Smart speakers are heralded to make everyday life more convenient in households around the world. These voice-activated devices have become part of intimate domestic contexts in which users interact with platforms.This chapter presents a dualstudy investigating the privacy perceptions of smart speaker users and non-users. Data collected in in-depth interviews and focus groups with Dutch users and non-users show that they make sense of privacy risks through imagined sociotechnical affordances. Imagined affordances emerge with the interplay between user expectations, technologies, and designer intentions. Affordances like controllability, assistance, conversation, linkability, recordability, and locatability are associated with privacy considerations. Viewing this observation in the light of privacy calculus theory, we provide insights into how users’ positive experiences of the control over and assistance in the home offered by smart speakers outweighs privacy concerns. On the contrary, non-users reject the devices because of fears that recordability and locatability would breach the privacy of their homes by tapping data to platform companies. Our findings emphasize the dynamic nature of privacy calculus considerations and how these interact with imagined affordances; establishing a contrast between rational and emotional responses relating to smart speaker use.Emotions play a pivotal role in adoption considerations whereby respondents balance fears of unknown malicious actors against trust in platform companies.This study paves the way for further research that examines how surveillance in the home is becoming increasingly normalized by smart technologies.
Postdisciplinarity makes claims on ontological, epistemic, and methodological levels, but it is inevitably a personal philosophical stance. This article represents an existentialist approach to the discourse on postdisciplinarity, offering reflective narratives of three academics. Tomas Pernecky discusses creativity, criticality, freedom, and methodological and epistemic pluralism; Ana María Munar reveals her journey of epistemological awakening; and Brian Wheeller underscores the importance of researchers' subjective and emotive voice. Jointly, the authors depict postdisciplinarity as an invitation to conceptual and interpretive eclecticism, critical analysis, and creative problem solving.
MULTIFILE
Postdisciplinarity makes claims on ontological, epistemic, and methodological levels, but it is inevitably a personal philosophical stance. This article represents an existentialist approach to the discourse on postdisciplinarity, offering reflective narratives of three academics. Tomas Pernecky discusses creativity, criticality, freedom, and methodological and epistemic pluralism; Ana María Munar reveals her journey of epistemological awakening; and Brian Wheeller underscores the importance of researchers' subjective and emotive voice. Jointly, the authors depict postdisciplinarity as an invitation to conceptual and interpretive eclecticism, critical analysis, and creative problem solving.
MULTIFILE
Het overstijgende doel van dit project is bijdragen aan een inclusieve en gezonde samenleving door de gezondheid en het welzijn van startende mbo-opgeleide zorgprofessionals te bevorderen. Dit draagt bij aan het beperken van uitval en uitstroom (gerelateerd aan beroepsvitaliteit) bij de Hoven en vergelijkbare zorgorganisaties. Op de langere termijn ondersteunt het project het vergroten van duurzame inzetbaarheid waardoor de doelgroep minder gezondheidsklachten krijgt en blijft participeren in het arbeidsproces. Hiervan is bekend dat gezond werken bijdraagt aan hun welzijn(SER,2023) en als extra opbrengst blijft deze doelgroep in hogere mate behouden voor het leveren van gezondheidszorg aan alle burgers. Dit sluit goed aan bij het concept positieve gezondheid(Huber et al.,2011), waarin werk een belangrijke rol speelt, als element van sociaalmaatschappelijke participatie. Positieve gezondheid is het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven om te gaan en daarbij zoveel mogelijk eigen regie te voeren. We realiseren de doelstelling door verander-, onderzoeks- en ontwerpmethodieken te combineren, zoals creatieve actiemethodologie, design thinking, participatief ontwerp, co-creatie en user-centered design(Brown&Katz,2011; Delnooz,2019; Dolmans&Tigelaar,2012). Voor de participatie van mbo-professionals (afgestudeerd en in opleiding) gaan we specifieke onderzoeksinstrumenten gebruiken dan wel ontwikkelen die aansluiten bij de doelgroep (o.a. Photo voice en reflectiemethodes zoals Korthagen(Tigelaar et al.,2008)). We zorgen voor kort cyclisch testen, evalueren en ontwerpen in co-creatie met eindgebruikers en experts.
De online wereld is voor jongeren een vanzelfsprekend onderdeel van hun leefwereld. De meeste jongeren hebben baat bij de online leefwereld: hun cognitieve en sociale vaardigheden nemen toe, en hun vriendschappen en zelfvertrouwen worden gestimuleerd. Een kleine groep (5 tot 10 procent) vertoont online risicogedrag of raakt verslaafd aan sociale media. Deze groep jongeren heeft begeleiding nodig bij het opgroeien in de online leefwereld. Jongerenwerkers zijn sociaal werk professionals die jongeren in kwetsbare situaties (10-23 jaar) begeleiden bij het volwassen worden in de samenleving. Vanuit de leefwereld van jongeren dragen zij bij aan het versterken van de persoonlijke ontwikkeling en participatie en het verminderen van risicogedrag, problemen en uitval van jongeren. Nu de online wereld voor jongeren een vanzelfsprekend onderdeel is van hun leefwereld wordt het voor het jongerenwerk noodzakelijk om ook online te werken. Wat ontbreekt is kennis en handelingsperspectieven voor hoe het jongerenwerk in de online leefwereld jongeren kan vinden, volgen en begeleiden. Hieraan ten grondslag ligt een meer fundamentele vraag. Omdat de leefwereld van jongeren het vertrekpunt van het jongerenwerk vormt, is het jongerenwerk van oudsher gepositioneerd in het vrije tijdsdomein. In de online leefwereld van jongeren vervaagt het onderscheid tussen de opvoeddomeinen thuis, school/werk, vrije tijd waardoor er onduidelijkheid is over de rol van het jongerenwerk in de online leefwereld van jongeren. Dit project beoogt duidelijkheid te creëren over de rol van het jongerenwerk in de online leefwereld van jongeren en in co-creatie met jongeren, jongerenwerkers, studenten en docenten drie methodieken te ontwikkelen (‘Online als vindplaats’, ‘Signaleren online’, en ‘Begeleiden online’). We onderzoeken hoe jongerenwerkers door het vinden, volgen en begeleiden van jongeren in de online leefwereld bij kunnen dragen aan de persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke participatie van jongeren in kwetsbare situaties. Belangrijkste eindproduct is een handboek “Jongerenwerk in de online leefwereld van jongeren”.
Het onderwijs binnen het Instituut Social Work is gericht op gepersonaliseerd leren, waarbij een leerteam van studenten uitgangspunt is voor het leerproces. Bij Instituut Social Work is het leerteam het hart van de opleiding. Wat de doorwerking is en hoe het leerteam bijdraagt aan het leren van studenten wordt in beeld gebracht.Doel In oktober 2021 is een onderzoek gestart naar de doorwerking van het leren en werken in leerteams bij Instituut Social Work. Samen met het leerteamplatform worden de inzichten en ervaringen rondom (het leren van) leerteams in kaart gebracht., Deze beschrijving dient als basis voor het ontwikkelen van een cyclische evaluatie-methodiek die breder toepasbaar is binnen het Instituut. Resultaten Een beschrijving van opgedane ervaringen rondom leerteams als hart van de opleiding Een prototype van een customer-journey voor leerteambegeleiders Een visualisatie van studentervaringen met behulp van de Photovoice-methode (Dataverzamelingsmethode, waarbij foto's gemaakt door deelnemers worden gebruikt om hen te laten vertellen over hun ervaringen en beleving van) Looptijd 01 oktober 2021 - 01 juli 2022 Aanpak Het onderzoek is een beschrijvend onderzoek met elementen van actie-onderzoek. Deskresearch geeft sturing aan een customer-jouney voor leerteambegeleiders en diepte-interviews aan de hand van beeldmateriaal door studenten.