Dienst van SURF
© 2025 SURF
Onderscheidend voor het beroepsonderwijs is dat het leerproces van studenten in het perspectief staat van kwalificeren tot startend beroepsbeoefenaren en dat het leren en begeleiden van dat leren plaatsvindt op school én op de werkplek. In het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is het aandeel leren op de werkplek aanzienlijk. Het gaat om 80% in de beroepsbegeleidende leerwegen (bbl) met 30,6 % van de studentenpopulatie en om minimaal 20% tot maximaal 60% in de beroepsopleidende leerwegen (bol) met 69,4% procent van de studentenpopulatie.1 Zowel de docenten in onderwijsinstellingen als praktijkopleiders/werkbegeleiders2 in leerbedrijven spelen een belangrijke rol in het opleidingsproces van mbo-studenten.
This dissertation presents the results of a research project on unraveling the dynamics of facilitating workplace learning through pedagogic practices in healthcare placements. Supervisors are challenged to foster safe learning opportunities and fully utilize the learning potential of placement through stimulating active participation for students while ensuring quality patient care. In healthcare placements, staff shortages and work pressure may lead to stress when facilitating workplace learning. Enhancing pedagogic practices in healthcare placements seems essential to support students in challenging experiences, such as emotional challenges. This dissertation proposes approaches for optimizing learning experiences for students by highlighting the value of day-to-day work activities and interactions in healthcare placements, and shedding light on agency in workplace learning through supervisor- and student-strategies.
Het 'Samen opleiden en professionaliseren' door lerarenopleidingen en onderwijspraktijk moet bijdragen aan een duurzame impuls voor het terugdringen van het lerarentekort en het verhogen van de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep (PO-Raad, VO-raad, MBO Raad, VH, VSNU, 2019; Platform Samen Opleiden & Professionaliseren, 2020). Toch is dit samen opleiden en samen professionaliseren niet altijd eenvoudig of vanzelfsprekend (Van Velzen & Timermans, 2017). Integendeel, beide contexten (ook wel activiteitensystemen genoemd, zie Engeström, 2001) kennen een eigen praktijk en identiteit. De daaruit voortvloeiende verschillen (in belangen, eisen, doelen) kunnen leiden tot zogeheten discontinuïteiten in actie en interactie (Bakker & Akkerman, 2014). Deze verschillen tussen contexten bieden tevens kansen om te leren. Dat leerpotentieel bestaat doordat boundary crossing (i.e., het proces van heen-en-weer pendelen tussen activiteitensystemen) met zich meebrengt dat organisaties voorbij de bestaande praktijk en de eigen identiteit leren kijken en leren in co-creatie. Een permanente dialoog over de gezamenlijkheid in opleiden als grensoverbruggende praktijk is nodig om het leerpotentieel dat zich bevindt op deze grens tussen lerarenopleiding en onderwijspraktijk beter te benutten (Bakker et al., 2016; Bruining & Akkerman, 2017). In dit postdoconderzoek wordt bestudeerd hoe een gedeeld professionaliseringstraject rondom Lesson study voor opleiders van de Marnix Academie (pabo) en schoolopleiders van de partnerscholen (basisschool) als een in potentie grensoverbruggende praktijk kan bijdragen aan leren-in-verbinding. Op basis van empirische data (waaronder interviews met betrokken actoren bij het samen opleiden) genereert dit postdoconderzoek concrete handreikingen, in het bijzonder voorwaarden die nodig zijn om leren-in-verbinding middels een gedeeld professionaliseringstraject via Lesson study te stimuleren. Het postdoctraject staat dan ook in nauwe verbinding met de op handen zijnde curriculumvernieuwing bachelor lerarenopleiding basisonderwijs. Het postdoconderzoek levert tevens kennis op die kan bijdragen aan de landelijke discussie over samen opleiden, indachtig de ambities van het partnerschap Partners in Opleiding en Ontwikkeling (Koersplan POO, 2020).
Opleidingsinstituten en werkveld constateren dat (toekomstige) leraren nog vaak onvoldoende toegerust zijn om met diversiteit in het onderwijs van leerlingen van 0-22 jaar om te gaan. We willen onderwijsprofessionals opleiden die kunnen afstemmen op de onderwijs- en ontwikkelbehoeften van kinderen en jongeren en in toenemende mate in staat zijn om een inclusieve leeromgeving te realiseren.
Opleidingsinstituten en werkveld constateren dat (toekomstige) leraren nog vaak onvoldoende toegerust zijn om met diversiteit in het onderwijs van leerlingen van 0-22 jaar om te gaan. We willen onderwijsprofessionals opleiden die kunnen afstemmen op de onderwijs- en ontwikkelbehoeften van kinderen en jongeren en in toenemende mate in staat zijn om een inclusieve leeromgeving te realiseren.Doel In samenwerking met opleiders en onderzoekers van hogescholen en praktijkopleiders willen we een pilot starten met als doel het opleiden van pedagogisch bekwame onderwijsprofessionals. Zij hebben oog voor kinderen en jongeren uit kwetsbare doelgroepen en dragen bij aan een meer inclusieve onderwijssetting. Resultaten De onderwijsprofessionals hebben zicht op de leefwereld van kinderen en jongeren waarmee zij werken; De onderwijsprofessionals weten hoe ze ‘in verbinding zijn en blijven’ met leerlingen en wat nodig is; De onderwijsprofessionals hebben geleerd interprofessioneel samen te werken; Onderwijsprofessionals weten vanuit welke waarden zij handelen, hebben een open en onderzoekende houding en voelen zich pedagogisch en didactisch goed toegerust; Er heeft een herijking plaatsgevonden van de opleidingsdidactiek en -pedagogiek en de visie op begeleiding van studenten; Het inclusieve gedachtengoed wordt voorgeleefd door alle opleiders. Looptijd 01 januari 2020 - 01 januari 2022 Aanpak Het scrumteam zal de track ‘Naar Inclusiever Onderwijs’ voor derdejaars studenten van de lerarenopleidingen voortgezet onderwijs en de pabo ontwikkelen (start pilot: studiejaar 2021-2022). Onderwijswerkplaats 1 onderzoekt welke theorievorming aan de basis ligt voor de track. Onderwijswerkplaats 2 onderzoekt de inhoud voor een inclusieve pedagogische didactische lijn in de track.