Dienst van SURF
© 2025 SURF
Talloze mensen kampen met een psychische aandoening, waardoor ze de greep op hun leven kunnen verliezen. De diversiteit aan cliënten en de wijze waarop ze zich staande houden in het leven, vraagt voor elk van hen een uniek hulpverlenings-traject. (Aankomende) professionals in de ggz, ervaringsdeskundigen en familie-leden kunnen het herstelproces ondersteunen. Dit boek voorziet hen in de kennis – gebaseerd op wetenschappelijke inzichten, praktijkervaring en persoonlijke ervaringen – om die aandoeningen en de invloed ervan op het leven te begrijpen. Psychische aandoeningen bestaat uit twee delen. Deel I beschrijft de verschillende manieren waarop psychische aandoeningen benaderd kunnen worden. Aan de orde komen: de medische benadering, de biopsychosociale benadering, het model van positieve gezondheid, de sociaalpsychiatrische benadering en de herstelbenadering. Ook de verschillende factoren die kunnen bijdragen aan het ontstaan van psychische aandoeningen worden beschreven. Deel II behandelt de meest voorkomende aandoeningen, waarbij steeds geprobeerd wordt het wezen van de aandoeningen weer te geven. Het beloop van de psychische aandoeningen is beschreven aan de hand van de fasen van herstelprocessen, waarbij ook de betekenis van een psychische aandoening voor het sociale netwerk van mensen wordt belicht.
ACHTERGRONDEr is groeiende aandacht voor de hulpvragen rondom ouderschap van mensen met ernstige psychische aandoeningen. Weinig is echter bekend over de omvang van deze groep. DOELSchatten van het aantal ouders van 18-64 jaar oud in Nederland met ernstige psychische aandoeningen, mede om het benodigde zorgaanbod te bepalen. METHODEDoor het combineren van informatie uit epidemiologische studies werd een indicatie verkregen over het voorkomen van ouderschap bij mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen. RESULTATENVan alle patiënten met ernstige psychische aandoeningen had naar schatting 48% kinderen. De omvang van deze groep ouders was 0,9% van de bevolking tussen 18 jaar en 65 jaar en dit waren 68.000 mensen voor het jaar 2009. CONCLUSIEBij bijna de helft van de mensen van 18-64 jaar met ernstige psychische aandoeningen dient de hulpverlening alert te zijn op potentiële behoefte aan ondersteuning bij het vervullen van de ouderrol. Betere registratie van mogelijke problemen in de ouder-kindrelatie is noodzakelijk voor een adequate sturing van het zorgaanbod, zowel op individueel als op macroniveau
Onder de mensen met psychische aandoeningen bevinden zich veel ouders van minderjarige kinderen. Naast de behoefte aan psychiatrische en psychologische behandeling voor hun individuele problematiek,hebben veel ouders met psychische aandoeningen ook steun nodig om een gewaardeerde ouderrol in hun gezin en in de samenleving te kunnen vervullen. Deze ouders en hun kinderen zijn kwetsbaar voor stigma’s endiscriminatie (Jeffery et al., 2013). Ze krijgen soms het gevoel dat ze worden beschouwd als ongeschikte ouders. Buitenstaanders twijfelen vaak of ze wel verantwoordelijk kunnen zijn voor het maken van de juiste keuzes inzake het opvoeden van hun kinderen. Als ouders met psychische problemen wel steun krijgen, vinden ze vaak dat hulpverleners teveel controle uitoefenen op het opvoeden van hun kinderen en op het uitvoeren van andere belangrijke taken in het leven (Ackerson, 2003).Deze ouders zijn dan ook niet zelden bang voor het verlies van hun wettelijk ouderlijk gezag. Naast steun voor de ouders zelf, is de aandacht en steun voor kinderen van ouders met psychische problemen – de zogenaamde ‘kopp-kinderen’– een belangrijk punt. Deze kinderen hebben immers kans op ontwikkelingsproblemen door erfelijkheid en door psychosociale stressoren tijdens het opgroeien (Van Santvoort, Hosman, Van Doesum & Janssens,2013). Voor hen zijn er reeds verschillende effectieve interventies ontwikkeld (zie bijvoorbeeld Hosman, Van Doesum & Van Santvoort, 2009).
Mensen die niet zelfstandig kunnen leven, zoals ouderen en mensen met een ernstige psychische aandoening, hebben vaak intensieve en langdurige zorg nodig, waaronder thuisverpleging en begeleid wonen. Voor deze zorgafhankelijke mensen is het lastig om een mondzorgverlener te raadplegen, terwijl deze groep een grotere kans heeft op het krijgen van mondziekten, zoals cariës, tandvleesaandoeningen en/of mondkanker: de behoefte aan preventieve en curatieve mondzorg is dus groot. Zowel de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) als het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) vinden het belangrijk dat de zorg rondom de patiënt effectief georganiseerd wordt. Digitale technologieën die (mond)zorg op afstand (buiten de klinische omgeving) mogelijk maken kunnen de toegang tot zorg vergroten, de zorg doelmatiger organiseren, interprofessionele communicatie verbeteren, mondziekten tijdig detecteren en de (mond)gezondheid verbeteren. Ondanks alle voordelen en het ruime aanbod van digitale technologieën ter verbetering van de mondzorg, zijn digitale technologieën om (mond)zorg op afstand te leveren nauwelijks in Nederland geïmplementeerd. De centrale onderzoeksvraag voor de onderzoeksactiviteiten luidt: “Hoe kunnen digitale technologieën om mondzorg op afstand te leveren binnen de Nederlandse geestelijke gezondheidszorg en ouderenzorg effectief worden geïmplementeerd?” Om dit te onderzoeken voert de postdoc een literatuuronderzoek uit om effectieve digitale technologieën die mondzorg op afstand leveren te inventariseren. Vervolgens voert de postdoc een kwalitatief onderzoek uit onder potentiële gebruikers (zoals (mond)zorgverleners, cliënten en mantelzorgers) en deskundigen om de opvattingen over de toepasbaarheid van nieuwe digitale technologieën binnen geestelijke gezondheidszorg en ouderenzorg te onderzoeken. De bevindingen van het postdoctoraal onderzoek worden in een adviesrapport en wetenschappelijk publicaties verwerkt. Het adviesrapport voorkomend uit het onderzoek wordt ter consultatie aan verschillende beroepsorganisaties aangeboden.
Naast een ongezonde leefstijl of chronische en psychische klachten en aandoeningen kunnen ook geldzorgen een grote impact hebben op de gezondheid. Veel zorgprofessionals zijn onbekend met signalen van geldzorgen en andere mogelijke uitdagingen binnen het sociaal domein, terwijl zeker in de eerstelijnszorg er nog veel winst te halen is. Zij kunnen een belangrijke laagdrempelige rol vervullen in het vroegtijdig signaleren van geldzorgen.Doel Het project leidt tot een product waardoor zorgprofessionals op een laagdrempelige manier het gesprek kunnen aangaan over geldzorgen. De zorgprofessional kan de burger doorverwijzen en verkrijgt extra informatie voor de aanpak van de gezondheidsproblemen. Resultaten Het beoogde projectresultaat is een vragenlijst waarmee zorgprofessionals op een snelle en efficiënte wijze kunnen signaleren of er geldzorgen zijn. Zo kan er bekeken worden of de geldzorgen de aanpak van de zorgvraag of gezonde leefstijl, danwel de burger belemmeren te participeren in de samenleving. De vragenlijst is intern gevalideerd. Ook is er is uitgezocht in welke vorm (app, website, papieren screening) de vragenlijst omgezet kan worden in een screeningsinstrument. Looptijd 01 februari 2021 - 01 februari 2022 Relevantie voor de beroepspraktijk en het onderwijs De ontwikkelde vragenlijst kan gebruikt worden door de studenten uit het gezondheidsdomein in het HU GEZOND&WEL Centrum en/of (bij Preventieve GezondheidsChecks) in de wijk. De inbedding van de vragenlijst in een interprofessionele context zorgt dat wij bijdragen aan het opleiden van toekomstbestendige T-shaped professionals. Daarnaast zien we dit project als een eerste stap naar een grotere samenwerking. Op termijn zou het instrument kunnen uitgroeien tot screeningsinstrument waar ook andere sociale problemen (huisvesting, eenzaamheid, relatieproblemen, opvoedkundige uitdagingen) in worden opgenomen. Alle kennis die we op doen in dit project willen we nadrukkelijk gebruiken voor deze vervolgstap. Cofinanciering Dit project wordt gefinancierd met subsidie van het Regieorgaan SIA in het kader van de subsidie call Kiem2020.
Naast een ongezonde leefstijl of chronische en psychische klachten en aandoeningen kunnen ook geldzorgen een grote impact hebben op de gezondheid. Veel zorgprofessionals zijn onbekend met signalen van geldzorgen en andere mogelijke uitdagingen binnen het sociaal domein, terwijl zeker in de eerstelijnszorg er nog veel winst te halen is. Zij kunnen een belangrijke laagdrempelige rol vervullen in het vroegtijdig signaleren van geldzorgen.Doel Het project leidt tot een product waardoor zorgprofessionals op een laagdrempelige manier het gesprek kunnen aangaan over geldzorgen. De zorgprofessional kan de burger doorverwijzen en verkrijgt extra informatie voor de aanpak van de gezondheidsproblemen. Resultaten Het beoogde projectresultaat is een vragenlijst waarmee zorgprofessionals op een snelle en efficiënte wijze kunnen signaleren of er geldzorgen zijn. Zo kan er bekeken worden of de geldzorgen de aanpak van de zorgvraag of gezonde leefstijl, danwel de burger belemmeren te participeren in de samenleving. De vragenlijst is intern gevalideerd. Ook is er is uitgezocht in welke vorm (app, website, papieren screening) de vragenlijst omgezet kan worden in een screeningsinstrument. Looptijd 01 februari 2021 - 01 februari 2022 Relevantie voor de beroepspraktijk en het onderwijs De ontwikkelde vragenlijst kan gebruikt worden door de studenten uit het gezondheidsdomein in het HU GEZOND&WEL Centrum en/of (bij Preventieve GezondheidsChecks) in de wijk. De inbedding van de vragenlijst in een interprofessionele context zorgt dat wij bijdragen aan het opleiden van toekomstbestendige T-shaped professionals. Daarnaast zien we dit project als een eerste stap naar een grotere samenwerking. Op termijn zou het instrument kunnen uitgroeien tot screeningsinstrument waar ook andere sociale problemen (huisvesting, eenzaamheid, relatieproblemen, opvoedkundige uitdagingen) in worden opgenomen. Alle kennis die we op doen in dit project willen we nadrukkelijk gebruiken voor deze vervolgstap. Cofinanciering Dit project wordt gefinancierd met subsidie van het Regieorgaan SIA in het kader van de subsidie call Kiem2020.