Dienst van SURF
© 2025 SURF
Kim Meijer, zelf werkzaam als docent, onderzoeker en trainer in de bedrijfsethiek, is in december 2023 gepromoveerd op het proefschrift ‘Impossible and Inevitable: Reconstructing the Critique of Business Ethics’. Voor toegepast filosofen is dit een belangrijk proefschrift, omdat het de modderigheid van bedrijfsethiek in een transparanter kader stelt en omdat het niet alleen over bedrijfsethiek gaat. Het onderzoek van Meijer gaat over de spanningen die horen bij het toepassen van filosofie in een concrete context. Daarmee is het mijns inziens ook relevant voor beoefenaars van bijvoorbeeld de bio-ethiek (die zij bespreekt in haar proefschrift), de publieksfilosofie en de levenskunst. Hieronder heb ik een aantal inzichten uit het proefschrift weergegeven en voorzien van mijn eigen reactie.
MULTIFILE
Tijdens een reclasseringstraject houdt een reclasseringswerker toezicht op iemand die een delicht heeft gepleegd. Het doel is die persoon te motiveren een leven op te bouwen zonder criminaliteit.Er is echter nog weinig bekend over de band tussen reclasseringswerker en cliënt en de invloed ervan op het reclasseringstraject. Meer kennis hierover kan de relatie tussen reclasseringswerker en cliënt verbetern en de kans op terugval in de criminaliteit verminderen. In dit proefschrift magazine deelt Annelies Sturm de belangrijkste bevindingen van haar promotieonderzoek.
LINK
Stellingen en erratum bij dit proefschrift zijn te vinden in de HBO Kennisbank. Samenvatting: In de advocatuur is het investeren in bestaande cliënten een gangbare wijze van business development. Omdat de concurrentie echter is toegenomen, vooral in het mkb, is het behouden van bestaande mkb-cliënten voor advocaten een prangende kwestie geworden. De onderliggende kennisvraag die zich hierbij aandient is hoe loyaal gedrag tot stand komt bij mkb-cliënten die diensten van advocaten afnemen. Omdat onderzoek hiernaar in deze context grotendeels ontbreekt, is in deze praktijkgerichte studie gestart met explorerend onderzoek d.m.v. een literatuuronderzoek en een meervoudige casestudie. Daaruit blijkt onder meer dat klantwaarde de belangrijkste antecedent is van loyaliteit. D.m.v. survey-onderzoek zijn de relaties tussen advocatuurlijke dienstverleningsfactoren, klantwaarde en loyaliteit bestudeerd. Uit de resultaten blijkt dat mkb-cliënten die het professioneel gedrag van hun advocaat binnen de zaaksbehandeling waarderen alsmede een goede indruk van hem hebben, zich ook loyaal zullen opstellen ten opzichte van hun advocaat. Ook als cliënten professioneel gedrag van de advocaat buiten de zaaksbehandeling waarderen, draagt dit bij aan hun loyaliteit. Deze nevendiensten hebben vooral nut om ‘slapende’ cliënten loyaal te houden. Klantwaarden spelen in deze verbanden een sterk mediërende rol. De effecten op loyaliteit zijn grotendeels verklaarbaar omdat er voor cliënten klantwaarden worden opgeleverd, vooral in de vorm van een goede uitkomst van de zaak en vertrouwen in de advocaat. Eigenschappen van cliënten, zoals de mate van informatieasymmetrie tussen hen en hun advocaat, beïnvloeden deze relaties. Het onderzoek is besloten met implicaties voor theorie over klantwaarde en loyaliteit, en aanbevelingen voor advocaten die de loyaliteit van hun clientèle willen versterken.