Dienst van SURF
© 2025 SURF
Deze studie richt zich op de vraag in hoeverre overheidsinitiatieven gericht op gedragsverandering rekening houden met de intermediërende invloed van sociaalpsychologische mechanismen bij de totstandkoming van gedrag. Het onderzoek laat zien dat een sterk rationele aanpak en een gebrek aan aandacht voor de alledaagse realiteit waarin burgers hun keuzes maken, kan leiden tot onbedoelde effecten. In de dagelijkse praktijk blijken burgers verre van rationeel en zijn tal van onbewuste, irrationele processen, die kunnen worden getriggerd door diverse situationele factoren, van invloed op gedrag. Dit besef is essentieel om te komen tot gedragsveranderend overheidsbeleid.
Ter voorbereiding van zijn advies [Nr 55; 2014] over beïnvloeding van gedrag door de overheid heeft de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) aan Baukje Stinesen en Reint Jan Renes gevraagd een verkennend onderzoek te doen naar overheidsinitiatieven die zich richten op gedragsbeïnvloeding van de burger in de domeinen gezondheid, mobiliteit en financiën.
De vestiging van grote groepen niet-westerse immigranten in Nederland is de aanleiding geweest voor het ontwikkeken van een minderheden- en later een immigratiebeleid. Dit overheidsbeleid voor gevestigde immigranten en hun nakomelingen kwam aan het eind van de jaren zeventig op gang. De vakministers dienden onder toezicht van het toenmalig coördinerend ministerie van Binnenlandse Zaken een passend immigratiebeleid te ontwikkelen.
De transitie naar een circulaire economie is in volle gang. Maar circulaire ondernemers lopen tegen verschillende belemmeringen aan die moeilijk of niet alleen zijn op te lossen. Er is redelijk veel bekend over belemmeringen op maatschappelijk (macro-economisch) niveau. Inzicht in hoe individuele ondernemers met deze belemmeringen moeten omgaan om hun circulaire onderneming zo succesvol mogelijk te maken is echter veel minder beschikbaar. Vooral voor startups in de circulaire economie zijn de vraagstukken groot. Hun praktijkvraag is: Hoe kan ik als circulaire startup samenwerken met circulaire ondernemers en andere relevante partijen in mijn directe omgeving om bovengenoemde belemmeringen over wet- en regelgeving, procesorganisatie en strategische samenwerking op te lossen? In de Regio Zwolle zoeken ondernemers elkaar op om die vraagstukken op te lossen waardoor ecosystemen van circulaire startups ontstaan, maar hoe ze dit moeten aanpakken blijft een groot vraagteken. Deze nieuwe ecosystemen van circulaire startups staan centraal in dit onderzoeksproject en we onderzoeken vier ecosystemen in de regio Zwolle, t.w. De Herfte in Zwolle, The Green East in Raalte, het iLab van GreenPAC in Zwolle, en Hibertad in Hardenberg. Samen met circulaire startups, circulaire ondernemingen en netwerkorganisaties wordt in dit onderzoeksproject gewerkt aan de volgende onderzoeksvraag: ‘In hoeverre kunnen ecosystemen van circulaire startups een bijdrage leveren aan de transitie naar een circulaire economie?’. Het onderzoeksproject wil bijdragen aan de innovatieve kracht van deze ecosystemen zodat de transitie naar de circulaire economie in de Regio Zwolle versneld wordt. Het project levert ontwerpprincipes voor ecosystemen van circulaire startups, systematisch beschreven in een handboek voor deze vier èn voor nog te vormen ecosystemen van circulaire startups in Nederland. Daarnaast levert het onderzoek ook inzicht in de uitdagingen en belemmeringen waar circulaire startups mee te maken hebben, en willen we de kennisresultaten ook toegankelijk maken voor het onderwijs binnen en buiten Windesheim.
Vier gemeenten in Noord-Brabant, het Landelijke Samenwerkingsverband Actieve bewoners, kennisinstelling Movisie en de Universiteit voor Humanstiek willen middels een ontwikkelonderzoek meer kennis opdoen en delen over hoe interacties verlopen tussen verschillende partijen in de nieuwe gemeentelijke constellatie waarin burgerinitiatieven een grotere rol krijgen bekeken vanuit criteria van democratische legitimatie en duurzaamheid van beleid. Dit past binnen huidig overheidsbeleid die burgers blijvend een grotere rol wil geven. Het beleid heeft hoge verwachtingen van burgerinitiatieven als bijdrage aan de kwaliteit van leven in buurten en wijken (nota Doe-democratie, 2013). De hoop is dat burgerinitiatieven niet alleen aanvullend zijn op beleid, maar ook delen van beleid overnemen; bijvoorbeeld via zorg coöperaties en zelfbeheer van publieke voorzieningen zoals buurthuizen. Er is naast duurzaamheid ook aandacht voor democratische legitimatie, omdat met het meer stem geven aan burgers de vraag ontstaat of de democratische waarden geborgd blijven. Op vier niveaus wordt onderzocht welke condities van belang zijn ten dienste van het ontstaan van die duurzame burgerinitiatieven die passen in een vernieuwde democratie, namelijk 1. Gemeenteraad en college en burgerinitiatieven 2. Ambtenaren en burgerinitiatieven 3. Burgers en burgerinitiatieven 4. Burgers onderling binnen burgerinitiatieven. Het gaat om vragen als moeten bestuurders zich bemoeien met de kwaliteit van bewonersinitiatieven? Voelen burgers buiten burgerinitiatieven zich ook betrokken bij initiatieven? Worden er democratische besluiten genomen binnen initiatieven? Middels interviews, participerende observaties en leerbijeenkomsten wordt kennis opgehaald bij bestuurders, ambtenaren, burgers binnen en buiten burgerinitiatieven. Daarnaast worden de leerbijeenkomsten gebruikt om opgedane kennis direct te delen.
Sinds de financiële crisis van 2008 klinkt er een brede maatschappelijke roep om herstructurering van het financiële stelsel en de financiële dienstverlening. Toch zijn veel problemen in de sector ruim tien jaar later nog onopgelost. Denk aan het vraagstuk van ongelijkheid, de verhouding schuld/inkomen en de onbedoelde neveneffecten van overheidsbeleid rondom lenen en sparen. Door hun prominente rol in het Nederlandse financiële landschap vormen hypotheken een bijzonder hoofdpijndossier bij de hervorming van de financiële sector. Een aantal spelers in de hypothekensector lijkt zich terdege bewust te zijn van de schaduwzijdes van het eigen bedrijfsmodel. Zij heeft al grote stappen gezet, onder meer door de ontwikkeling en implementatie van ethische gedragscodes en richtlijnen. Er worden nu al minder risicovolle hypotheken verkocht. We hebben kortom te maken met een ethisch actieve groep financiële bedrijven die een voortrekkersrol speelt in de verduurzaming van de financiële dienstverlening rondom hypotheken. Zij vormt een niche waarbinnen de contouren worden verkend van de toekomstige hypothekenmarkt. In het voorgenomen verkennend onderzoek willen wij kijken naar de morele dilemma’s waarvoor deze bedrijven zich gesteld zien. Hoe laveren zij tussen de wens sociaal en financieel te verduurzamen en de druk om winstgevend te zijn? In het bijzonder zal worden onderzocht hoe onder andere bij hypotheekadviseurs Viisi en MBG Maatbeleg wordt omgegaan met de spanning tussen zelfopgelegde richtlijnen, commerciële belangen en de wensen van de klant. Wat zijn de praktijklessen van het pionierswerk in duurzaam hypotheekadvies? Doel van dit onderzoek is morele dilemma’s te articuleren, de consequenties van keuzes zichtbaar te maken en ‘best-practices’ te identificeren. Zo bieden de resultaten van dit onderzoek organisaties in de hypothekensector een verkennend inzicht in de uitdagingen rond de verduurzaming van hypotheekverkoop. De resultaten komen ook ten goede aan het onderwijs, zoasls bij bedrijfsethiek in het economische domein.