Dienst van SURF
© 2025 SURF
Peer-coaching omvat een helpende relatie waarin twee mensen van gelijke status actief deelnemen en daarbij leren van elkaar. Binnen het hoger onderwijs wordt peer-coaching steeds vaker toegepast, waarbij studenten hun peers kunnen helpen en ondersteunen. Begrijpelijk want peer-coaching heeft bewezen positieve effecten voor zowel de coach als coachee. Bij het Studentsucces centrum (SSC), dat sinds 2020 is opgericht om de binding en het welzijn van studenten te versterken, is het bieden van ondersteuning middels peer-coaching een kernactiviteit. Binnen elk SSC zijn een of meerdere getrainde studenten actief als studentbuddy’s. In deze studie is gekeken naar de opbrengsten van de peer-to-peer begeleiding. Daarbij viel direct op dat de coaching die de buddies op dit moment bij het SSC bieden veelal van korte duur en gericht op oppervlakkige en praktische vragen en er derhalve niet echt sprake is van een coachings-traject. Daarbij blijft het aantal coaching-aanvragen laag, terwijl er bewijs is dat studenten wel ondersteuning zouden willen en nodig hebben op studie-gerelateerd en emotioneel gebied. Wat kan er volgens de studenten gedaan worden om de peer-coaching te intensiveren? Door te ontdekken hoe de studentbuddy’s en peers de coaching en alles wat daarbij komt kijken hebben ervaren, zijn waardevolle lessen geleerd worden voor de promotie en ontwikkeling van peer-to-peer begeleiding. Daartoe is er op exploratieve wijze onderzocht wat de behoeften, ervaringen en opbrengsten zijn van zowel de studentbuddy’s als de gecoachte peers. Er is onder andere gekeken naar de bekendheid van het SSC, hoe betrokken de studenten zich voelen bij het SSC, hoe tevreden de studenten zijn met het SSC en wat de peer-coaching doet met de persoonlijke en professionele ontwikkeling en het studiesucces. In totaal zijn tien student-buddy’s en zes peers geïnterviewd. Onder de geïnterviewde buddy’s is er een grote verscheidenheid aan de hoeveelheid gecoachte peers, de duur van de coaching trajecten en de inhoud ervan. De bekendheid van het SSC en met name de peer-coaching mogelijkheden die aangeboden worden, zijn als belangrijkste verbeterpunt in het licht van het relatief lage aantal coaching aanvragen, genoemd. De buddy’s zijn zelf vaak per toeval bekend geworden met het SSC en waren vaak voor hun rol als studentbuddy er nog niet bekend mee. Wel geven de meeste studentbuddy’s aan zich zeer betrokken te voelen bij het team en de peers die ze coachen, zich persoonlijk te hebben ontwikkeld en tevreden te zijn met de werkzaamheden. De buddy’s voelen zich meer zelfverzekerd, zijn sterker geworden in hun sociale vaardigheden en voelen zich meer thuis op de hogeschool. De geïnterviewde peers ontvingen individuele coaching bij plannen, motivatie vinden, studieopdrachten en wegwijs worden op de hogeschool. Alle peers gaven aan dat de peer-coaching belangrijk is en het hen helpt. Dat studentbuddy’s meer tijd hebben, makkelijker benaderbaar zijn en informeler communiceren dan bijvoorbeeld docenten en decanen, werden als voordelen genoemd. Ook de peers gaven aan dat het SSC niet heel bekend is onder de studenten. Ze gaven aan vaak doorverwezen te zijn door een docent of studieloopbaanbegeleider, of per toeval in contact zijn gekomen met een studentbuddy. De peers voelen zich zeer betrokken bij de studentbuddy, maar niet bij het SSC en zijn meestal niet bekend met andere activiteiten die het SSC aanbiedt. Tot slot geven de peers aan dat de peer-coaching heeft geholpen bij hun studievaardigheden, stressvermindering en ook meer thuis voelen op de hogeschool. In de literatuur worden voordelen van peer-coaching op de academische prestaties, het zelfvertrouwen, de motivatie bevorderen, maar ook praktische en emotionele ondersteuning beschreven. Wie zien in deze studie bij onze SSC’s dat, hoe kleinschalig of kortdurend dan ook, de peer-to-peer aanpak inderdaad deze voordelen oplevert. Gezien de aard van sommige hulpvragen, is langdurige coaching niet altijd noodzakelijk. Tevens laat deze studie zien dat het ook voordelen voor de studentbuddy’s zelf, zoals meer betrokken worden op de hogeschool en verbeterde vaardigheden, oplevert. Ondanks de behoefte aan peer-coaching en promotieactiviteiten van het SSC, weten studenten de weg naar het SSC nog niet goed te vinden. Er lijken grote verschillen te zijn in de vorm en inhoud van de peer-coaching tussen studentbuddy’s. Een duidelijkere afbakening en routekaart van hulpbronnen binnen de hogeschool, zou het SSC meer draagvlak en bekendheid binnen de organisatie kunnen opleveren. De geïnterviewde studenten gaven daarnaast als tips om vaker langs de klassen te gaan, gadgets in te zetten, de vindbaarheid online te vergroten en in de fysieke locaties te verduidelijken bij wie de student terecht kan.
The first year of study is very exciting for many students. Everything is new: the school, your schedule, the teachers, and your fellow students. How can a university ensure a smooth transition for first-year students? For this, Inholland launched the Students for Students (S4S) project in the 2019-2020 academic year. In this project, second-year students (studentcoaches) support first-year students with their studies. They do this based on their own experience and the training they receive during their year as studentcoaches. Research shows that peer-mentoring is very successful in aiding first-year students through their first year of the study program. Peer-mentoring has the potential to increase well-being, social bonding, the feeling of belonging, and student resilience. It also ensures smoother academic integration, as peer-mentoring focuses on developing academic skills as well. Additionally, a studentcoach is often a low threshold point of contact for students where they can go with questions.
Just what and how eight experienced teachers in four coaching dyads learned during a 1-year reciprocal peer coaching trajectory was examined in the present study. The learning processes were mapped by providing a detailed description of reported learning activities, reported learning outcomes, and the relations between these two. The sequences of learning activities associated with a particular type of learning outcome were next selected, coded, and analyzed using a variety of quantitative methods. The different activity sequences undertaken by the teachers during a reciprocal peer coaching trajectory were found to trigger different aspects of their professional development.
In dit project ontwikkelen we Herstelcirkel ++, een gezondheidscoöperatie voor mensen met (risico op) leefstijlgerelateerde aandoeningen (o.a. diabetes). Coöperatie definiëren wij open als een (maatschappelijke) onderneming of autonome organisatie waarbij de deelnemers zeggenschap hebben over hoe zij voorzien in hun behoeften door het realiseren of beheren van voorzieningen en/of diensten. Deze ontwikkeling beantwoordt de wens van mensen met leefstijlaandoeningen (meer regie over de eigen gezondheid) en de door professionals gevoelde noodzaak om de eerstelijnszorg toegankelijk te houden. Het uitgangspunt is dat zorg en gezondheidsbevordering zoveel mogelijk rond, door en voor mensen met vergelijkbare wensen georganiseerd kan worden, in de eigen omgeving zodat de stap naar formele zorg minder nodig is. Complementair aan formele zorg en duurzaam verankerd in een wijklandschap van gezondheidsbevordering. Ondanks Nederlandse burgerinitiatieven rond zorg en gezondheid ontstaan coöperatieve vormen van zelfhulp niet altijd en overal, vooral niet in stadswijken (met achterstandsproblematiek). Hoe kunnen professionals die in de wijk actief zijn rond zorg, gezondheid en welzijn en MKB-bedrijven die zoeken naar innovatieve dienstverlening m.b.t. voeding, beweging en coaching samen met bewoners meer coöperatieve samenwerking bewerkstelligen ten behoeve van vitaliteit? Centraal in dit project staat de doorontwikkeling van Herstelcirkel in de wijk (HCIW) een sociale innovatie die diabetes-zelfmanagementeducatie en zelfhulp combineert door groepen mensen onder begeleiding van coaching aan leefstijlverandering te laten werken. Ondanks veelbelovende resultaten na het eenjarige traject, blijkt voor het merendeel het effect niet duurzaam. Uitgangspunten project: Co-designaanpak die professionals leert kennismaken met ontwerpgerichte methoden om met en voor bewoners passende dienstverlening in de wijk te ontwikkelen die coöperatieve zelfhulp faciliteren. Versterken van positieve krachten van bewoners en wijken (‘assets’) als elementen van de sociale en fysieke leefomgeving die deelnemers in staat stellen gezondheid te bevorderen. Ontwikkeling van een coöperatie, inclusief organisatorische aspecten: samenwerking met gezondheids- en welzijnsprofessionals en duurzame verankering in de wijk.
De laatste jaren wordt een toename gerapporteerd van psychische problemen bij studenten in het hoger onderwijs. Veel studenten met psychische problemen (o.a. depressie, angststoornis, ADHD) ervaren, ondanks de behandeling van deze psychische problemen, belemmeringen die kunnen leiden tot voortijdig schoolverlaten, waarmee het betreden van de arbeidsmarkt wordt bemoeilijkt. Belemmeringen omvatten zaken als stigma en discriminatie, voorkomen van en omgaan met stressgevoelige situaties, problemen met cognitieve functies als aandacht en concentratie, planning en geheugen en psychosociale problemen zoals samenwerken in een projectgroep, presenteren voor de groep en formele en informele contacten met docenten en medestudenten. Bij de ondersteuning van deze studenten is er echter nauwelijks of geen aandacht voor (het bevorderen) van de studentrol van studenten met psychische problemen: de meeste aandacht gaat uit naar de psychische problemen zelf. De begeleiding door onderwijsprofessionals (zoals decanen, studentpsychologen en studieloopbaanbegeleiders) blijkt dan ook onvoldoende te voorzien in de behoefte van deze groep studenten. Studenten geven aan ondersteuning van deze onderwijsprofessionals te waarderen, maar hebben naast deze formele ondersteuning ook behoefte aan contact met peers (leeftijds- en lotgenoten) met wie zij over studiegerelateerde belemmeringen kunnen praten. Om tegemoet te komen aan deze behoefte willen we in dit project het Peer2Peer Student Support (P2P-)programma ontwikkelen, uitvoeren en evalueren. Dit is een innovatief programma waarin ervaringsdeskundige studentcoaches studenten met psychische problemen ondersteunen bij het volhouden van hun opleiding. In het bijbehorende evaluatieonderzoek willen we onderzoeken of het P2P-programma een zinvolle aanvulling is op de ondersteuning die onderwijsprofessionals al bieden. Het P2P-programma is gebaseerd op een in de VS ontwikkeld academisch peer-coachingsprogramma voor studenten met psychische problemen: het Peer Academic Supports for Success (PASS)-programma.
Dit projectvoorstel preciSIAlandbouw richt zich op het onderdeel Precisielandbouw van de SIA call Praktijkkennis Voedsel en Groen. Precisielandbouw is een bedrijfsmanagementconcept dat d.m.v. technologie en kennis zo goed mogelijk stuurt op economische, ecologische en maatschappelijke doelen. Het preciSIAlandbouw-consortium doet een voorstel om praktijkgericht onderzoek te doen binnen een vijftal precisielandbouwthema’s: 1) sensortechnologie, 2) kennis en advies, 3) robotisering, 4) digitalisering en 5) verdienmodellen. Deze thema’s zijn gekozen vanuit een brede vraagarticulatie waarin knelpunten en uitdagingen vanuit de in de calltekst genoemde inspiratieprojecten verwerkt zijn. De thema’s sluiten tevens aan bij innovatievragen van de betrokken private consortiumpartners en speerpunten van de betrokken onderwijs- en onderzoeksinstellingen. Het is een mix van onderwerpen die op korte en middellange termijn nieuwe praktijkkennis levert. Het consortium bestaat uit vijf hbo’s, één universiteit, drie mbo’s, één brancheorganisatie en negen agrarische en toeleverende bedrijven. Het consortium heeft nauwe banden met Topsector-projecten (o.a. PL4.0) en FieldLabs (o.a. NPPL) op het gebied van precisielandbouw, waardoor een breed netwerk aangehaakt is. De looptijd van het project is twee jaar en de totale begroting is vastgesteld op 725.000 euro. Enkele betrokken agrarische bedrijven zijn gevestigd in experimenteergebieden. De onderzoeksactiviteiten in het preciSIAlandbouw-project zijn ondergebracht in vijf R&D-werkpakketten. Daarnaast is er één projectmanagementwerkpakket. De R&D-werkpakketten zijn gekoppeld aan de vijf voorgenoemde thema’s. Per R&D-werkpakket staan in hoofdstuk 6 de specifieke doelen, de aanpak, de onderzoeksmethodieken en de op te leveren resultaten. We verwachten met preciSIAlandbouw precisielandbouwtoepassingen en verdienmodellen te ontwikkelen en te valideren waarmee toeleverende bedrijven betere producten kunnen leveren en agrarische bedrijven betere bedrijfseconomische en maatschappelijke resultaten kunnen behalen, waaronder emissiereductie, efficiëntere inzet van hulpmiddelen, meer biodiversiteit en beter voor het klimaat Tevens verwachten we een rekenmodel te ontwikkelen waarmee telers zelf inzicht krijgen hoe hun verdienmodel er uit kan zien. De betrokken onderwijsinstellingen krijgen nieuwe kennis, expertise en lesmateriaal.