Dienst van SURF
© 2025 SURF
Background. Violent criminal offenders with personality disorders (PD’s) can cause immense harm, but are often deemed untreatable. This study aimed to conduct a randomized clinical trial to test the effectiveness of long-term psychotherapy for rehabilitating offenders with PDs. Methods. We compared schema therapy (ST), an evidence-based psychotherapy for PDs, to treatment-as-usual (TAU) at eight high-security forensic hospitals in the Netherlands. Patients in both conditions received multiple treatment modalities and differed only in the individual, study-specific therapy they received. One-hundred-three male offenders with antisocial, narcissistic, borderline, or paranoid PDs, or Cluster B PD-not-otherwise specified, were assigned to 3 years of ST or TAU and assessed every 6 months. Primary outcomes were rehabilitation, involving gradual reintegration into the community, and PD symptoms. Results. Patients in both conditions showed moderate to large improvements in outcomes. ST was superior to TAU on both primary outcomes – rehabilitation (i.e. attaining supervised and unsupervised leave) and PD symptoms – and six of nine secondary outcomes, with small to moderate advantages over TAU. ST patients moved more rapidly through rehabilitation (supervised leave, treatment*time: F(5308) = 9.40, p < 0.001; unsupervised leave, treatment*- time: F(5472) = 3.45, p = 0.004), and showed faster improvements on PD scales (treatment*- time: t(1387) = −2.85, p = 0.005). Conclusions. These findings contradict pessimistic views on the treatability of violent offenders with PDs, and support the effectiveness of long-term psychotherapy for rehabilitating these patients, facilitating their re-entry into the community
Eigen veiligheid of slachtoffers voorkomen (hoofdstuk 2) betreft een politieel onderwerp dat een nauwe relatie heeft met de AMOK-procedure. Vaak wordt deze procedure vereenzelvigd met school shootings; maar ook deze gebeurtenis laat zien dat dit begrip niet altijd de lading dekt. Het hoofdstuk (3) over de gezaghebbende professionals en professionele gezagsdragers zoomde in op beide categorieën en ook op de relatie tussen operationele functionarissen en de autoriteiten. Het hoofdstuk 4 gaat over de vraag: Wat weegt zwaarder: zorgvuldig forensisch onderzoek of de belangen van nabestaanden ? Na het hoofdstuk over de dodelijke slachtoffers volgde een hoofdstuk (5) over de gewonden. In de media is er met name na het uitkomen van het IOOV-rapport beroering ontstaan over het gemis aan medewerking van ziekenhuizen. Wij hebben geprobeerd de achterliggende verklaringen hiervoor te vinden. Het meest uitgebreide hoofdstuk (6) behandelde de relatie tussen het GBT en de driehoek. Gedurende de dag is een aantal zaken in de driehoek besproken en feitelijk besloten (en soms daarna nog bekrachtigd in het GBT). Verschillende bekende dilemma’s die spelen tussen het gemeentelijk/burgemeesterlijk belang en het strafrechtelijk belang zijn in deze Alphense casus belicht. Crisismanagement is vooral communicatiemanagement, zo stelden wij in hoofdstuk 7, waarbij met de snelle opkomst van de sociale media dit landschap niet alleen danig is veranderd, maar het voor gemeenten en andere betrokkenen alleen maar lastiger lijkt te zijn geworden om het goed te doen. Het laatste meer thematische hoofdstuk (8) behandelde de wijze waarop bij betrokken organisaties (politie, ambulancedienst en gemeente) na afloop de nazorg voor het eigen personeel is opgepakt
PURPOSE: To test if a collaborative care program (CCP) with nurses in a coordinating position is beneficial for patients with severe personality disorders. DESIGN AND METHODS: A pilot study with a comparative multiple case study design using mixed methods investigating active ingredients and preliminary results. FINDINGS: Most patients, their informal caregivers, and nurses value (parts of) the CCP positively; preliminary results show a significant decrease in severity of borderline symptoms. PRACTICE IMPLICATIONS: With the CCP,we may expand the supply of available treatments for patients with (severe) personality disorders, but a larger randomized controlled trial is warranted to confirmour preliminary results.
Artificial Intelligence (AI) wordt realiteit. Slimme ICT-producten die diensten op maat leveren accelereren de digitalisering van de maatschappij. De grote innovaties van de komende jaren –zelfrijdende auto’s, spraakgestuurde virtuele assistenten, autodiagnose systemen, robots die autonoom complexe taken uitvoeren – zijn datagedreven en hebben een AI-component. Dit gaat de rol van professionals in alle domeinen, gezondheidzorg, bouwsector, financiële dienstverlening, maakindustrie, journalistiek, rechtspraak, etc., raken. ICT is niet meer volgend en ondersteunend (een ‘enabling’ technologie), maar de motor die de transformatie van de samenleving in gang zet. Grote bedrijven, overheidsinstanties, het MKB, en de vele startups in de Brainport regio zijn innovatieve datagedreven scenario’s volop aan het verkennen. Dit wordt nog eens versterkt door de democratisering van AI; machine learning en deep learning algoritmes zijn beschikbaar zowel in open source software als in Cloud oplossingen en zijn daarmee toegankelijk voor iedereen. Data science wordt ‘applied’ en verschuift van een PhD specialisme naar een HBO-vaardigheid. Het stadium waarin veel bedrijven nu verkeren is te omschrijven als: “Help, mijn AI-pilot is succesvol. Wat nu?” Deze aanvraag richt zich op het succesvol implementeren van AI binnen de context van softwareontwikkeling. De onderzoeksvraag van dit voorstel is: “Hoe kunnen we state-of-the-art data science methoden en technieken waardevol en verantwoord toepassen ten behoeve van deze slimme lerende ICT-producten?” De postdoc gaat fungeren als een linking pin tussen alle onderzoeksprojecten en opdrachten waarbij studenten ICT-producten met AI (machine learning, deep learning) ontwikkelen voor opdrachtgevers uit de praktijk. Door mee te kijken en mee te denken met de studenten kan de postdoc overzicht en inzicht creëren over alle cases heen. Als er overzicht is kan er daarna ook gestuurd worden op de uit te voeren cases om verschillende deelaspecten samen met de studenten te onderzoeken. Deliverables zijn rapporten, guidelines en frameworks voor praktijk en onderwijs, peer-reviewed artikelen en kennisdelingsevents.
Gesprekken in een oncologisch traject focussen vooral op diagnose en behandeling. Zorgen over seksualiteit en intimiteit worden zelden besproken. Oncologische zorgprofessionals erkennen het belang van deze gesprekken, maar vinden het moeilijk om deze te voeren. Echter, het is essentieel dat patiënten hun zorgen rondom seksualiteit en intimiteit kunnen bespreken.
Gesprekken in een oncologisch traject focussen vooral op diagnose en behandeling. Zorgen over seksualiteit en intimiteit worden zelden besproken. Oncologische zorgprofessionals erkennen het belang van deze gesprekken, maar vinden het moeilijk om deze te voeren. Echter, het is essentieel dat patiënten hun zorgen rondom seksualiteit en intimiteit kunnen bespreken.Doel Het doel van dit project is het mogelijk maken en optimaliseren van het gesprek over seksualiteit en intimiteit in de oncologiespreekkamer, opdat beter in de behoeften van patiënten kan worden voorzien. Inzichten in de gesprekszorgen en -kansen worden opgenomen in een nieuw te ontwikkelen leeromgeving voor zorgprofessionals. Resultaten Het resultaat is een leeromgeving, die specifiek aansluit bij de leerbehoefte van zorgprofessionals, waarin deze professionals hun inzicht in gespreksvoering met kankerpatiënten over seksualiteit en intimiteit kunnen vergroten. Looptijd 01 september 2023 - 01 oktober 2025 Aanpak Er worden interviews gehouden met patiënten en focusgroepen met zorgprofessionals uit het consortium. De data die deze methoden opleveren worden geanalyseerd vanuit het discursief-psychologisch perspectief, waarbij wordt uitgegaan van het idee dat taal wordt gebruikt om handelingen te verrichten. Relevantie van het project Dit project levert een leeromgeving voor zorgprofessionals die hiermee hun gespreksvoering over seksualiteit met patiënten kunnen verbeteren. Binnen dit project is doorwerking richting onderwijs op diverse manieren vormgegeven. Docent-onderzoekers participeren in het project. Studenten van de ‘Kunst van de dialoog’ en studenten van ‘Oncologische zorg’ worden d.m.v. onderzoeksminoren, stages en afstuderen betrokken.