In November 2021, the Lecturer Position at Institutes (L.INT) professorship was established by Saxion and Medical Spectrum Twente and as partners physiotherapy practice Pro-F and the Thoracic Centre Twente, with Sandra van Hogen-Koster as a professor. With this, the first Dutch professorship that focuses on the ideas of Positive Health has been launched.
MULTIFILE
Het team van het Healthy Urban Living Lab heeft samen met veel studenten van de Hogeschool van Amsterdam een Health Impact Assessment (HIA) uitgevoerd op de plannen voor het Bajes Kwartier. Dat is een groene, gezonde, duurzameAmsterdamse stadswijk die wordt gebouwd op het terrein van de voormalige Bijlmerbajes, gelegen in Stadsdeel Oost nabij de Amstel. In deze nieuwe wijk komen ongeveer 1.350 koop- en huurwoningen, variërend van betaalbarestarterswoningen tot exclusieve huizen en zorgwoningen. De focus van de HIA lag op drie aspecten die an groot belang zijn voor de gezondheid van inwoners van Amsterdam: bewegen, gezonde voeding en ontmoeten. Daarmeesluit de HIA aan bij de grootste uitdagingen voor de gezondheid van de Amsterdammers, overgewicht en eenzaamheid. Een HIA is een kritische en systematische beschouwing van een project, met als doel de kansen voor gezondheid en onbedoelde aspecten (zoals gezondheidsrisico’s) in kaart te brengen. Om te onderzoeken hoe de ambitie ‘alle bewoners leven hier twee jaar langer en gezonder kan worden gerealiseerd, is het Behaviour Change Wheel van Susan Michie (2011) gebruikt als theoretisch kader. Dit wetenschappelijkonderbouwde gedragsveranderingsmodel wordt ingezet voor het systematisch ontwerpen en evalueren van interventies en voor beleid dat is gericht op gedragsverandering. Het wordt veelal toegepast in de gezondheidsbevordering. Daarbij spelen drie elementen de hoofdrol: Capabilities (fysieke en psychologische vaardigheden), Opportunities (aspecten in de fysieke of sociale leefomgeving) en Motivation (bewuste en onbewuste processen die tot gedrag leiden). Naast een scan van het masterplan voor het Bajes Kwartier – vanuit het oogpunt van gezondheid – is een doelgroepanalyse gemaakt door middelvan een vragenlijst die werd verspreid onder belangstellenden c.q. toekomstige bewoners, een groepsbijeenkomst en doelgroepenonderzoek door studenten. Er is ook een wetenschappelijke literatuurstudie verricht. Vanuit de volksgezondheid kent de gezonde leefomgeving een afwisseling van bebouwing met groen, aantrekkelijke, uitdagende en gevarieerde openbare ruimten die uitnodigen tot bewegen, spelen en sport, gezond eten, het ontmoeten vanbuurtgenoten, een breed voorzieningenaanbod (waaronder ook een openbare toiletten en een maximale bereikbaarheid en verkeersveiligheid met de fiets en het openbaar vervoer). Daarnaast is in de leefomgeving sociale steun en socialeveiligheid nodig. Het beschikbaar maken van een leefomgeving die deze elementen bevat, is op zich niet voldoende. Er zijn ook activiteiten en netwerkennodig die bevorderen dat deze wijkinfrastructuur daadwerkelijk wordt benut. Zowel uit de literatuur als uit het doelgroepenonderzoek kwam dit naar voren als een belangrijke sleutel tot het creëren van gezondheidswinst. De conclusies die volgen uit de resultaten van de HIA, resulteren in vijf basisaanbevelingen.1) Focus op de diverse groepen. Iedere bewoner heeft recht op een gezonde omgeving. De gezondheidswinst die te behalen valt is het grootst onder kwetsbare groepen zoals bewoners met een lage sociaal economische status, ouderen en kinderen. 2) Gezond gedrag vereist participatie van bewoners waarbij alle doelgroepen vertegenwoordigd zijn. 3) Verbind de hardware met de software, maak een koppeling tussen de inrichting van de fysieke en de sociale omgeving 4) Zet alle vormen en varianten van nudging in, het helpt bewoners een gezonde leefstijl aan te nemen. 5) Hanteer een integrale aanpak waarbij deverschillende verantwoordelijke stakeholders zoals ontwerpers, planologen, burgers, kennisinstellingen, private partijen (zoals startups), gemeentes, GGD’en, zorgverzekeraars en zorgverleners vanaf het begin in eenruimtelijk planproces samenwerken
LINK
Het team van het Healthy Urban Living Lab heeft samen met veel studenten van de Hogeschool van Amsterdam een Health Impact Assessment (HIA) uitgevoerd op de plannen voor het Bajes Kwartier. Dat is een groene, gezonde, duurzameAmsterdamse stadswijk die wordt gebouwd op het terrein van de voormalige Bijlmerbajes, gelegen in Stadsdeel Oost nabij de Amstel. In deze nieuwe wijk komen ongeveer 1.350 koop- en huurwoningen, variërend van betaalbarestarterswoningen tot exclusieve huizen en zorgwoningen. De focus van de HIA lag op drie aspecten die an groot belang zijn voor de gezondheid van inwoners van Amsterdam: bewegen, gezonde voeding en ontmoeten. Daarmeesluit de HIA aan bij de grootste uitdagingen voor de gezondheid van de Amsterdammers, overgewicht en eenzaamheid. Een HIA is een kritische en systematische beschouwing van een project, met als doel de kansen voor gezondheid en onbedoelde aspecten (zoals gezondheidsrisico’s) in kaart te brengen. Om te onderzoeken hoe de ambitie ‘alle bewoners leven hier twee jaar langer en gezonder kan worden gerealiseerd, is het Behaviour Change Wheel van Susan Michie (2011) gebruikt als theoretisch kader. Dit wetenschappelijkonderbouwde gedragsveranderingsmodel wordt ingezet voor het systematisch ontwerpen en evalueren van interventies en voor beleid dat is gericht op gedragsverandering. Het wordt veelal toegepast in de gezondheidsbevordering. Daarbij spelen drie elementen de hoofdrol: Capabilities (fysieke en psychologische vaardigheden), Opportunities (aspecten in de fysieke of sociale leefomgeving) en Motivation (bewuste en onbewuste processen die tot gedrag leiden). Naast een scan van het masterplan voor het Bajes Kwartier – vanuit het oogpunt van gezondheid – is een doelgroepanalyse gemaakt door middelvan een vragenlijst die werd verspreid onder belangstellenden c.q. toekomstige bewoners, een groepsbijeenkomst en doelgroepenonderzoek door studenten. Er is ook een wetenschappelijke literatuurstudie verricht. Vanuit de volksgezondheid kent de gezonde leefomgeving een afwisseling van bebouwing met groen, aantrekkelijke, uitdagende en gevarieerde openbare ruimten die uitnodigen tot bewegen, spelen en sport, gezond eten, het ontmoeten vanbuurtgenoten, een breed voorzieningenaanbod (waaronder ook een openbare toiletten en een maximale bereikbaarheid en verkeersveiligheid met de fiets en het openbaar vervoer). Daarnaast is in de leefomgeving sociale steun en socialeveiligheid nodig. Het beschikbaar maken van een leefomgeving die deze elementen bevat, is op zich niet voldoende. Er zijn ook activiteiten en netwerkennodig die bevorderen dat deze wijkinfrastructuur daadwerkelijk wordt benut. Zowel uit de literatuur als uit het doelgroepenonderzoek kwam dit naar voren als een belangrijke sleutel tot het creëren van gezondheidswinst. De conclusies die volgen uit de resultaten van de HIA, resulteren in vijf basisaanbevelingen.1) Focus op de diverse groepen. Iedere bewoner heeft recht op een gezonde omgeving. De gezondheidswinst die te behalen valt is het grootst onder kwetsbare groepen zoals bewoners met een lage sociaal economische status, ouderen en kinderen. 2) Gezond gedrag vereist participatie van bewoners waarbij alle doelgroepen vertegenwoordigd zijn. 3) Verbind de hardware met de software, maak een koppeling tussen de inrichting van de fysieke en de sociale omgeving 4) Zet alle vormen en varianten van nudging in, het helpt bewoners een gezonde leefstijl aan te nemen. 5) Hanteer een integrale aanpak waarbij deverschillende verantwoordelijke stakeholders zoals ontwerpers, planologen, burgers, kennisinstellingen, private partijen (zoals startups), gemeentes, GGD’en, zorgverzekeraars en zorgverleners vanaf het begin in eenruimtelijk planproces samenwerken
LINK
Ballet en moderne dans zijn een vorm van topsport. De druk op dansers is enorm. Lange en intensieve werkdagen, veel reizen en verschillende werkplekken maken het lastig om lichaam en geest goed te verzorgen. Hierdoor liggen blessures en mentale klachten op de loer. Nederlandse dansgezelschappen willen meer aandacht gaan besteden aan preventieve maatregelen om fysieke en mentale problemen bij hun dansers te voorkomen. Het ontbreekt hen echter aan kennis en kunde om dit innovatieve vraagstuk op te kunnen pakken. Het Nationale Ballet en het Scapino Ballet hebben het lectoraat Performing Arts Medicine van Codarts (Hogeschool voor de Kunsten Rotterdam) benaderd om antwoord te krijgen op de vraag hoe dansers op de hoogste podia, op gezonde wijze, hun beste performance kunnen laten zien. Gezamenlijk is deze praktijkvraag omgevormd naar drie onderzoeksdoelstellingen: 1. Opstellen van meetinstrumenten om de fysieke en mentale gezondheid van dansers te screenen en te monitoren; 2. Ontwerpen van een web-based systeem dat automatisch en real-time informatie uit de ontwikkelde meetinstrumenten kan inlezen, analyseren en interpreteren; 3. Ontwikkelen van een Fit to Perform protocol dat aanbevelingen geeft ten aanzien van het verbeteren van de fysieke en mentale gesteldheid van de danser. Het consortium bestaat uit de volgende organisaties: - Praktijkgerichte onderzoeksinstellingen: Codarts Rotterdam en Hogeschool van Amsterdam; - Universiteiten: ErasmusMC, Technische Universiteit Eindhoven en Vrije Universiteit Amsterdam; - Praktijkinstellingen: Het Nationale Ballet en het Scapino Ballet; - Overige instellingen: het Nederlands Paramedisch Instituut (NPi) en het Nationale Centrum Performing Arts (NCPA). Bij de samenstelling van het consortium is gekozen voor een goede mix tussen praktijkorganisaties, onderzoeksinstituten en onderwijsinstellingen. Daarnaast is er sprake van cross-sectorale samenwerking doordat kennis vanuit de podiumkunsten, sport, gezondheidszorg, onderwijs en technologie met elkaar verbonden wordt.
Lector Janine Stubbe moest vanwege een schouderblessure haar professionele tenniscarrière opgeven. Dit is voor haar de drijfveer geweest om bewegingswetenschappen te gaan studeren en vervolgens haar onderzoekscarrière te wijden aan het voorkomen van gezondheidsklachten bij podiumkunstenaars (danser, musici en circusartiesten), sporters, studenten en patiënten. Janine verdient de Deltapremie, omdat ze een enorme verandering teweegbrengt in de beroepspraktijk, het onderwijs en haar onderzoeksdomein. 1. Impact beroepspraktijk Janine heeft in 2017 een SPRONG-subsidie ontvangen van 1,7 miljoen euro en heeft daarmee een landelijke onderzoeks- en kennisinfrastructuur voor de podiumkunstgeneeskunde opgezet. Aan dit netwerk zijn 37 organisaties verbonden, waardoor onderzoekers samenwerken met de beroepspraktijk (coaches, medische staf, docenten, artistieke leiding en podiumkunstenaars). Daarmee is de stap gezet van ad-hoc, top-down naar structureel, bottom-up onderzoek, waarbij het werkveld nauw betrokken is bij het opstellen en uitvoeren van onderzoeksprojecten. Dit heeft onder andere geresulteerd in een gezondheidsmonitor die door ruim 2.000 podiumkunstenaars wordt gebruikt en waarmee podiumkunstorganisaties inzicht krijgen in de omvang, aard en risicofactoren van blessures en mentale klachten. Met deze gegevens passen zij de jaarplanning aan en worden gezondheidsklachten voorkomen. Janine creëert ook impact binnen andere beroepspraktijken. Ze heeft haar applicatiekennis gebruikt om een innovatief elektronisch patiëntendossier voor fysiotherapeuten te ontwikkelen. Hierdoor is de administratietijd voor fysiotherapeuten gehalveerd en kunnen zij voor het eerst informatie van bijna 16.000 patiënten gebruiken om hun zorg te verbeteren. Op verzoek van fysiotherapeuten heeft Janine het bedrijf Smartfile opgericht om het product landelijk aan te bieden. 2. Impact onderwijs Janine heeft het Student Life programma opgezet. Dit onderwijsinitiatief bestaat uit fysieke en mentale screening en monitoring, een health & wellbeing curriculum en (para)medische zorg van het Codarts Health team. Deze drie Student Life programmaonderdelen verbeteren het welzijn van Codarts studenten en bereidt hen voor op hun fysiek en mentaal zware carrière als podiumkunstenaar. Codarts studenten hebben zes keer minder kans om tijdens hun studie geblesseerd te raken dan studenten van andere internationale podiumkunstopleidingen. In 2022 heeft Janine hiervoor de prestigieuze Nederlandse Hoger Onderwijspremie ontvangen en een Comenius Leadership Fellow. Janine is naast lector bij Codarts ook hoofd Onderzoek. Binnen deze functie besteedt zij veel aandacht aan het professionaliseren van onderwijzend personeel. Janine heeft gezorgd dat er bij Codarts interne promotiebeurzen kwamen, waardoor het aantal promovendi bij Codarts is verdubbeld sinds haar aanstelling. Ook heeft ze zich hard gemaakt voor een aanpassing in het Codarts personeelsbeleid, waardoor de functie van onderzoeker nu opgenomen is in het functiehuis. 3. Impact onderzoeksdomein Janine heeft de RAAK-award gewonnen voor haar bijdrage aan het onderzoeksdomein Performing Arts Medicine. Janine beheert namelijk de grootste internationale database op haar vakgebied en heeft 75 internationale artikelen gepubliceerd. Ze behoort wereldwijd tot de top 3 van meest publicerende onderzoekers in haar onderzoeksdomein. Haar onderzoek heeft geleid tot nieuwe wetenschappelijke inzichten, zoals meer aandacht voor mentale klachten en het belang van multidisciplinaire samenwerking met andere vakgebieden. Janine begeleidt op dit moment zeven promovendi als copromotor. Erasmus MC heeft haar aangesteld als universitair hoofddocent en zij is de beoogde hoogleraar voor de nieuwe leerstoel Performing Arts Medicine.