringen van studenten t.a.v. het huidige onderwijs en onderwijs na invoering teamgerichteorganisatie; De kennis die uit dit onderzoek voortvloeit, wordt vervolgens overdraagbaar gemaakt in de vorm van een handreiking voor andere opleidingen of instituten. Looptijd 01 februari 2022 - 01 juli 2023 Aanpak Het ontwerpgerichte onderzoek wordt uitgevoerd via een stapsgewijze aanpak, waarbij procesbegeleiding wordt geboden door twee onderzoekers van de lectoraten Organiseren van Waardig Werk en Werken in Onderwijs. Het flankerend onderzoek wordt daarnaast uitgevoerd door studenten Human Resource Management en Bedrijfskunde.