Dienst van SURF
© 2025 SURF
De lokale overheid betrekt burgers steeds vaker bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid. Burgers worden gevraagd mee te denken over uiteenlopende onderwerpen, waaronder over veranderingen in hun directe leefomgeving. Met burgerparticipatie beoogt de overheid bij te dragen aan kwalitatief betere oplossingen voor maatschap pelijke vraagstukken die bovendien kunnen rekenen op draagvlak (Aarts, Steuten & Van Woerkum, 2014; De Graaf, 2007). Facetofaceinteracties maken vrijwel altijd onderdeel uit van lokale participatiepro cessen (Prodemos, 2018). In dergelijke gesprekken komen de verschillende perspec tieven van de overheid en belanghebbenden, waaronder burgers, bij elkaar en wordt in interactie gezocht naar oplossingen. Of participatieprocessen bijdragen aan betere oplossingen en draagvlak hangt voor een belangrijk deel af van het verloop van de gesprekken die hier deel van uitmaken (Bartels, 2013). Gesprekken tussen overheid en belanghebbenden vormen kortom een cruciaal onderdeel van burgerparticipatie (Bartels, 2013; Escobar, 2009; WRR, 2012).
LINK
Om te kunnen leren van participatieprocessen in de praktijk en op basis daarvan een bijdrage te kunnen leveren aan het verbeteren ervan richt dit onderzoek zich op de gesprekken tussen burgers en ambtenaren en de doorwerking hiervan op participatieprocessen. Centraal staat hoe in gesprekken wordt omgegaan met verschillende perspectieven en de betekenis die participanten hieraan toekennen voor het verdere verloop van een participatieproces. De doorwerking van gesprekken wordt vanuit het perspectief van burgers onderzocht. Door de verwachtingen en ervaringen van participerende burgers te onderzoeken komt naar voren hoe de wijze waarop in gesprekken wordt omgegaan met verschillende perspectieven op een vraagstuk, in hun beleving bijdraagt aan het vinden van oplossingen en draagvlak hiervoor.
Na het uitbreken van de Covid-19 pandemie heeft digitale participatie een grote vlucht genomen. Door de pandemie was het niet of nauwelijks mogelijk om fysiek bij elkaar te komen. Informatie of inspraakbijeenkomsten konden niet langer op een locatie in de buurt worden georganiseerd. Noodgedwongen vond er een verschuiving plaats van offline naar online burgerparticipatie. Hierdoor is er de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met digitale participatie. De verwachting is dat nu er weer van alles mogelijk is, er vaker gebruik gemaakt zal blijven worden van online participatievormen en - instrumenten. De koudwatervrees voor online participatie lijkt definitief overwonnen. In de toekomst zullen participatiestrategieën worden ontwikkeld waarin online- en offline-instrumenten vaker afwisselend en in onderlinge samenhang worden ingezet. Deze geïntegreerde inzet roept vragen op over de doorontwikkeling van digitale participatie. Hoe kunnen professionals op basis van de ervaringen met digitale participatie de afgelopen jaren de mogelijkheden hiervan in de toekomst beter benutten? En hoe kan er op basis van de ervaring die is opgedaan richting worden gegeven aan de doorontwikkeling van digitale tools?
Door klimaatverandering worden in stedelijke gebieden steeds vaker normen en/of acceptatiegrenzen voor neerslag, hitte en droogte overschreden. Gemeenten en waterschappen hebben de taak om te zorgen voor een klimaatbestendige inrichting.Samenwerking met bewoners is hierbij voor hen essentieel.Om de stap naar uitvoering te kunnen maken hebben professionals van gemeenten en waterschappen behoefte aan inzicht in:• effecten op microniveau (straten/gebouwen);• lokale ervaringen en beleving door burgers;• hoe burgers betrokken kunnen worden bij maatregelen.Hoe kunnen professionals van gemeenten en waterschappen met inzet van burgers klimaatadaptatie in stedelijk gebied in praktijk brengen? Het doel is om een praktisch toepasbare werkwijze te ontwikkelen voor ‘burgerparticipatie in klimaatadaptatie’.Aanpak Het onderzoek wordt uitgevoerd in 5 living labs waarin 10 keer een participatieproces op straat/buurtniveau wordt doorlopen. Hierbij worden verschillende benaderingen uit de burgerwetenschap toegepast. Professionals en bewoners voeren samen metingen uit (participatieve monitoring), verzamelen in een korte periode gegevens over fysieke en sociale kwetsbaarheid (city climatescan) en werken maatregelen uit (cocreatie workshops). De werkwijzen worden via een vergelijkingskader binnen en tussen living labs gemonitord, geëvalueerd en aangescherpt.Het resultaat is een praktisch toepasbare werkwijze voor ‘burgerparticipatie in klimaatadaptatie’. Deze kan worden toegepast door professionals van gemeenten enwaterschappen in samenwerking met buurtbewoners, maar ook actoren zoals scholen, lokale bedrijven en woningcorporaties kunnen hierbij worden betrokken.
Achtergrond: Door klimaatverandering worden in stedelijke gebieden steeds vaker normen en/of acceptatiegrenzen voor neerslag, hitte en droogte overschreden. Gemeenten en waterschappen hebben de taak om te zorgen voor een klimaatbestendige inrichting. Samenwerking met bewoners is hierbij voor hen essentieel. Vraagarticulatie: Om de stap naar uitvoering te kunnen maken hebben professionals van gemeenten en waterschappen behoefte aan inzicht in: • effecten op microniveau (straten/gebouwen); • lokale ervaringen en beleving door burgers; • hoe burgers betrokken kunnen worden bij maatregelen. Hoofdvraag en doelstelling: Hoe kunnen professionals van gemeenten en waterschappen met inzet van burgers klimaatadaptatie in stedelijk gebied in praktijk brengen? Het doel is om een praktisch toepasbare werkwijze te ontwikkelen voor ‘burgerparticipatie in klimaatadaptatie’. Aanpak: Het onderzoek wordt uitgevoerd in 5 living labs waarin 10 keer een participatieproces op straat/buurtniveau wordt doorlopen. Hierbij worden verschillende benaderingen uit de burgerwetenschap toegepast. Professionals en bewoners voeren samen metingen uit (participatieve monitoring), verzamelen in een korte periode gegevens over fysieke en sociale kwetsbaarheid (city climatescan) en werken maatregelen uit (cocreatie workshops). De werkwijzen worden via een vergelijkingskader binnen en tussen living labs gemonitord, geëvalueerd en aangescherpt. Resultaat: Het resultaat is een praktisch toepasbare werkwijze voor ‘burgerparticpatie in klimaatadaptatie’. Deze kan worden toegepast door professionals van gemeenten en waterschappen in samenwerking met buurtbewoners, maar ook actoren zoals scholen, lokale bedrijven en woningcorporaties kunnen hierbij worden betrokken. Consortium: Het consortium betreft een unieke samenwerking tussen vier hogescholen (HZ University of Applied Sciences, Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Van Hall Larenstein, Hanzehogeschool Groningen), vijf gemeenten (Vlissingen, Middelburg, Rotterdam, Leeuwarden, Groningen) en twee waterschappen (Wetterskip Fryslân, Waterschap Noorderzijlvest). Het consortium is ontstaan uit het Lectorenplatform Delta en Water en verstevigt de strategische samenwerking tussen praktijkprofessionals, onderzoek en onderwijs. Doorwerking wordt gerealiseerd via een expertgroep waarin diverse sleutelspelers zijn vertegenwoordigd (o.a. City Deal, Deltaprogramma, Global Centre on Excellence for Climate Adaptation).
Door klimaatverandering worden in stedelijke gebieden steeds vaker normen en/of acceptatiegrenzen voor neerslag, hitte en droogte overschreden. Gemeenten en waterschappen hebben de taak om te zorgen voor een klimaatbestendige inrichting. Samenwerking met bewoners is hierbij voor hen essentieel.Vraagarticulatie Om de stap naar uitvoering te kunnen maken hebben professionals van gemeenten en waterschappen behoefte aan inzicht in: effecten op microniveau (straten/gebouwen); lokale ervaringen en beleving door burgers; hoe burgers betrokken kunnen worden bij maatregelen.Hoofdvraag en doelstelling Hoe kunnen professionals van gemeenten en waterschappen met inzet van burgers klimaatadaptatie in stedelijk gebied in praktijk brengen? Het doel is om een praktisch toepasbare werkwijze te ontwikkelen voor ‘burgerparticipatie in klimaatadaptatie’.Aanpak Het onderzoek wordt uitgevoerd in 5 living labs waarin 10 keer een participatieproces op straat/buurtniveau wordt doorlopen. Hierbij worden verschillende benaderingen uit de burgerwetenschap toegepast. Professionals en bewoners voeren samen metingen uit (participatieve monitoring), verzamelen in een korte periode gegevens over fysieke en sociale kwetsbaarheid (city climatescan) en werken maatregelen uit (cocreatie workshops). De werkwijzen worden via een vergelijkingskader binnen en tussen living labs gemonitord, geëvalueerd en aangescherpt.Resultaat Het resultaat is een praktisch toepasbare werkwijze voor ‘burgerparticipatie in klimaatadaptatie’. Deze kan worden toegepast door professionals van gemeenten en waterschappen in samenwerking met buurtbewoners, maar ook actoren zoals scholen, lokale bedrijven en woningcorporaties kunnen hierbij worden betrokken.Consortium Het consortium betreft een unieke samenwerking tussen vier hogescholen (HZ University of Applied Sciences, Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Van Hall Larenstein, Hanzehogeschool Groningen), vijf gemeenten (Vlissingen, Middelburg, Rotterdam, Leeuwarden, Groningen) en twee waterschappen (Wetterskip Fryslân, Waterschap Noorderzijlvest). Het consortium is ontstaan uit het Lectorenplatform Delta en Water en verstevigt de strategische samenwerking tussen praktijkprofessionals, onderzoek en onderwijs. Doorwerking wordt gerealiseerd via een expertgroep waarin diverse sleutelspelers zijn vertegenwoordigd (o.a. City Deal, Deltaprogramma, Global Centre on Excellence for Climate Adaptation).