Dienst van SURF
© 2025 SURF
Urban farming projects often involve the (temporarily) redevelopment of urban space by local co-productions of citizens and/or entrepreneurs. To realize their ambitions these coalitions often need support of public (government) resources such as time, money, space and regulation (Green Deal Stadslandbouw, 2013). This paper asks the question to what extent the development of urban farming projects can be understood as an example of planning through direct citizen participation/ participatory governance (e.g. Cornwall, 2004; Roberts, 2004) and what this means for the role of the municipal planning professional or civil servant in making these projects successful. Literature on the role of the municipal planner or civil servant in urban farming projects mainly concerns the role as enabler of projects given the many difficulties for projects. However, when looked at the development of urban farming as an example of citizen participation/ participatory governance and the transfer of social functions towards society other roles and tasks of planners seem to be important to make urban farming successful. This discussion paper looks to the role of planners and civil servants in some related government domains such as landscape (e.g. Van Dam et al. 2008, 2010, 2011) and neighbourhood development (e.g. Frieling et al., 2014) to complement our understanding of the role of planners in making urban farming projects successful. With this analysis the paper sets the scene for further research into tools for the planning professional or civil servant to support urban farming. In the paper the situation in Amsterdam serves as an example.
What is the meaning of social context for the connection between Psychologists and Social Workers with the organization they work for? Many professionals are searching for both professional space, and a fitting connectedness to the organization. This connection seems to be greatly influenced by social developments. This article will show that organizations are important communities of the future that will partially adopt the function of family and township connections. By conscious deployment of organization-communities, it is possible to bind professionals to an organization that offers them freedom and challenge.
The central focus of this article is on the moral dilemmas that social servants face when applying the law. These moral dilemmas result from the professional’s discretionary space. Exploratory qualitative research shows that, in order to solve these dilemmas, professionals in some public organisations try to find tailormade solutions. However, this sometimes leads to a more or less denying of the discretionary space at hand, or to the creation of more rules in an effort to close the discretionary space. The question is, are these approaches effective? The answer may very well turn out to be negative. This article shows that applying a rule always leaves the professional some discretionary space. It is precisely in this free space that moral issues come up. Social servants will attain a stronger stance regarding moral issues by focussing on the development of their own moral sensitivity, both individually and as an organisation, as well as by their increasing awareness of the moral standards held by themselves, their organisation, and society at large. A social servant’s job is not inserting coins in a jukebox. He must create the music himself by interpreting the rules in a given situation. Just as it takes a person to turn a musical score into music, so it takes a person to interpret the law in order to create justice. De morele dilemma’s van publieke professionals die voortkomen uit het toepassen van de wet, vormen het voornaamste onderwerp van dit artikel. Deze morele dilemma’s ontstaan vanuit de discretionaire ruimte van professionals. Verkennend kwalitatief onderzoek laat zien dat in sommige publieke organisaties professionals deze dilemma’s proberen op te lossen door maatwerk te leveren. In de praktijk leidt dit soms echter tot het min of meer negeren van de discretionaire ruimte, of het dichttimmeren van de discretionaire ruimte door middel van meer regels en richtlijnen. Het is de vraag of een van deze strategieën effectief is. Het antwoord hierop is waarschijnlijk ontkennend. Dit artikel laat zien dat het toepassen van een regel altijd discretionaire ruimte laat voor de professional. Juist in deze vrije ruimte spelen morele kwesties. Publieke professionals kunnen moreel gesterkt worden door de ontwikkeling van morele gevoeligheid, individueel en als organisatie, en door een groeiend bewustzijn van de morele standaarden die de samenleving en zijzelf in hun organisatie handhaven. De publieke professional kan niet als bij een jukebox door een druk op de knop de machine zijn werk laten doen. De regels en de situatie interpreterend zal hij zelf muziek moeten maken. Zoals er mensen nodig zijn om van notenschrift muziek te maken, zo kunnen alleen mensen van wet- en regelgeving in een unieke situatie recht en rechtvaardigheid maken.
LINK
De, bijna oneindige, mogelijkheden van digitale (3D print)technieken prikkelen de geest en zetten aan tot creatief denken. Voorheen onmogelijke vormen worden mogelijk en kunnen op locatie en op maat worden gemaakt. Het (primair) onderwijs ziet grote potentie in 3D (print)technieken als onderwijsthema om structureel en actief mee aan de slag te gaan in de klas, om 21ste Century Skills te ontplooien bij zowel leerkrachten als leerlingen en om als thema in te zetten binnen Wetenschap & Technologie-onderwijs. De onderwijsketen is een cruciale partner in de Human Capital Agenda met haar taak om van jongs af aan kinderen op te leiden tot een moderne professional die kan uitblinken in een snel veranderende innovatie-economie. Met dat doel voor ogen zoekt het primair onderwijs structureel naar manieren om de lesprogramma’s actueel en effectief te houden. Door een toenemend aanbod van 3D (print)technieken en diensten zoeken directies, leerkrachten maar ook het team talentontwikkeling van de Gemeente Enschede naar betrouwbare experts die de scholen advies, begeleiding en (uiteindelijk) professionalisering op maat kunnen bieden. Saxion FabLab Enschede, een publieke moderne makerspace en verbonden aan Saxion Lectoraat Industrial Design, richt zich op de verbinding tussen (HBO) onderwijs, onderzoek en het bedrijfsleven. Sinds de oprichting in 2011 krijgt het FabLab ook structureel vragen vanuit het primair onderwijs (PO) om deze doelgroep hands-on in contact te brengen met moderne (3D) technieken. Waar mogelijk zijn bovengenoemde vragen opgepakt met in samenwerking met scholen en bedrijven. Knelpunten die hierbij naar voren zijn gekomen, zijn dat leerkrachten na de opstart niet weten hoe ze onvermijdelijke technische problemen moeten oplossen en/of het ontbreekt hen de kennis om een volgende verdiepende stap (zelf) te zetten. Gevolg is dat men niet verder komt dan het doen van demonstraties en/of een eerste (simpel) productje, of dat de printers stil in een hoek staan te ver-stoffen. Deze ervaringen uit Enschede zijn in lijn met conclusies van een eerder onderzoek in Flevoland (Van Keulen & van Oenen, 2015) Doel van het traject “3D in de klas” is de bundeling van krachten binnen het consortium rondom de ontwikkeling van uitdagend en uitnodigend Wetenschap & Techniek-onderwijs voor leerling en leerkracht in het primair onderwijs, door leerkrachten te scholen in 3D printen, door lesprogramma’s te ontwikkelen die verder gaan dan het ‘printen van de standaard sleutelhanger’ en door een didactische verbreding te bieden door het koppelen van kennisdomeinen. Het initiatief voor gezamenlijk onderzoek en 3D in de Klas is opgedeeld in drie delen: Deel 1) Mapping the state of the art: leren van eerdere initiatieven en de knelpunten. Deel 2) Doelgroep betrokkenheid in kaart brengen, van leerkrachten en leerlingen, inhoudelijk en organisatorisch. Deel 3) Structurele inbedding, door afstemming op en integratie in de PO-keten. Het voorliggende projectvoorstel beslaat deel 1 van dit traject. Resultaat van dit deelproject hiervan vormt de basis voor deel 2 en 3 in een vervolgtraject, mogelijk in een RAAK-publiek vorm. Saxion FabLab Enschede heeft de afgelopen jaren een actief consortium opgebouwd dat bovenstaande impasse wil doorbreken. Het consortium bestaat naast het FabLab o.a. uit: Saxion Lectoraat Industrial Design en Academie Pedagogiek en Onderwijs, ESV, Stichting Consent, Bètatechtniek, Gemeente Enschede (Team Talentontwikkeling) en het bedrijf LAYaLAY.
First Virtual Reality Museum for Migrant Women: creating engagement and innovative participatory design approaches through Virtual Reality Spaces.“Imagine a place filled with important stories that are hard to tell. A place that embodies the collective experience of immigrant women during their temporary stay”. In this project the first museum around immigrant women in Virtual Reality is created and tested. Working with the only migration centre for women in Monterrey, Lamentos Escuchados, project members (professional developers, lecturers, and interior design, animation, media and humanity students) collaborate with immigrant women and the centre officials to understand the migrant women stories, their notion of space/home and the way they inhabit the centre. This VR museum helps to connect immigrant women with the community while exploring more flexible ways to educate architects and interior designers about alternative ways of doing architecture through participatory design approaches.Partners:University of Monterey (UDEM)Lamentos Escuchados
ALE organised an event with Parktheater Eindhoven and LSA-citizens (the Dutch umbrella organisation for active citizens). Five ALE students from the minor Imagineering and business/social innovation took responsibility for concept and actual organisation. On Jan 18th, they were supported by six other group members of the minor as volunteers. An IMEM-team of 5 students gathered materials for a video that can support the follow-up actions of the organisers. The students planned to deliver their final product on February 9th. The theatre will critically assess the result and compare it to the products often realised by students from different schools or even professional ones, like Veldkamp productions. Time will tell whether future opportunities will come up for IMEM. The collaboration of ALE and IMEM students is possible and adding value to the project.More than 180 visitors showed interest in the efforts of 30 national and local citizen initiatives presenting themselves on the market square in the theatre and the diverse speakers during the plenary session. The students created a great atmosphere using the qualities of the physical space and the hospitality of the theatre. Chair of the day, Roland Kleve, kicked off and invited a diverse group of people to the stage: Giel Pastoor, director of the theatre, used the opportunity to share his thoughts on the shifting role of theatre in our dynamic society. Petra Ligtenberg, senior project manager SDG NL https://www.sdgnederland.nl/sdgs/ gave insights to the objectives and progress of the Netherlands. Elly Rijnierse, city maker and entrepreneur from Den Haag, presented her intriguing efforts in her own neighbourhood in the city to create at once both practical and social impacts on SDG 11 (sustainable city; subgoal 3.2). Then the alderman Marcel Oosterveer informed the visitors about Eindhoven’s efforts on SDGs. The plenary ended with very personal interviews of representatives of two impressive citizen initiatives (Parkinson to beat; Stichting Ik Wil). In the two workshop rounds, ALE took responsibility for two workshops. Firstly the workshop: Beyond SDG cherrypicking: using the Economy for the common good’, in cooperation with citizen initiative Ware winst Brabant en Parktheater (including Social innovation-intern Jasper Box), secondly a panel dialogue on local partnerships (SDG 17) for the sustainable city (SDG 11) addressing inclusion (SDG 10) and the livability (SDG 3) with 11 representatives from local/provincial government, companies, third sector and, of course: citizen initiatives.