Dienst van SURF
© 2025 SURF
Kijkend naar de ontwikkelingen in de medische en farmaceutische zorg, concludeer ik dat het belang van innovaties niet altijd in overeenstemming is met de snelheid waarmee die innovaties hun plek krijgen in het standaardhandelingsarsenaal van zorgverleners. Veranderingen in de zorg gaan vaak langzaam en doorbraken worden slecht herkend. De vraag is hoe dit komt. Er blijken vele factoren van invloed op het mogelijke succes van een innovatie. Van groot belang is het inzicht dat innoveren meer is dan iets bedenken en dan maar aannemen dat het wel zal worden opgepikt door de (potentiële) doelgroep. Het aan de man brengen (‘dissemineren’) van de innovatie is mede bepalend voor een succesvolle implementatie. In de farmaceutische zorg is voor deze overbruggingsfunctie een belangrijke rol weggelegd voor de farmakundige. Mijn lectoraat, dat is gekoppeld aan de opleiding Farmakunde, zal zich bezighouden met het onderzoek naar het proces om farmaceutische innovaties te dissemineren. In deze openbare les licht ik de context en consequenties van dit onderzoeksthema nader toe. Ik begin met een uitleg van de farmakundige en diens toegevoegde waarde in het werkveld (hoofdstuk 1), en vervolg met een korte beschrijving van recente veranderingen binnen de zorg (hoofdstuk 2). In het begeleiden van die veranderingen ligt een belangrijke meerwaarde van de farmakundige, en de missie van dit lectoraat. Daarna (hoofdstuk 3) beschouwen we het innoveren in de (farmaceutische) gezondheidszorg in meer detail. Hoofdstuk 4 geeft diverse handvatten voor het kiezen van de juiste interventies om de afstand tussen de innovator en de toekomstige gebruiker te overbruggen en zodoende de toegang voor de gebruiker tot de innovatie te verbeteren. De keuze van de onderzoekslijnen van mijn lectoraat, zoals in hoofdstuk 5 beschreven, is daarvan afgeleid
Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE
Ter voorbereiding van zijn advies [Nr 55; 2014] over beïnvloeding van gedrag door de overheid heeft de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) aan Baukje Stinesen en Reint Jan Renes gevraagd een verkennend onderzoek te doen naar overheidsinitiatieven die zich richten op gedragsbeïnvloeding van de burger in de domeinen gezondheid, mobiliteit en financiën.
Gronings Sportakkoord Minister Bruno Bruins heeft samen met vertegenwoordigers van de sport, gemeenten en andere organisaties op 29 juni 2018 het eerste Nationale Sportakkoord getekend: ‘Sport verenigt Nederland’. Doel van het Sportakkoord is om de organisatie en financiën van de sport toekomstbestendig te maken. De uitvoering van het Nationaal Sportakkoord moet lokaal gaan plaatsvinden, gebaseerd op lokale ambities en energie. Vanaf juli 2019 is het proces om te komen tot een Gronings Sportakkoord uitgevoerd waarbij meer dan 100 personen betrokken zijn geweest (zie bijlage 1). Personen werkzaam bij sport- en beweegorganisaties, het sociale domein, kennisinstellingen, maar ook vrijwilligers namens lokale sportverenigingen, belangengroepen en netwerken hebben hun input geleverd. Dit is een uniek proces geweest dat ook heeft geleid tot een nieuw gemeente breed netwerk ten aanzien van sport en bewegen. Dit netwerk zorgt voor een succesvolle uitvoering van het Gronings Sportakkoord. Tijdens het proces is veelvuldig de waarde van sport en bewegen voor de gemeente Groningen aangehaald. De waarde van de reeds aanwezige sport- en beweegaanbieders: de honderden sportverenigingen, de beweeglocaties in de openbare ruimte, het bewegingsonderwijs en de beweegmogelijkheden voor mensen met een beperking1. Maar ook wordt de waarde voor de samenleving besproken in termen van sociale cohesie, participatie en heel nadrukkelijk ‘gezondheid’. Met gezondheid bedoelen we dan positieve gezondheid: Het vermogen je aan te passen en je eigen regie te voeren in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven. Het Gronings Sportakkoord biedt ruimte om een koppeling te maken met het nog te sluiten Regionale Preventieakkoord. In de provincie Groningen wordt momenteel gewerkt aan de ontwikkeling van een Regionaal Gezondheidsakkoord (preventieakkoord). Het Regionaal Gezondheidsakkoord richt zich op het vergroten van de gezondheid en het welbevinden van inwoners. Daarbij is van belang dat sociale en fysieke factoren uitnodigen tot gezond gedrag. Sport en bewegen is daarbij een middel om de positieve gezondheid van inwoners te bevorderen door middel van fysieke activiteit, zingeving, meedoen en ontmoeting. Het Gronings Sportakkoord en het nog te sluiten Regionaal Preventieakkoord versterken elkaar in het doel om de gezondheid en het welbevinden van de inwoners te versterken. De ambitie van het Gronings Sportakkoord leidt ook tot het verbeteren van de positieve gezondheid van de inwoners. Het resultaat van een half jaar begeleiding van het proces om te komen tot het Gronings Sportakkoord.