Dienst van SURF
© 2025 SURF
In this paper we discuss the design process that took place while creating social software for Amsterdam University of Professional Education (AUPE) and the interactive knowledge platform, called ‘Theme-sites’. Themesites are used collaboratively by nine universities bound by a consortium, Digital University (DU). The DU is experimenting using communities of practice (CoPs) as a way to to stimulate the use of ICT in Higher Education. We describe the redesign, for which we used principles of design research (Col-lins et al., 2004). However in both described cases user experiences revealed that users have difficulties in getting actively involved in the knowledge portal. We propose how we might redesign the knowledge platform to support learning processes better, using theories like Wenger’s (1998) related to learning ar-chitectures. This paper aims at expanding design knowledge about knowledge portals and CoPs and dis-cusses the yet overseen critical design elements, like the brokering competences that facilitators need.
Gepersonificeerde portals zijn in opmars. Volgens Gerard Bierens is Netvibes.com momenteel beste uitwerking van de gepersonaliseerde portal. Hij beschrijft de ontwikkelingen van kennisportals en illustreert het gebruik van Netvibes. De basis waarmee Netvibes gebruikers naar zich toetrekt is, naast de gelikte interface, de veelzijdigheid van de ingebouwde RSS-lezer en de mogelijkheid om een groot aantal webservices binnen één en dezelfde interface te integreren.
Foreword to the book International Perspectives on Teacher Well-Beingand Diversity: Portals into Innovative Classroom Practice which focuses on key sources for teacher well-being like ownership, meaningfulness, self-efficacy, agencyand autonomy. The book is based on inspiring cases from a variety of schools collected by an international network of experts on the topic.
Digitalisering verandert de werkprocessen van accountantskantoren ingrijpend. Softwarepakketten nemen veel handmatige werkzaamheden van accountants en administrateurs over. Er is een explosieve groei van softwareapplicaties, informatiesystemen, rapportage tools, financial auditing tools, process mining tools, machine learning tools, blockchain technologie, online portal systemen, datamanagement en -analyse methoden. Om efficiënt in te blijven spelen op klantbehoeften moeten mkb-accountantskantoren hun weg vinden in onnoemelijk veel nieuwe ICT-technologie. Zij worden IT-gedreven ondernemingen, terwijl zij daar eerder niet op waren gericht. Zij krijgen een nieuwe onbekende taak. De onderzoeksvraag in dit onderzoek luidt: Hoe kan de mkb-accountant digitalisering, ICT en data-analyses inzetten in zijn beroepspraktijk, zodat beter aan de wensen van zijn mkb-klanten wordt voldaan en de eigen bedrijfsvoering en werkprocessen efficiënter worden? Hiervoor ontwikkelen wij een zelfscan en een data-analyse protocol waarmee de accountant de digitalisering en data-analyse in zijn beroepspraktijk kan verbeteren. Met de zelfscan kan de accountant voor zijn accountantspraktijk, gegeven de wensen van zijn mkb-klanten en de wensen met betrekking tot zijn eigen bedrijfsvoering en werkprocessen, bepalen: het gebruik van de beschikbare informatiesystemen en software tools; de koppeling van de verschillende, beschikbare informatiesystemen en gegevensbronnen van klanten; de implementatie van online portals; en geschikte algoritmen voor de samenstellingswerkzaamheden (gebruikmakend van datamining en machine learning methoden). In het data-analyse protocol staan de relevante data-analyse stappen en data-analyse tools, gebruik makend van Artificial Intelligence (AI), voor de advisering van de accountant aan zijn mkb-klanten beschreven. De wensen van zijn mkb-klanten dienen als uitgangspunt voor de service portfolio van de mkb-accountant. Het gebruik van software, gegevensbestanden en data-analyse zal zodanig moeten zijn dat het gewenste service portfolio kan worden gerealiseerd en tevens de bedrijfsvoering en werkprocessen van het accountantskantoor worden verbeterd (qua efficiëntie en kosten).
Ouderbetrokkenheid in het basisonderwijs stagneert, zo blijkt uit landelijk trendonderzoek. Leerkrachten hebben behoefte aan ondersteuning om moeilijk bereikbare ouders ?mee? te krijgen, of om veeleisende ouders aan te kunnen. Vooral beginnende leerkrachten vinden gesprekken met ouders met andere ambities/overtuigingen of een andere cultureel-etnische achtergrond dan zijzelf hebben, moeilijk. Dit project beoogt deze leerkrachten te ondersteunen bij het realiseren van educatief partnerschap, door hen een handreiking te bieden voor het voeren van ?tweerichting? gesprekken met ouders van ?gewone? leerlingen, zorgleerlingen en achterstandsleerlingen. Daarbij brengen leerkrachten hun praktijkkennis in als expertise. Het onderzoek wordt uitgevoerd op 95 scholen in Zuid-Limburg: reguliere basisscholen, achterstandsscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs. In deze regio woont meer dan de helft van alle leerlingen in een ?armoede- postcodegebied?. Cohortstudies tonen aan dat zij maar moeilijk hun onderwijskansen kunnen benutten. Onderwijsondersteunend gedrag van ouders is daarbij een belangrijke factor. Ouders kunnen via hun betrokkenheid bij het onderwijs bijdragen aan de onderwijskansen van hun kinderen. De bedoeling van het project is om (1) de aanwezige praktijkkennis van leerkrachten over het voeren van oudergesprekken met diverse ouders middels vragenlijstonderzoek en interviews te onderzoeken, (2) deze kennis, gedifferentieerd naar verschillende ervaringscontexten, toegankelijk te maken voor andere leerkrachten, en (3) kennis en onderwijs te genereren voor (aankomende) professionals. Essentieel onderdeel van het project is dat samen met leerkrachten van twee ?gewone? basisscholen, twee scholen voor speciaal basisonderwijs en twee achterstandsscholen en Pabo- en Pedagogiekstudenten, een cultuur-sensitieve gespreksvaardighedentraining in de praktijk wordt ontwikkeld. Deze training wordt na afloop opgenomen in het basiscurriculum van de Pabo en Pedagogiek en aangeboden als bijscholingstraject. Interessante voorbeelden uit lerareninterviews en trainingsopnamen worden op de websites van de scholen geplaatst, en na afloop van het project gepubliceerd in een Handboek best practices educatief partnerschap. Onderzoeksresultaten worden verder gedeeld via conferentiepresentaties, publicaties op kennisportals en in wetenschappelijke- en vaktijdschriften.