Dienst van SURF
© 2025 SURF
Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Utrecht op gezag van de rector magnificus, prof. dr. H.R.B.M. Kummeling, ingevolge het besluit van het college voor promoties in het openbaar te verdedigen op vrijdag 1 december 2023 des middags te 12.15 uur.
Het voorkomen van chroniciteit is van groot belang. Kennis over beïnvloedbare factoren die voorspellen welke patiënt risico loopt chronische pijn te ontwikkelen is hiervoor essentieel. Wij onderzoeken welke factoren dit zijn en of de fysiotherapeut zich in staat acht deze factoren te kunnen identificeren en positief te kunnen beïnvloeden. Doel Het doel van het onderzoek is antwoord krijgen op de volgende vragen: - Welke beïnvloedbare prognostische factoren voorspellen het ontwikkelen van chronische pijn bij patiënten met aspecifieke acute- of subacute, niet-traumatische, nekpijn? - Welke attitude hebben 1e lijn fysiotherapeuten ten aanzien van patiënten met aspecifieke acute- of subacute, niet-traumatische nekpijn en wat zijn hun ervaringen en verwachtingen bij het identificeren, kwantificeren en behandelen van potentiële beïnvloedbare prognostische factoren? Resultaten Dit onderzoek loopt nog. Voorlopig kunnen de resultaten van de eerste fase van het onderzoek, de systematische review en de Delphi-studie al worden ingezien. Looptijd 01 oktober 2019 - 01 oktober 2023 Aanpak Het onderzoek bestaat uit 3 onderdelen: (1) Inventarisatie potentieel beïnvloedbare prognostische factoren. Om te komen tot een overzicht van de potentiële beïnvloedbare prognostische factoren is er een literatuur review uitgevoerd en loopt er een Delphi studie onder experts op het gebied van nekpijn. (2) Toetsen potentieel beïnvloedbare prognostische factoren. Middels een prospectief prognostisch cohort studie onderzoeken wij welke beïnvloedbare prognostische factoren voorspellend zijn voor het ontwikkelen van chronische pijn bij patiënten met acute- of subacute, niet-traumatische, nekpijn. Dit doen wij door acute- en subacute patiënten met nekpijn, binnen de 1e lijn fysiotherapiepraktijken, te includeren en vervolgens 6 maanden te volgen. Om de resultaten vanuit het eerste cohort te valideren zal er een tweede cohort worden uitgevoerd. (3) Inventariseren attitude 1e lijn fysiotherapeuten Middels semigestructureerde interviews onder 1e lijn fysiotherapeuten willen wij (1) achterhalen welke attitude zij hebben ten aanzien van patiënten met aspecifieke acute- of subacute, niet-traumatische, nekpijn en (2) wat hun ervaringen en verwachtingen zijn met betrekking tot het identificeren, kwantificeren en het effect van behandelen van deze potentiële beïnvloedbare prognostische factoren.
Het voorkomen van chroniciteit is van groot belang. Kennis over beïnvloedbare factoren die voorspellen welke patiënt risico loopt chronische pijn te ontwikkelen is hiervoor essentieel. Wij onderzoeken welke factoren dit zijn en of de fysiotherapeut zich in staat acht deze factoren te kunnen identificeren en positief te kunnen beïnvloeden. Doel Het doel van het onderzoek is antwoord krijgen op de volgende vragen: - Welke beïnvloedbare prognostische factoren voorspellen het ontwikkelen van chronische pijn bij patiënten met aspecifieke acute- of subacute, niet-traumatische, nekpijn? - Welke attitude hebben 1e lijn fysiotherapeuten ten aanzien van patiënten met aspecifieke acute- of subacute, niet-traumatische nekpijn en wat zijn hun ervaringen en verwachtingen bij het identificeren, kwantificeren en behandelen van potentiële beïnvloedbare prognostische factoren? Resultaten Dit onderzoek loopt nog. Voorlopig kunnen de resultaten van de eerste fase van het onderzoek, de systematische review en de Delphi-studie al worden ingezien. Looptijd 01 oktober 2019 - 01 oktober 2023 Aanpak Het onderzoek bestaat uit 3 onderdelen: (1) Inventarisatie potentieel beïnvloedbare prognostische factoren. Om te komen tot een overzicht van de potentiële beïnvloedbare prognostische factoren is er een literatuur review uitgevoerd en loopt er een Delphi studie onder experts op het gebied van nekpijn. (2) Toetsen potentieel beïnvloedbare prognostische factoren. Middels een prospectief prognostisch cohort studie onderzoeken wij welke beïnvloedbare prognostische factoren voorspellend zijn voor het ontwikkelen van chronische pijn bij patiënten met acute- of subacute, niet-traumatische, nekpijn. Dit doen wij door acute- en subacute patiënten met nekpijn, binnen de 1e lijn fysiotherapiepraktijken, te includeren en vervolgens 6 maanden te volgen. Om de resultaten vanuit het eerste cohort te valideren zal er een tweede cohort worden uitgevoerd. (3) Inventariseren attitude 1e lijn fysiotherapeuten Middels semigestructureerde interviews onder 1e lijn fysiotherapeuten willen wij (1) achterhalen welke attitude zij hebben ten aanzien van patiënten met aspecifieke acute- of subacute, niet-traumatische, nekpijn en (2) wat hun ervaringen en verwachtingen zijn met betrekking tot het identificeren, kwantificeren en het effect van behandelen van deze potentiële beïnvloedbare prognostische factoren.
Aanleiding Mede door de vergrijzing groeit de zorgvraag in Nederland. Tegelijkertijd vallen veel verpleegkundigen uit door fysieke en mentale arbeidsbelasting. Dit begint al tijdens de opleiding/aan de start van de loopbaan. Dreigende arbeidstekorten en decentralisatie in de zorg vragen om verpleegkundigen die regie kunnen voeren over hun eigen werkgerelateerde gezondheid. Er is nog weinig wetenschappelijke kennis over het vroegtijdig signaleren en aanpakken van uitval onder verpleegkundigen. Bovendien hapert de invoer van effectieve interventies. Daarom willen zorginstellingen, verpleegkunde-opleidingen en wetenschappelijke organisaties onderzoek doen naar de oorzaken van uitval en een instrument ontwikkelen om problemen vroegtijdig te herkennen en te ondervangen. Doelstelling Het consortium wil een wetenschappelijk en praktisch onderbouwd instrumentarium ontwikkelen voor het signaleren van risicofactoren, gezondheidsproblemen, productiviteitsverlies en uitval bij stagiairs en beginnende verpleegkundigen, met daaraan gekoppeld effectieve preventieve interventies voor in de onderwijs- en stagepraktijk. Het programma kent twee fases. 1) literatuuronderzoek, kwalitatief onderzoek naar nog onbekende risicofactoren en longitudinaal cohortonderzoek vormen de basis voor een signaleringsinstrument/predictiemodel. In het cohortonderzoek worden van 750 (aankomend) verpleegkundigen 2,5 jaar de determinanten voor uitval gemonitord. In expertmeetings selecteert men vervolgens 6 evidencebased interventies. 2) het onderzoeksteam pre-test deze interventies op eerste haalbaarheid bij studenten verpleegkunde met risico. De 2 kansrijkste interventies, één voor mentale en één voor fysieke werkbelasting, worden in pilots op effectiviteit getoetst. In het onderzoek zet men de psychometrisch beproefde meetinstrumenten in van de European Nurses Early Exit Study (online enquêtes), aangevuld met inzichten uit interviews, fysieke metingen en praktijkobservaties. Beoogde resultaten De beoogde resultaten van het project zijn: " inzicht in de fysieke en mentale problemen van verpleegkundigen; " een gevalideerd predictiemodel voor geïndiceerde preventie in de zorg; " good practices en een kant-en-klare webapplicatie voor vroegsignalering met interventies in het stageonderwijs en het werkveld om uitval te voorkomen; " valorisatie van kennis in co-creatie met studenten, zorginstellingen en zorgprofessionals in de regio; " kennisinput voor de opleidingen Nurse practitioner, Verpleegkunde, Arbeid en Gezondheid, HRM. Een grote groep studenten is respondent in het onderzoek. In de uitvoering participeren ook studenten en daarnaast onder meer lectoren, onderzoekers en docenten van Hogeschool Rotterdam en twee promovendi. Voor de wetenschappelijke disseminatie worden refereerbijeenkomsten en presentaties gehouden op internationale congressen, en proefschriften en artikelen geschreven gepubliceerd. De verspreiding onder maatschappelijke partners gebeurt via vakpublicaties, expertmeetings en een slotsymposium. Met internationale partners uit het netwerk worden mogelijkheden verkend voor internationale parallelstudies.