Dienst van SURF
© 2025 SURF
Posterpresentatie over rapportages bij beroepsproducten gehouden tijdens de Onderwijs Research Dagen 2022. De volgende onderzoeksvragen worden behandeld: 1. Wat zijn geschikte vormen voor verantwoordingen waarbij studenten: de meeste energie kunnen besteden aan het maken van inhoudelijk interessante beroepsproducten • overtuigend kunnen communiceren over hun beroepsproducten. 2. Wat zijn geschikte didactische handvatten om studenten hierbij te ondersteunen.
Dit boek helpt juristen, werkzaam in de strafrechtpraktijk, om rapportages pro Justitia kritisch te kunnen beoordelen. Dit geldt eveneens voor gedragswetenschappers. Hoe behoort een pro-Justitiarapporteur onderzoek te verrichten? Welke juridische vereisten worden aan gedragskundige onderzoeken en rapportages gesteld? Wat zijn in dit verband relevante (recente) tuchtrechtelijke uitspraken? Welke vakinhoudelijke kwaliteitseisen worden gesteld aan gedragskundige onderzoeken en rapportages? Deze vragen komen in dit boek aan bod. Het is vanuit een multidisciplinaire blik geschreven door een jurist, psychiater en psycholoog. Een uitgebreide checklist geeft heel concreet de mogelijkheid een rapportage kritisch te evalueren. Het boek is daarmee een must voor een ieder die te maken heeft met rapportages pro Justitia. Het is tevens zeer bruikbaar bij onder andere de opleiding van (strafrecht)juristen en van gedragsdeskundigen tot pro-Justitiarapporteur.
MULTIFILE
In dit artikel worden de posities van verschillende actoren, die actief zijn op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen en assurance, geïdentificeerd en geanalyseerd. De nadruk wordt momenteel gelegd op vrijwillige activiteiten op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen en het rapporteren over deze activiteiten, ondanks dat een nieuwe richtlijn op Europees niveau bepaalde Nederlandse ondernemingen verplicht te rapporteren over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Door het vrijwillige karakter van rapportages over maatschappelijk verantwoord ondernemen en het ontbreken van formele regelgeving is er een verhoogd risico dat bedrijven misbruik maken van mvo-rapportages voor bijvoorbeeld zakelijk of persoonlijk gewin. De verwachting is echter dat het belang en de kwaliteit van mvo-rapportages zal toenemen in de nabije toekomst om transparantie te verhogen binnen verschillende branches en sectoren. Hierdoor kunnen mvo-rapportages en de controle hierop ingezet worden om onethisch gedrag te verminderen en meer openheid van zaken te geven hoe ondernemingen te werk gaan.
The HAS professorship Future Food Systems is performing applied research with students and external partners to transform our food system towards a more sustainable state. In this research it is not only a question of what is needed to achieve this, but also how and with whom. The governance of our food system needs rethinking to get the transformative momentum going in a democratic and constructive manner. Building on the professorship’s research agenda and involvement in the transdisciplinary NWA research project, the postdoc will explore collective ownership and inclusive participation as two key governance concepts for food system transformation. This will be done in a participatory manner, by learning from and with innovative bottom-up initiatives and practitioners from the field. By doing so, the postdoc will gain valuable practical insights that can aid to new approaches and (policy) interventions which foster a sustainable and just food system in the Netherlands and beyond. A strong connection between research and education is created via the active research involvement of students from different study programs, supervised by the postdoc (Dr. B. van Helvoirt). The acquired knowledge is embedded in education by the postdoc by incorporating it into HAS study program curricula and courses. In addition, it will contribute to the further professional development of qualitative research skills among HAS students and staff. Through scientific, policy and popular publications, participation in (inter)national conferences and meetings with experts and practitioners, the exposure and network of the postdoc and HAS in the field of food systems and governance will be expanded. This will allow for the setting up of a continuous research effort on this topic within the professorship via follow-up research with knowledge institutes, civic society groups and partners from the professional field.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), directie Duurzame Mobiliteit, heeft aan Breda University of Applied Sciences (BUas) verzocht om een onderzoek uit te voeren naar de CO2 voetafdruk – de zgn. carbon footprint - van de recreatieve mobiliteit in Nederland in 2023. Dit op basis van het nieuwe Nederlands Vrije-tijdsonderzoek (NVTO), wat een completer beeld over recreatieve bestemmingen moet geven dan eerder onderzoek op basis van de ‘Onderweg in Nederland’ (OdiN) dataset (Martensen et al., 2023). Het onderzoek moet de directie Duurzame Mobiliteit van IenW helpen bij de verduurzaming van recreatieve mobiliteit, als onderdeel van het behalen van klimaatdoelstellingen. Het uiteindelijk doel is om in beeld te brengen wat de carbon footprint van aan recreatie gerelateerde mobiliteit in Nederland is.De hoofdvraag luidt:“Hoe ziet de CO2-uitstoot van recreatieve reizen door de inwoners van Nederland eruit, voor verschillende recreatieve bestemmingen en reizigers(doel)groepen?”Societal IssueHet reduceren van CO2 uitstoot door personenmobiliteit is een van de werkzaamheden van de directie Duurzame Mobiliteit van IenW om aan de klimaatdoelstellingen te werken. Recreatieve mobiliteit – verplaatsingen van en naar een recreatieve bestemming door bezoekers van die recreatieve bestemming – is hier een onderdeel van. Een eerste stap in het krijgen van meer inzicht in de uitstoot van recreatieve mobiliteit vormde het rapport ‘CO2 uitstoot bij recreatieve verplaatsingen’ door het KiM (Martensen et al., 2023), op basis van de dataset ‘Onderweg in Nederland’ (OdiN). IenW wil op basis van de dataset van het NVTO extra inzicht verkrijgen in recreatief reizigersgedrag en bijbehorende uitstoot, om hiermee beleid beter te kunnen ontwikkelen en af te stemmen. IenW wil inzicht op welke manier Nederlanders, en verschillende groepen daarbinnen, naar recreatieve bestemmingen reizen en hoeveel CO2-uitstoot hiermee gepaard gaat. Benefit to societyCarbon footprint rapportages bieden bedrijven, organisaties en overheden de mogelijkheid om de consequenties van klimaatbeleid in te kunnen schatten, strategische beslissingen te nemen, en bijvoorbeeld producten en communicatie aan te passen.
Wat is de waarde van wijkcultuurhuizen voor de stad Utrecht? Hoe slagen deze laagdrempelige culturele centra erin om meer mensen te laten deelnemen aan kunst en cultuur? We doen praktijkgericht onderzoek naar de voorwaarden voor succes van deze plekken.Doel De gemeente Utrecht heeft als doel om meer mensen met kunst en cultuur in de buurt in aanraking laten komen. Dit versterkt de sociale basis in de stad. Bij de gemeente Utrecht heerst een sterk gevoel dat culturele centra in de wijk belangrijk zijn voor de stad. Wij onderzoeken daarom waar de kracht zit van wijkcultuurhuizen in Utrecht. We breiden de kennis over de werkwijzen en effecten van deze plekken uit, zodat de gemeente Utrecht haar beleid hierop kan afstemmen in de periode 2018-2022. Resultaten In dit onderzoek stond de vraag centraal wat de gezamenlijke aanpak van wijkcultuurhuizen is als het gaat om bevordering van inclusieve cultuurparticipatie. Via living labs, waar ook studenten van Social Work en de master Community Development werden betrokken, zijn ontwerpprincipes voor die aanpak geformuleerd en getoetst en is een bijpassend profiel van de professional opgesteld. Het bevorderen van inclusieve cultuurparticipatie blijkt bovendien te vragen om minder instrumenteel en meer dialogisch, faciliterend en interactief cultuurbeleid. Op 11 mei '22 was de feestelijke afsluiting van het onderzoek voor onder meer wethouder, beleidsmedewerkers, professionals en deelnemers van de wijkcultuurhuizen waarbij de zogeheten ‘wegwijzer’ voor inclusieve cultuurparticipatie werd gepresenteerd. De rapportages van dit onderzoek vind je hieronder. Looptijd 01 januari 2019 - 01 december 2021 Aanpak In dit onderzoek werken we onder andere met studenten in 'living labs', waarin verschillende partijen experimenteren, co-creëren en testen in een levensechte omgeving. Het onderzoek richt zich op vijf wijkcultuurhuizen in Utrecht. De resultaten en inzichten uit het onderzoek helpen de cultuurhuizen om hun aanpak verder te ontwikkelen. Interview Trajectum Aart van der Maas in Trajectum (oktober '20): ‘De gemeente ziet de toegevoegde waarde van de wijkcultuurhuizen al lang, maar doordat ze in de wijk staan, vallen ze vaak buiten de boot. Het centrum krijgt de aandacht. Door de unieke werkwijze inzichtelijk te krijgen, kunnen zij hun positie versterken en, zo blijkt uit ons onderzoek, bijdragen aan de inclusiviteit van de stad.’