Dienst van SURF
© 2025 SURF
Uit het boek: "De Stichting voor Industriebeleid en Communicatie (SIC) speelde de laatste 18 jaar een belangrijke rol in het industriebeleid. We zien al weer een aantal jaren dat dit heeft bijgedragen tot hernieuwde aandacht voor de industrie en het stimuleren van arbeidsproductiviteit middels innovatie. Deze aandacht voor de industrie is noodzakelijk en relevant vanwege de bijdrage van industriële sectoren aan toegevoegde waarde, export en werk. Een bijdrage die deels ook indirect is, omdat dienstverlenende sectoren sterk afhankelijk zijn van de industrie. Nu, vanaf 2018, beëindigt de vrijwilligersorganisatie SIC ook de laatste activiteiten. Het bestuur heft de eigen stichting op. Er komt een eind aan 18 jaar behartigen van industriebelangen, zowel voor bedrijven als voor werknemers. Een unieke periode waaraan velen bijdroegen, Willem van der Stokker in het bijzonder. Het resultaat is dat industriebeleid weer op de agenda staat. Maar, in de woorden van de SIC-voorzitter op het Nationaal Industriedebat van 2013: “Of dit een permanent karakter zal hebben zal de toekomt uitwijzen. De vraag is wat er gaat gebeuren als de economie weer aantrekt.” Bovendien is er reden om aandacht te hebben voor de bijdrage van de industrie aan maatschappelijke vraagstukken – gezondheid, onze leefomgeving en welvaart. Zo blijft er in de toekomst vanwege technologische veranderingen en vergrijzing aandacht nodig voor de arbeidsproductiviteit en voor innovatie die leidt tot een hogere arbeidsproductiviteit. Technologische veranderingen leiden tot andere producten, andere manieren van produceren en ander werk, wat kansen biedt voor de arbeidsproductiviteit. Vanwege de vergrijzing zullen we met minder mensen onze welvaart moeten zien te behouden. De welvaart en het welzijn van de bevolking is vervolgens nog wel afhankelijk van de omvang en kwaliteit van werkgelegenheid en van de verdeling van de revenuen van innovatie. Om deze thema’s het hoofd te kunnen bieden presenteren we namens de SIC deze aanzet voor een Agenda voor de Industrie. De boodschap van de SIC bouwt voort op de ervaring en het gedachtegoed van de afgelopen twee decennia. Op basis van deze ervaringen en met een scherp oog voor de huidige situatie omvat de Agenda voor de Industrie onderwerpen die nu en in de toekomst aandacht vragen van sociale partners, politiek en maatschappij. Een onafhankelijk Industrieplatform kan de Agenda voor de Industrie vaststellen, uitvoeren en monitoren."
De volgende stellingen worden behandeld: Stelling 1: De e.b. is anno 2009 helemaal geen beweging meer, maar een gevestigd instituut, met alle kenmerken daarvan. De taal van ‘beweging’ is vooral nog identiteitsjargon, net zoals de taal van ‘(doorgaande) reformatie’ vooral identiteitsjargon is in wat ooit de gereformeerde beweging was. Stelling 2: De grote en voortdurende uitdaging van de e.b. lijkt mij dat zij telkens weer een beweging moet worden. Juist nu is dit de grootste opdracht voor de EA: bijdragen aan het ontstaan van ‘beweging’ en oppassen nu naar binnen gezogen te worden als een para-denominationele organisatie van de evangelische kerken. 2 Hoe ontstaat een beweging? Er zijn minstens drie dingen nodig: gedeeld verlangen, gebrek aan controle in het centrum en leiderschap vanuit de marge. Alleen verlangen is dus niet genoeg. Stelling 3: Om weer een beweging te worden, is een vurige toewijding aan Gods agenda het belangrijkst.
Marnix Eysink Smeets constateert dat de veiligheidsbeleving van het publiek al langer hoog op de politieke agenda staat. Criminologisch onderzoek op dit terrein heeft veel inzichten opgeleverd in operationalisering, meetmethoden en determinanten van angst voor criminaliteit. Maar over mechanismen, trends, effecten en beïnvloedbaarheid is veel minder bekend. Daarnaast valt op dat veel onderzoekers eenzijdig gericht zijn op de ‘traditionele’ angst voor criminaliteit, terwijl zich inmiddels nieuwe misdrijven en dreigingen hebben gemanifesteerd.
Duurzame ontwikkeling staat hoog op lokale, nationale en internationale politieke agenda’s. Denk alleen al aan klimaatverandering, biodiversiteit, de stikstofcrisis, de gezondheidscrisis, de teloorgang van stilte en stiltegebieden en de ontwikkeling van de circulaire economie.Duurzame ontwikkeling bestaat nadrukkelijk uit aspecten op het gebied van milieu, mens en economie. Daarbij is het perspectief van de stakeholders in de sector, de bedrijven, overheden, omwonenden, klanten en belanghebbenden van groot belang.De gastvrijheidssector speelt hierin een dubbele rol: enerzijds creëren deze sector veel waarde uit natuurlijke hulpbronnen zoals juist de kwaliteit van natuur, biodiversiteit, landschap, stilte, schone lucht. Anderzijds speelt de sector een rol bij het ontstaan van klimaatverandering, stikstofoxiden, verlies van biodiversiteit en stilte.Het project beoogt voor bovenstaande problematiek een onderzoekagenda op te stellen. De onderzoekagenda geeft een systematisch overzicht van de problematiek, een vertaling naar de potentiële onderzoeksvragen en mogelijke resultaten.Partners: Hogeschool Zeeland (HZ), NHL/Stenden.
“Gas op elektrisch” presenteert een onderzoek naar diensten voor zero emissie servicelogistiek. Servicelogistiek is het vervoer van personen, materiaal een materieel voor installatie- en onderhoudswerkzaamheden in woningen, kantoren, en de openbare ruimte. De Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool van Arnhem en Nijmegen ontwikkelen samen met mkb-professionals in elektrisch vervoer (EV), servicebedrijven en brancheverenigingen nieuwe kennis over de voorwaarden en mogelijkheden van EV bij servicelogistiek. Het doel is om te komen tot nieuwe (gezamenlijke) diensten van het mkb door: • de ontwikkeling van nieuwe sectorspecifieke kennis over logistieke kenmerken, laadstrategieën en het adoptieproces van de servicemedewerker in de transitie naar EV. • de diensten van mkb-aanbieders van voertuigen, laadinfrastructuur en wagenparkbeheer te innoveren. Mkb-professionals vinden servicelogistiek een interessante markt voor elektrische voertuigen, wagenparkbeheer en laadoplossingen, maar hebben onvoldoende kennis van de logistieke afwegingen die deze bedrijven maken bij de transitie naar een zero emissie wagenpark. Bovendien biedt de individuele mkb-ondernemer slechts een deel van de oplossing terwijl er een combinatie van diensten nodig is om grote servicebedrijven te ondersteunen bij EV. Dit onderzoeksproject verbindt mkb-professionals onderling en met grote servicebedrijven om gezamenlijk nieuwe kennis te ontwikkelen voor passende diensten. De projectdeelnemers in ‘Gas op elektrisch”: 1. Analyseren de huidige situatie aan de hand van ritprofielen, interviews en energieverbruik. 2. Ontwerpen nieuwe concepten en interventies voor de inzet van (lichte) elektrische vrachtvoertuigen. 3. Evalueren nieuwe concepten en interventies met experimenten in de praktijk. 4. Valoriseren de kennis voor de ontwikkeling van nieuwe diensten van het mkb. Het project verzekert een sterke relatie met de praktijk, de wetenschap en het onderwijs door betrokkenheid van vier lectoraten, vijf opleidingen en twee brancheverenigingen. Het onderzoek kent een multidisciplinaire aanpak met aandacht voor logistieke processen, energievoorziening en de rol van de gebruiker. Hiermee versterkt het project professionals van nu en van de toekomst om de EV-koploperspositie van Nederlandse bedrijven te kunnen behouden.
Op weg naar de Biobased Economy zijn er nationaal en internationaal belangrijke vraagstukken die om oplossing vragen. Het HBO levert met praktijkgericht onderzoek een relevante bijdrage aan de realisatie van innovaties op weg naar een biobased economy. Hogescholen staan met hun onderzoek relatief dicht bij de afzetmarkten, die voor de Biobased Economy nog sterk in ontwikkeling zijn. Wil het biobased HBO onderzoek, met zijn eigen thematiek en aanpak een goede positie in de kennisinfrastructuur krijgen en houden, dan is het noodzakelijk de krachten te bundelen. De oprichtende lectoren van het Platform Biobased Economy willen via het kennisplatform biobased economy hier graag actief aan bijdragen. Het hoofddoel van het Lectorenplatform Biobased Economy is gericht op agenderen. Vanuit het Platform willen de lectoren de komende twee jaar mede vormgeven aan de onderzoeksagenda’s van SIA, de Nationale Wetenschapsagenda, de kennisagenda van het Ministerie van Economische Zaken om het thema Biobased Economy sterker te verankeren en de transitie naar een Biobased Economy te versnellen. Onder andere door het leveren van informatie en inzichten, door signalen op te halen uit het kennis- en het beroepenveld (met name MKB). Afgeleide doelen: 1. Het Platform zal een aanspreekpunt zijn voor HBO-onderzoek voor de topsectoren (TKI BBE, TS Chemie, Energie en Agro&Food) en haar intermediairs (Chemielink, Innovatielink) en op die manier de onderzoekspijler binnen het Landelijk Kennisnetwerk vormgeven. 2. Het nationale platform zal een rol spelen in de afstemming tussen diverse thematische en regionale agenda’s binnen de Biobased Economy, en de onderlinge samenhang verwoorden, bewaken en uitdragen. 3. Het Platform zal een rol spelen in het verwoorden van de HBO aanpak en het HBO belang in diverse beleids-, onderzoeks- en innovatiegremia. 4. Het Platform zal een rol spelen in het belang van de Biobased Economy binnen de circulaire economie