Dienst van SURF
© 2025 SURF
Lectorale rede van dr. M. (Martine) Noordegraaf op 24 september 2010. Centraal staat de vraagl: hoe kun je een gesprek hebben in een relatie die professioneel en niet op voorhand vertrouwd is? Hoe leer je als professional om dergelijke gesprekken te voeren? Nog belangrijker: hoe breng je als professional je cliënten op constructieve wijze met elkaar in gesprek? Kan dat wel? En daarbij; soms is de motivatie voor het gesprek, of het verlangen om de ander nog te ontmoeten, zelf aangetast. Hoe motiveer je mensen om zich in elkaar te verdiepen, om door het gesprek elkaars wereld opnieuw te verkennen en zo problemen te overwinnen? Communicatie met behulp van woorden is niet minder dan een mysterie dat aan ‘mens-zijn’ verbonden is. Deze fascinatie voor het gesprek is de drijfveer achter de belangrijkste onderzoeksvraag van het lectoraat Jeugd en Gezin verbonden aan de Academie voor Sociale Studies van de Christelijke Hogeschool Ede.
Hoe ervaren en beoordelen jongeren de alledaagse opvoeding door hun ouders? Deze vraag staat centraal in het onderzoek dat Hogeschool INHolland in opdracht van de afdeling Jeugd van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) van de gemeente Amsterdam heeft uitgevoerd op twee scholen voor voortgezet onderwijs in Amsterdam. Wat vinden jongeren van de opvoedkwaliteiten van hun ouders? Bieden ze begeleiding en steun? En zouden ouders volgens de jongeren aanvullend advies en informatie kunnen gebruiken bij de opvoeding van tieners?
De alliantie tussen professionals en cliënten in de jeugdzorg is een krachtige algemeen werkzame factor in de hulp aan kinderen en ouders met opvoedproblemen. De alliantie tussen professionals en cliënten bestaat uit de persoonlijke klik, overeenstemming over de doelen waaraan gewerkt wordt en de wijze waarop er samengewerkt wordt aan die doelen. Een positieve alliantie in een vroeg stadium van het hulpverleningstraject is een betrouwbare voorspeller van een positieve uitkomst. Het vroegtijdig zicht krijgen op de kwaliteit van de alliantie geeft de mogelijkheid om breuken en deuken in beeld te brengen en vroegtijdig bespreekbaar te maken en te herstellen. Het ritueel om de alliantie bespreekbaar te maken wordt in de praktijk nog weinig gestalte gegeven. Het vergt van professionals een scherp observatievermogen, goede reflectievaardigheden en de nodige creativiteit om het ritueel in het primair proces te passen. Met de te ontwikkelen experimentele leerlijn waar deze aanvraag op ingaat willen werkveldpartners inzetten op het aanleren van deze vaardigheden.
Ouderbetrokkenheid in het basisonderwijs stagneert, zo blijkt uit landelijk trendonderzoek. Leerkrachten hebben behoefte aan ondersteuning om moeilijk bereikbare ouders ?mee? te krijgen, of om veeleisende ouders aan te kunnen. Vooral beginnende leerkrachten vinden gesprekken met ouders met andere ambities/overtuigingen of een andere cultureel-etnische achtergrond dan zijzelf hebben, moeilijk. Dit project beoogt deze leerkrachten te ondersteunen bij het realiseren van educatief partnerschap, door hen een handreiking te bieden voor het voeren van ?tweerichting? gesprekken met ouders van ?gewone? leerlingen, zorgleerlingen en achterstandsleerlingen. Daarbij brengen leerkrachten hun praktijkkennis in als expertise. Het onderzoek wordt uitgevoerd op 95 scholen in Zuid-Limburg: reguliere basisscholen, achterstandsscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs. In deze regio woont meer dan de helft van alle leerlingen in een ?armoede- postcodegebied?. Cohortstudies tonen aan dat zij maar moeilijk hun onderwijskansen kunnen benutten. Onderwijsondersteunend gedrag van ouders is daarbij een belangrijke factor. Ouders kunnen via hun betrokkenheid bij het onderwijs bijdragen aan de onderwijskansen van hun kinderen. De bedoeling van het project is om (1) de aanwezige praktijkkennis van leerkrachten over het voeren van oudergesprekken met diverse ouders middels vragenlijstonderzoek en interviews te onderzoeken, (2) deze kennis, gedifferentieerd naar verschillende ervaringscontexten, toegankelijk te maken voor andere leerkrachten, en (3) kennis en onderwijs te genereren voor (aankomende) professionals. Essentieel onderdeel van het project is dat samen met leerkrachten van twee ?gewone? basisscholen, twee scholen voor speciaal basisonderwijs en twee achterstandsscholen en Pabo- en Pedagogiekstudenten, een cultuur-sensitieve gespreksvaardighedentraining in de praktijk wordt ontwikkeld. Deze training wordt na afloop opgenomen in het basiscurriculum van de Pabo en Pedagogiek en aangeboden als bijscholingstraject. Interessante voorbeelden uit lerareninterviews en trainingsopnamen worden op de websites van de scholen geplaatst, en na afloop van het project gepubliceerd in een Handboek best practices educatief partnerschap. Onderzoeksresultaten worden verder gedeeld via conferentiepresentaties, publicaties op kennisportals en in wetenschappelijke- en vaktijdschriften.