Dienst van SURF
© 2025 SURF
Interview Karin den Boer en Berno van Meijel: Psychiatrische patiënten krijgen minder goede levenseindebegeleiding dan de algemene bevolking. Zij zijn hiervoor veelal afhankelijk van ggz-hulpverleners, maar die zijn daar vaak onvoldoende vertrouwd mee. Hogeschool Inholland ontwikkelde vanuit het Centre of Expertise Preventie in Zorg en Welzijn, samen met Amsterdam UMC en NIVEL, een toolkit om ggz-hulpverleners te helpen
In een eerder artikel introduceerden we de Toolkit en bijbehorende training 'Proactieve palliatieve zorg in de GGZ' en de stappen 1 en 2 ervan. Doel is de palliatieve zorg te laten aansluiten bij de zorgbehoeften van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) en hun naaste(n). In dit artikel belichten we de stappen 3, 4 en 5 uit de Toolkit.
Mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) ontvangen vaak niet de palliatieve zorg die aansluit bij hun zorgbehoeften en die van hun naaste(n).1,2 Om dit te verbeteren zijn de Toolkit3 en bijbehorende training 'Proactieve palliatieve zorg in de GGZ’ ontwikkeld. In dit artikel wordt beschreven wat de Toolkit inhoudt en lichten we de stappen 1 en 2 ervan toe met een casus.
De coronacrisis heeft aanleiding gegeven tot het project ‘Sociaal Aanraken Op Afstand’. Ingrijpende maatregelen van de overheid zijn afstand houden tot elkaar (de ‘anderhalve meter maatschappij’) en het zoveel mogelijk vermijden van lichamelijk contact. In verpleeghuizen, thuiszorg, ziekenhuizen instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking zijn zorgverleners met schrijnende situaties geconfronteerd: cliënten mochten niet meer bezocht of aangeraakt worden, in de palliatieve fase moest op afstand afscheid genomen worden en zijn er mensen alleen gestorven zonder de nabijheid van hun naasten. Professionals staan voor het vraagstuk hoe de fysieke anderhalve meter-afstand te overbruggen wanneer sociale aanraking niet of verminderd mogelijk is? Dit heeft geleid tot de vraagstelling: ‘Met welke effectieve en toegankelijke toepassingen of interventies, al dan niet ondersteund met technologie, kan sociaal aanraken voor mensen met een palliatieve zorgbehoefte 1) mogelijk blijven, met inachtneming van veiligheidsvoorschriften; 2) op afstand gesimuleerd worden en/of 3) vervangen worden?’ In een samenwerkingsverband is expertise gebundeld op het gebied van zorg, sociale aanraking, technologie en ethiek. Het project is geïnitieerd vanuit de Saxion Academie Gezondheidszorg, lectoraat Verpleegkunde, en de zorgorganisaties Zorgaccent en Gelre Ziekenhuizen, waarbij verbinding is gezocht met relevante lectoraten binnen de hogeschool (Industrial Design, Ambient Intelligence, Sustainable & Functional Textiles, Technology Health & Care en Ethiek & Technologie) en een MKB-onderneming. De complexiteit van het vraagstuk maakt dat bestaande opties zorgvuldig gewogen of aangepast moeten worden, of dat er multidisciplinair gericht nieuwe oplossingsrichtingen ontwikkeld moeten worden. Deze KIEM-aanvraag levert hiertoe een aanzet, op basis waarvan een meer gerichte vervolgaanvraag kan worden geschreven. De innovatievraag blijft actueel, ook na de COVID-19 pandemie, indien zorgvragers om andere redenen geïsoleerd verzorgd dienen te worden, bijvoorbeeld door besmetting met de MRSA-bacterie of andere infectieziekten.