Dienst van SURF
© 2025 SURF
INTRODUCTION: The aim of this study was to determine the degree of ROM limitations of extremities, joints and planes of motion after burns and its prevalence over time.METHOD: The database of a longitudinal multicenter cohort study in the Netherlands (2011-2012) was used. From patients with acute burns involving the neck, shoulder, elbow, wrist, hip, knee and ankle joints that had surgery, ROM of 17 planes of motion was assessed by goniometry at 3, 6 weeks, 3-6-9 and 12 months after burns and at discharge.RESULTS: At 12 months after injury, 12 out of 17 planes of motion demonstrated persistent joint limitations. The five unlimited planes of motion were all of the lower extremity. The most severely limited joints at 12 months were the neck, ankle, wrist and shoulder. The lower extremity was more severely limited in the early phase of recovery whereas at 12 months the upper extremity was more severely limited.CONCLUSION: The degree of ROM limitations and prevalence varied over time between extremities, joints and planes of motion. This study showed which joints and planes of motion should be watched specifically concerning the development of scar contracture.
BACKGROUND: To evaluate the effect of (new) treatments or analyse prevalence and risk factors of contractures, rating scales are used based on joint range of motion. However, cut-off points for levels of severity vary between scales, and it seems unclear how cut-off points relate to function. The purpose of this study was to compare severity ratings of different rating scales for the shoulder and elbow and relate these with functional range of motion.METHODS: Often used contracture severity rating scales in orthopedics, physiotherapy, and burns were included. Functional range of motion angles for the shoulder and elbow were derived from a recent synthesis published by our group. Shoulder flexion and elbow flexion range of motion data of patients three months after a burn injury were rated with each of the scales to illustrate the effects of differences in classifications. Secondly, the shoulder and elbow flexion range of motion angles were related to the required angles to perform over 50 different activities of daily living tasks.RESULTS: Eighteen rating scales were included (shoulder: 6, elbow: 12). Large differences in the number of severity levels and the cut-off points between scales were determined. Rating the measured range of motions with the different scales showed substantial inconsistency in the number of joints without impairment (shoulder: 14-36%, elbow: 26-100%) or with severe impairment (shoulder: < 10%-29%, elbow 0%-17%). Cut-off points of most scales were not related to actual function in daily living.CONCLUSION: There is an urgent need for rating scales that express the severity of contractures in terms of loss of functionality. This study proposes a direction for a solution.
OBJECTIVE: The association between groin pain and range of motion is poorly understood. The aim of this study was to develop a test to measure sport specific range of motion (SSROM) of the lower limb, to evaluate its reliability and describe findings in non-injured (NI) and injured football players.DESIGN: Case-controlled.SETTING: 6 Dutch elite clubs, 6 amateur clubs and a sports medicine practice.PARTICIPANTS: 103 NI elite and 83 NI amateurs and 57 football players with unilateral adductor-related groin pain.MAIN OUTCOME MEASURES: Sport specific hip extension, adduction, abduction, internal and external rotation of both legs were examined with inclinometers. Test-retest reliability (ICC), standard error of measurement (SEM) and minimal detectable change (MDC) were calculated. Non-injured players were compared with the injured group.RESULTS: Intra and inter tester ICCs were acceptable and ranged from 0.90 to 0.98 and 0.50-0.88. SEM ranged from 1.3 to 9.2° and MDC from 3.7 to 25.6° for single directions and total SSROM. Both non-injured elite and amateur players had very similar total SSROM in non-dominant and dominant legs (188-190, SD ± 25). Injured players had significant (p < 0.05) total SSROM deficits with 187(SD ± 31)° on the healthy and 135(SD ± 29)° on the injured side.CONCLUSION: The SSROM test shows acceptable reliability. Loss of SSROM is found on the injured side in football players with unilateral adductor-related groin pain. Whether this is the cause or effect of groin pain cannot be stated due to the study design. Whether restoration of SSROM in injured players leads to improved outcomes should be investigated in new studies.
expressiveness, performance, musicians, skills, educationUsing the genre of Improvisational theatre as a basis, my research aims to design and develop instructional strategies that would help students enhance their expressive skills and achieve the flexibility to adapt their motor behavior to the musical piece. Embodying diverse characters and physicalities, as well as affective states or fictional realities through improv theatre exercises should enable them to expand their expressive range and, therefore, better convey their interpretation to their audience. Through this process, this study also seeks to gain an understanding of the effect this type of training may have on musicians' performance experience, as well as its implications in other areas of their development.
Het Fysio Future Lab werkt aan succesvol inzetten en gebruiken van nieuwe technologie binnen de beweegzorg. Uitgangspunt is dat technologie de kwaliteit van de zorg en de kwaliteit van leven van de patiënt kan verbeteren.Doel We willen nieuwe technologie in beweegzorg naar de beroepspraktijk en het onderwijs brengen. Dat kan voordelen opleveren voor de gezondheid van burgers. Dit doen we door wetenschappelijk onderzoek te verrichten, ontwikkelaars en eindgebruikers met elkaar te verbinden en (toekomstige) beweegzorgprofessionals te informeren en inspireren. Resultaten In de eerste 1,5 jaar van het Fysio Future Lab hebben we diverse pilotstudies uitgevoerd rondom de bruikbaarheid van digitale toepassingen in de beweegzorg: Physitrack, MemoRide, Range of Monitor en Inmotion VR. Medio 2019 hebben we onze aanpak vernieuwd. Jaarlijks organiseren we nu vier bijeenkomsten met het fieldlab. Tijdens de bijeenkomsten is er altijd ruimte is voor vragen en/of ideeën uit de praktijk, en komt er altijd een ontwikkelaar langs om feedback te vragen ten aanzien van zijn (prototype) product. Daarnaast hebben er diverse "klankbordsessies" plaatsgevonden, waarin er in 1,5 uur tijd met beweegzorgprofessionals, docenten en de ontwikkelaar kritisch opbouwend wordt gekeken naar de toepasbaarheid en bruikbaarheid van het product. Verder hebben we in 2021 het informatieve platform BeweegTech gelanceerd (www.beweegtech.nl). Op deze website kunnen (toekomstige) fysio- en oefentherapeuten op zoeken naar beschikbare technologie, alsmede de eigenschappen en kwaliteit. Looptijd 01 december 2016 - 01 september 2024 Aanpak Het Fysio Future Fieldlab Het fieldlab bestaat uit een kerngroep van zo’n 30 (toekomstige) beweegzorgprofessionals met daaromheen een flexibele schil. Binnen het fieldlab wordt door middel van co-creatie met ontwikkelaars bijgedragen aan de totstandkoming van technologische toepassingen die aansluiten bij de beroepspraktijk. Een informatief e-platform over beweegzorgtechnologie Het platform ‘beweegzorgtechnologie’ is een platform dat (toekomstige) beweegzorgprofessionals inspireert en informeert over beschikbare nieuwe technologie binnen de beweegzorg (zoals medische apps, beweeggames, sensoren en VR-technologie) en faciliteert dat per patiënt de best passende technologie opgezocht kan worden. Wetenschappelijk onderzoek Er wordt onderzoek uitgevoerd rondom de randvoorwaarden om nieuwe technologie te integreren binnen de beweegzorg. Dit onderzoek richt zich bijvoorbeeld op ontwikkelingen op de integratie van nieuwe technologie in bestaande routines binnen de beweegzorg, benodigde competenties (21st century skills), co-creatie, implementatie en business modellen rondom nieuwe technologie.
Het Fysio Future Lab werkt aan succesvol inzetten en gebruiken van nieuwe technologie binnen de beweegzorg. Uitgangspunt is dat technologie de kwaliteit van de zorg en de kwaliteit van leven van de patiënt kan verbeteren.Doel We willen nieuwe technologie in beweegzorg naar de beroepspraktijk en het onderwijs brengen. Dat kan voordelen opleveren voor de gezondheid van burgers. Dit doen we door wetenschappelijk onderzoek te verrichten, ontwikkelaars en eindgebruikers met elkaar te verbinden en (toekomstige) beweegzorgprofessionals te informeren en inspireren. Resultaten In de eerste 1,5 jaar van het Fysio Future Lab hebben we diverse pilotstudies uitgevoerd rondom de bruikbaarheid van digitale toepassingen in de beweegzorg: Physitrack, MemoRide, Range of Monitor en Inmotion VR. Medio 2019 hebben we onze aanpak vernieuwd. Jaarlijks organiseren we nu vier bijeenkomsten met het fieldlab. Tijdens de bijeenkomsten is er altijd ruimte is voor vragen en/of ideeën uit de praktijk, en komt er altijd een ontwikkelaar langs om feedback te vragen ten aanzien van zijn (prototype) product. Daarnaast hebben er diverse "klankbordsessies" plaatsgevonden, waarin er in 1,5 uur tijd met beweegzorgprofessionals, docenten en de ontwikkelaar kritisch opbouwend wordt gekeken naar de toepasbaarheid en bruikbaarheid van het product. Verder hebben we in 2021 het informatieve platform BeweegTech gelanceerd (www.beweegtech.nl). Op deze website kunnen (toekomstige) fysio- en oefentherapeuten op zoeken naar beschikbare technologie, alsmede de eigenschappen en kwaliteit. Looptijd 01 december 2016 - 01 september 2024 Aanpak Het Fysio Future Fieldlab Het fieldlab bestaat uit een kerngroep van zo’n 30 (toekomstige) beweegzorgprofessionals met daaromheen een flexibele schil. Binnen het fieldlab wordt door middel van co-creatie met ontwikkelaars bijgedragen aan de totstandkoming van technologische toepassingen die aansluiten bij de beroepspraktijk. Een informatief e-platform over beweegzorgtechnologie Het platform ‘beweegzorgtechnologie’ is een platform dat (toekomstige) beweegzorgprofessionals inspireert en informeert over beschikbare nieuwe technologie binnen de beweegzorg (zoals medische apps, beweeggames, sensoren en VR-technologie) en faciliteert dat per patiënt de best passende technologie opgezocht kan worden. Wetenschappelijk onderzoek Er wordt onderzoek uitgevoerd rondom de randvoorwaarden om nieuwe technologie te integreren binnen de beweegzorg. Dit onderzoek richt zich bijvoorbeeld op ontwikkelingen op de integratie van nieuwe technologie in bestaande routines binnen de beweegzorg, benodigde competenties (21st century skills), co-creatie, implementatie en business modellen rondom nieuwe technologie.